Brief regering : Nucleaire veiligheid bij de inzet nieuwe kernenergie
32 645 Kernenergie
Nr. 102
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2022
In het huidige coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) heeft het kabinet de volgende ambities op het gebied van kernenergie gesteld:
• Kerncentrale Borssele blijft langer open, met oog voor de veiligheid.
• Het kabinet zet de nodige stappen voor de bouw van 2 nieuwe kerncentrales, onder meer
door marktpartijen te faciliteren bij verkenningen, innovaties te ondersteunen, de
(financiële) bijdrage van de overheid te bezien en wet- en regelgeving waar nodig
aan te passen.
• Er wordt gezorgd voor een veilige, permanente opslag van kernafval.
Naast de mogelijke komst van 2 nieuwe kerncentrales bestaan er momenteel ook initiatieven
voor een nieuwe reactor te Petten ter vervanging van de HFR (Pallas-reactor), en voor
een nieuwe nucleaire installatie voor de productie van medische isotopen, SHINE te
Veendam. Indien deze ambities gerealiseerd worden, zal het nucleair landschap in Nederland
ingrijpend veranderen en in omvang toenemen. Dit heeft ook gevolgen voor het beleidsterrein
van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Wat betreft stralingsbescherming
gaat het met name om de omgang met en het beheer van radioactief afval.
In het Beleidsprogramma IenW, zoals dit voorjaar1 naar uw Kamer is verzonden, is een aantal stappen geformuleerd die IenW vanuit haar
verantwoordelijkheid zal nemen ten aanzien van deze ambities. Deze stappen omvatten
onder meer een evaluatie van het stelsel voor nucleaire veiligheid en een actualisatie
van het Nationaal Programma radioactief Afval voor het beheer van radioactief afval.
Bij de exploitatie van kernenergie is veiligheid een absolute randvoorwaarde. Met
deze brief zal ik daarop verder ingaan, met name rekening houdend met de ambities
van dit kabinet. Ook innovatieve ontwikkelingen, zoals onder meer die van zogenoemde
«Small Modular Reactors», SMRs, wil ik in deze brief meenemen en wat dit betekent voor beleid, wet- en regelgeving
ten aanzien van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. In de bijlage bij deze
brief wordt aangegeven wat voor IenW de doelen zijn voor deze kabinetsperiode.
Op 11 februari 2011 heeft de toenmalige Minister van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie een zogenoemde «Randvoorwaardenbrief»2 aan de Tweede Kamer verstuurd, met voorwaarden waaraan destijds nieuwe kerncentrales
zouden moeten voldoen. Sindsdien zijn nieuwe internationale veiligheidsinzichten vanuit
Europese regelgeving in Nederlandse wetgeving opgenomen en/of aan vergunningen verbonden.
Daarmee wordt in deze brief rekening gehouden bij de gestelde doelen. In 2017 is op
basis van internationale aanbevelingen de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
(ANVS) als zelfstandig bestuursorgaan ingesteld. De ANVS is, naast vergunningverlener
op basis van de Kernenergiewet, de onafhankelijk toezichthouder voor de nucleaire
veiligheid en stralingsbescherming en ondersteunt met kennis en advies vanuit haar
specifieke deskundigheid.
Belangrijk voor het IenW-beleid op nucleair terrein is dat de huidige uitwerking van
het coalitieakkoord plaatsvindt in afstemming met de Minister voor Klimaat en Energie
(KE). De Minister voor KE geeft in een separate brief, die gelijktijdig met deze brief
wordt aangeboden aan uw Kamer, aan hoe, vanuit zijn verantwoordelijkheid, invulling
wordt gegeven aan de rol van kernenergie in de energiemix. Dat weerspiegelt zich in
deze brief.
De realisatie van de ambities van het kabinet op het gebied van kernenergie vraagt
ook om een gedegen kennisinfrastructuur en om voldoende aanbod op de arbeidsmarkt
dat over de vereiste kennis en vaardigheden op het gebied van nucleaire technologie
en stralingstoepassingen beschikt. Er moet, in de markt en bij de verantwoordelijke
overheidsinstanties, voldoende deskundigheid zijn om de kabinetsplannen daadwerkelijk
uit te kunnen voeren. Een gedegen kennisbasis en -infrastructuur zijn ook noodzakelijke
voorwaarden voor het borgen van de veiligheid. In een interdepartementale werkgroep
met de Ministeries van EZK, VWS, SZW, OCW en de ANVS, wordt de vraag bekeken hoe de
kennisinfrastructuur behouden en versterkt kan worden. Eerder is uw Kamer al over
de voortgang hiervan geïnformeerd, laatstelijk op 8 juli van dit jaar3. Medio 2023 komt de interdepartementale werkgroep met aanbevelingen en wordt de Kamer
vervolgens geïnformeerd.
In de bijlage wordt nader ingegaan op wat vanuit de verantwoordelijkheid voor nucleaire
veiligheid, beveiliging en stralingsbescherming van belang geacht wordt in deze kabinetsperiode.
Daarbij gaat het om:
1. Evaluatie van het stelsel van wet- en regelgeving;
2. Veiligheid en beveiliging;
3. Omgaan met radioactief afval;
4. Maatschappelijke betrokkenheid;
5. Duurzaamheid.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat