Brief regering : Reactie op de gewijzigde motie van de leden Thijssen en Amhaouch over onderzoeken van additionele financiering voor capaciteitsversterking voor het voeren van de sociale dialoog (Kamerstuk 36180-22)
36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 30
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2022
Graag geef ik u hierbij mijn terugkoppeling op de door uw Kamer aangenomen motie met
Kamerstuk 36 180, nr. 22 gewijzigd (Thijssen, Amhaouch) waarmee het kabinet werd verzocht: «additionele financiering
te onderzoeken voor capaciteitsversterking van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties
in het voeren van sociale dialoog in de combinatielanden en ook daarbij de behoefte
in kaart te brengen, en hier voor de begrotingsbehandeling terugkoppeling op te geven
aan de Kamer». Aangezien het te kort dag bleek om dit voor de begrotingsbehandeling
in kaart te brengen, zegde ik toe om uw Kamer voor de stemming over de amendementen
– waaronder het amendement met Kamerstuk 36 200 XVII, nr. 9 dat hierover gaat – te informeren.
Sociaal dialoog als kerncomponent van SDG8
Het kabinet deelt de visie van de Kamer dat «waardig werk» van SDG8 een wezenlijk
deel is van haar gecombineerde inzet op ontwikkelingssamenwerking, handel en investeringen.
Ook onderschrijft het kabinet dat capaciteitsversterking voor sociale dialoog door
vakbonden en werkgeversorganisaties hierin een belangrijke rol kan spelen. Een goed
functionerende sociale dialoog creëert duurzame samenwerkingsrelaties tussen sociale
partners en draagt bij aan afspraken over waardig werk en leefbaar loon, gezondheid
en veiligheid op de werkvloeren en tegengaan van geweld op de werkvloer.
Daarom werken we in het kader van meerjarige partnerschappen via het Vakbondsmedefinancieringsprogramma
(VMP) nauw samen met de vakbonden Mondiaal FNV en CNV Internationaal en met de werkgeversorganisaties
VNO-NCW en MKB Nederland via het Dutch Employers Cooperation Programme (DECP) en het Programma Uitzending Managers (PUM).
Inzet op de sociale dialoog in combinatielanden
Zoals beschreven in de nieuwe beleidsnota «Doen waar Nederland goed in is» (2022)
(Kamerstuk 36 180, nr. 1) zet het kabinet de komende jaren in op een gecombineerde handels- en ontwikkelingssamenwerkingsbenadering
in 14 «combinatielanden» met nadruk op duurzaamheids- en digitaliseringstransities.
Teneinde deze transities op een rechtvaardige en inclusieve manier te laten plaatsvinden,
is een versterking van de sociale dialoog van belang. Investeren in sociale dialoog
is bovendien complementair aan de extra inzet op handelskansen voor het Nederlandse
bedrijfsleven die op grond van de naderende IMVO-wetgeving ook sociale dialoog in
hun ketens moeten verankeren om arbeids- en mensenrechten binnen die ketens te waarborgen.
Waar impact op waardig werk kan worden vergroot door middel van de sociale dialoog,
wil het kabinet dit daarom zeker blijven steunen, ook in de combinatielanden. Het
lopende programma voorziet daar in.
Identificatie van de behoefte aan additionele financiering
Naar aanleiding van de motie hebben de partners in het vakbondsmedefinancieringsprogramma
op verzoek van het kabinet en in overleg met de betreffende ambassades de behoefte
aan additionele activiteiten nader in kaart gebracht. De vakbonden zien concrete kansen
om, in samenwerking met werkgeversorganisaties en het Nederlandse bedrijfsleven, de
inzet op de sociale dialoog in 9 geïdentificeerde combinatielanden1 te intensiveren met duurzame transitie als dwarsdoorsnijdend thema. Zo kan extra
worden ingezet op verbetering van arbeidsrechten in voor Nederland prioritaire handelsketens
als palmolie en textiel. Ook kunnen Nederlandse bedrijven worden geholpen hun verantwoordelijkheden
die voortvloeien uit de aanstaande IMVO-wetgeving na te komen door de sociale dialoog
in de toeleveringsketens te verankeren. Ook beogen de vakbonden digitale oplossingen
ten behoeve van leefbaar loon te ontwikkelen en herscholingsprojecten te faciliteren
voor werknemers wiens banen door de verschuiving naar groene energie door landen als
Nederland zullen verdwijnen.
Voor deze extra inzet schatten de programmapartners de komende drie jaar in totaal
EUR 9 miljoen nodig te hebben. Voor de jaren daarna is het beeld nog niet duidelijk.
Het werkgeversprogramma PUM/DECP geeft aan dat het eveneens kansen ziet, maar dat
het opbouwen van een pool van sociale dialoogexperts tijd kost. Dit programma vraagt
nu niet zozeer om extra geld maar om voldoende tijd voor een zorgvuldige opbouw van
de uitvoeringscapaciteit die de vereiste kwaliteit kan leveren.
Conclusie
De additionele financieringsbehoefte voor de capaciteitsversterking voor het voeren
van de sociale dialoog in combinatielanden wordt nu geschat op EUR 9 miljoen voor
de periode 2023–2025. Het kabinet is bereid om daarin – uiteraard via de geldende
criteria – te voorzien uit de voor het combinatiebeleid gereserveerde intensiveringsmiddelen,
tenzij de reeds toegekende middelen niet worden uitgeput.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Indieners
-
Indiener
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking