Brief regering : Financiering aanpak discriminatie en in het bijzonder de Nationaal Coordinator tegen discriminatie en racisme
30 950 Racisme en Discriminatie
Nr. 322
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2022
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft het lid Azarkan een motie ingediend
waarin de regering verzocht is om te onderzoeken of het huidige budget voor de Nationaal
Coördinator tegen discriminatie en racisme (NCDR) voldoet voor de uitvoering en de
totstandkoming van nieuw beleid. Deze motie is aangenomen (Kamerstuk 36 200, nr. 72) (Handelingen II 2022/23, nr. 3, item 8). Daarnaast heeft het lid van Baarle tijdens de begrotingsbehandeling van hoofdstuk
VII van de Rijksbegroting (Handelingen II 2022/23, nr. 12, items 3 en 7) een motie
ingediend waarin hij de regering verzoekt om bij de Voorjaarsnota ruimte te vinden
voor extra middelen voor het antidiscriminatiebeleid (Kamerstuk 36 200 VII, nr. 36). Deze motie is aangehouden en tijdens de begrotingsbehandeling is geen appreciatie
uitgesproken. Ik zal in deze brief een appreciatie met u delen en toelichten hoe ik
uitvoering gegeven heb aan de motie van het lid Azarkan.
De aanpak van discriminatie is een omvangrijk en belangrijk thema. Het is niet voor
niets dat uw Kamer gevraagd heeft om de instelling van een NCDR om zo te zorgen voor
meer focus in de aanpak van discriminatie. Op 11 juni 2021 heeft het vorige kabinet
uw Kamer geïnformeerd dat op basis van een verkenning van ABD Topconsult een profiel
vastgesteld (Kamerstuk 30 950, nr. 249). Het kabinet heeft in die brief aangegeven dat zij een NCDR voor een periode van
3 jaar wil instellen. Dit is ook zo toegelicht in de nota van toelichting bij het
besluit tot instelling van de NCDR1. Op 15 oktober 2021 is de NCDR daadwerkelijk ingesteld. Het kabinet had in eerste
instantie € 2 miljoen beschikbaar gesteld, mede gelet op het advies van ABD Topconsult
om te starten met een budget voor de opbouwfase. In het coalitieakkoord (Bijlage bij
Kamerstuk 35 788, nr. 77) is opgenomen dat het budget met een half miljoen euro opgehoogd zou worden tot € 2,5
miljoen euro. Dit budget is voor het eerste volle jaar van de NCDR, 2022, toereikend
gebleken, maar de NCDR heeft aangegeven dat hij voor de komende jaren zijn opdracht
onvoldoende kan vorm geven als hij niet verder kan opbouwen.
Naast het advies voor een opstartbudget, is in het advies van ABD Topconsult een grove
inschatting opgenomen voor de periode na de opstartfase2. Deze inschatting is door ABD Topconsult niet nader onderbouwd. In het kader van
de motie-Azarkan heb ik de NCDR gevraagd te komen tot een onderbouwing van de middelen
die hij nodig heeft. De NCDR kan naar huidig inzicht met een budget van 3,5 miljoen
zijn taken naar behoren uitvoeren. Hierbinnen is een budget opgenomen voor het organiseren
van activiteiten op Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie, op 21 maart. In het Nationaal Programma is opgenomen dat de NCDR daar een leidende
rol in wil hebben.
Gelet op het belang van de taakuitvoering door de NCDR verhoog ik bij voorjaarsbesluitvorming
2023 het budget voor 2023 en 2024 naar € 3,5 miljoen. Dit wordt gedekt binnen hoofdstuk
7 van de Rijksbegroting. Voor afloop van de huidige termijn van 3 jaar van de NCDR
zal ik een besluit nemen over de verlenging van de instelling van de NCDR en de structurele
financiering. Ik zal dit doen op basis van een evaluatie, waarbij ik het vraagstuk
van structurele financiering zal meenemen.
De financiering van de NCDR is geen vraagstuk op zichzelf. Uw Kamer heeft al vaker
aangedrongen op meer inzicht in de beschikbare middelen voor de aanpak van discriminatie
en de verantwoording daarvan. In de brief van 19 september heb ik u al aangegeven
dat ik voornemens ben om te kijken naar de samenloop van het begrotingsproces en het
Nationaal Programma. Dit voornemen heb ik nog niet uitgevoerd. Om deze reden en het
feit dat ik bereid ben om binnen hoofdstuk 7 ruimte te zoeken voor extra budget voor
de NCDR voor 2023 en 2024, wil ik de aangehouden motie van het lid van Baarle waarin
hij de regering verzoekt om bij de Voorjaarsnota ruimte te vinden voor extra middelen
voor het antidiscriminatiebeleid ontraden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties