Brief regering : Op weg naar de rookvrije generatie
32 011 Tabaksbeleid
               32 793
                Preventief gezondheidsbeleid
         
Nr. 97
                   	BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2022
Het kabinet zet zich in voor een gezond, fit en veerkrachtig Nederland. Om dit te
                  bereiken is preventie van essentieel belang. Ongezonde voeding, te weinig bewegen,
                  roken en alcoholgebruik zijn samen verantwoordelijk voor bijna 20 procent van de ziektelast,
                  35 duizend doden, 9 miljard aan zorguitgaven en hebben een grote maatschappelijke
                  impact. Roken is hierbij de belangrijkste oorzaak van sterfte en ziekte (9 procent
                  van de ziektelast), gevolgd door ongezonde voeding, alcoholgebruik en weinig bewegen.1 De aanpak op deze thema’s maakt samen met mentale gezondheid onderdeel uit van de
                  preventieaanpak die het kabinet voorstaat. Met de voorliggende brief informeer ik
                  u over de aanpak op roken.
               
Alle kinderen verdienen een gezonde start, waar zij hun hele leven lang van kunnen
                  profiteren. Dit vereist niet alleen inzet van ouders, verzorgers of leerkrachten maar
                  van ons allemaal. Die goede start is een fundament voor een veerkrachtige jeugd, een
                  gezonde beroepsbevolking en later vitale ouderen. Het kabinet heeft als doel een gezonde
                  generatie in 2040 met een focus op de jeugd door sport, voeding en bewegen. Hiervoor
                  is een brede aanpak nodig waarbij we gezonde keuzes aanmoedigen en ongezonde keuzes
                  ontmoedigen. Zo stimuleert het kabinet sport en bewegen om zo de gezondheid van jong
                  en oud te bevorderen. Over de inzet van het kabinet op sport en bewegen heb ik u in
                  mijn brief van 24 juni 2022 geïnformeerd.2 Een ander essentieel element van die brede aanpak is mentale weerbaarheid. Ik heb
                  u op 10 juni 2022 over de aanpak »Mentale gezondheid: van ons allemaal» op dit vlak
                  geïnformeerd.3
Het kabinet zet de ambities van het Nationaal Preventieakkoord (hierna: NPA) voort.
                     Het hoofddoel van het NPA op roken is een rookvrije generatie in 2040.
                  
De rookvrije generatie is echt een maatschappelijke beweging geworden, die steeds
                     breder wordt. Waar in eerste instantie vooral speeltuinen, kinderboerderijen, sportterreinen
                     en ziekenhuizen rookvrij werden, zien we nu bijvoorbeeld dat ook in de recreatiesector
                     en in het openbaar vervoer stappen worden gezet. Steeds meer pretparken, dierentuinen,
                     campings en vakantieparken worden rookvrij. De Efteling heeft op 29 september jl.
                     aangekondigd vanaf de komende Winter Efteling rookvrij te zijn met uitzondering van
                     afgeschermde rookzones. Ook zijn er steeds meer rookvrije initiatieven in de horeca.
                     In navolging op de rookvrije treinstations en perrons van NS en ProRail worden ook
                     de overige OV-haltes in Nederland rookvrij gemaakt, dat zijn er 50.000 in totaal.
                     Verschillende gemeenten, provincies en vervoersbedrijven zoals RET en GVB zijn hiermee
                     bezig. Onder bedrijven in verschillende branches is er ook een beweging op gang gekomen.
                     Honderden bedrijven hebben inmiddels rookvrij-borden aan hun gevels hangen wat aantoont
                     dat op de bedrijfsterreinen niet gerookt mag worden, dat er geen tabak wordt verkocht
                     en dat zij geen zakendoen met de tabaksindustrie. Grote bedrijven lopen al geruime
                     tijd voorop in deze beweging, zoals ABN AMRO, Peijnenburg, AFAS Software, RET, Menzis
                     en VGZ. Sinds dit jaar zijn ook KLM, PostNL, GVB, ING en KPN volledig rookvrij en
                     vele andere zijn bezig met rookvrij worden. In Eindhoven is inmiddels het eerste rookvrije
                     bedrijvenpark «Strijp-T» gerealiseerd. Strijp-T is 25 hectare groot en is, op uitzondering
                     van 3 rookplekken, volledig rookvrij inclusief de balkons en dakterrassen. Daarnaast
                     zijn er steeds meer partijen, zoals VanWonen, die aandacht hebben voor rookvrij wonen
                     en leven in gebiedsontwikkeling.
                  
Een rookvrije generatie betekent niet alleen dat geen enkele jongere nog rookt in
                  2040 maar ook dat dan maximaal 5% van de volwassenen rookt en 0% van de zwangere vrouwen.
                  Het terugdringen van roken is zeer urgent. We mogen niet blind zijn voor de verwoestende
                  effecten van roken. Roken zorgt in Nederland voor een verlies van 5 levensjaren onder
                  lichte rokers, 9 levensjaren onder matige rokers en 13 levensjaren onder zware rokers.4 In 2020 overleden in Nederland bijna achttienduizend mensen door roken.5 Bij ziekten als COPD, hart- en vaatziekten, longkanker en andere kankersoorten is
                  roken verantwoordelijk voor veel van de sterfgevallen. Iedere week raken meer dan
                  tweehonderd nieuwe kinderen verslaafd aan roken en als zij blijven roken6, is de kans meer dan 50% dat zij aan de gevolgen daarvan zullen komen te overlijden.7 Stoppen met roken verhoogt de levensverwachting, dus hoe eerder een roker stopt,
                  hoe beter.4 Het is daarom evident dat we rokers helpen met stoppen en dat we moeten voorkomen
                  dat onze kinderen beginnen met roken. Dat vergt een niet-aflatende inzet.
               
Wereldwijd is tabak verantwoordelijk voor 8 miljoen doden per jaar.8 De WHO spreekt daarom van een tabaksepidemie. De tabaksepidemie in Nederland bereikte
                  zijn hoogtepunt eind jaren vijftig toen maar liefst 90% van de mannen en bijna 30%
                  van de vrouwen rookte.9 Hoewel het verband tussen roken en longkanker in Nederland al in 1948 voor het eerst
                  werd gelegd10 duurde het tot de jaren zestig dat de risico’s van roken breed bekend werden. In
                  1975 schreef de Gezondheidsraad dat een effectieve aanpak van roken een combinatie
                  zou moeten zijn van verschillende instrumenten en adviseerde een breed pakket aan
                  maatregelen. De eerste maatregel uit dit advies, het verbod op roken in openbare gebouwen,
                  werd in 1988 met de eerste Tabakswet ingevoerd.9
Naast dat roken veel gezondheidsschade en persoonlijk leed veroorzaakt leidt het ook
                  tot hoge maatschappelijke kosten. In 2016 hebben het RIVM, het Trimbos-instituut en
                  de Universiteit Maastricht de maatschappelijke kosten en baten van tabaksontmoedigingsbeleid
                  aan de hand van vijf scenario’s onderzocht. Alle onderzochte scenario’s resulteren
                  in een positief saldo.11 Het bleek dat een gecombineerde aanpak met een jaarlijkse accijnsverhoging van 5
                  of 10% samen met het door de WHO voorgestelde MPOWER-pakket dat bestaat uit rookverboden,
                  reclameverboden, hulp bij stoppen met roken en massamediale campagnes het effectiefst
                  te zijn.12 Deze combinatiescenario’s resulteerden in zowel baten voor de consumenten en werkgevers
                  als in de accijnsinkomsten voor de overheid.
               
Het aantal rokers is sinds de jaren zestig flink afgenomen tot 20,1% rokers in 2020.
                  In 2021 is die daling met 20,6% rokers echter gestagneerd.13 Op 19 mei jl. heb ik de laatste cijfers over roken onder zwangeren met u gedeeld.14 Het blijkt dat in 2021 7,7% van de vrouwen rookte tijdens de zwangerschap. In 2018
                  lag dit percentage op 7,4%. Ik vind het zorgelijk dat er de laatste jaren geen daling
                  heeft plaatsgevonden. Roken vóór, tijdens en na de zwangerschap vergroot de kans op
                  een miskraam, vroeggeboorte, aangeboren afwijkingen en luchtwegaandoeningen, maar
                  vergroot ook de kans dat het kind later zelf een roker wordt. Het RIVM heeft in 2018
                  berekend dat met de maatregelen uit het NPA de rookvrije generatie in 2040 niet gehaald
                  wordt. Het Trimbos-instituut geeft daarbij aan dat het voor een voortzetting van de
                  daling belangrijk is om effectieve maatregelen zoals accijnsverhogingen te blijven
                  nemen.15 Zoals aangegeven in mijn brief van 17 maart jl. zijn daarom aanvullende maatregelen
                  noodzakelijk.16 Met de voorliggende brief doe ik mijn toezegging af uit de brief van 17 maart jl.
                  om u een nadere uitwerking van het beoogde maatregelenpakket toe te sturen.
               
De partijen van de thematafel roken van het NPA pleiten voor het verder verhogen van
                  accijns, het verminderen van verkooppunten en het verbeteren van stoppen-met-roken-zorg.
                  Verder roepen de partijen op in te zetten op meerjarige massamediacampagnes, meer
                  rookvrije omgevingen, rookvrije locaties en organisaties, productregulering, en een
                  generatiegebonden verkoopverbod, dan wel het verhogen van de leeftijdsgrens. Ook roepen
                  ze op de rookvrije generatie te vervroegen naar 2035 en eveneens tussendoelstellingen
                  op te nemen. De partijen benadrukken het belang van aandacht voor roken onder mensen
                  met een lage sociaaleconomische status en de naleving van artikel 5.3 van het WHO
                  Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) om zo beïnvloeding van het beleid door
                  de tabaksindustrie te voorkomen. Tot slot benadrukken partijen dat er geen differentiatie
                  moet zijn in de aanpak van tabak en de aanpak van alternatieve producten, zoals e-sigaretten
                  en nicotinezakjes.
               
Om de rookvrije generatie in 2040 te bereiken richten de acties van het kabinet zich
                  in deze periode vooral op a) een rook- en nicotinevrije omgeving voor kinderen en
                  jongeren, b) prijsprikkels voor een rookvrije generatie en c) ondersteuning bij stoppen
                  met roken.
               
A) EEN ROOK- EN NICOTINEVRIJE KINDOMGEVING
Kinderen moeten kunnen opgroeien in een omgeving waar niet gerookt wordt en waar tabaksproducten
                  volledig afwezig zijn. Op deze manier worden kinderen tegen tabaksrook en de verleiding
                  om te gaan roken beschermd. Bovendien versterkt het de norm dat roken niet normaal
                  is en dat tabaksproducten geen normale producten zijn. Het is belangrijk dat kinderen
                  evenmin in aanraking komen met e-sigaretten of andere nicotineproducten zoals nicotinezakjes.
                  Door deze producten te gebruiken kunnen kinderen ook aan nicotine verslaafd raken
                  en staan ze bovendien bloot aan veel andere schadelijke stoffen. Verder is er de zorg
                  dat jongeren door het gebruik van deze producten beginnen met roken van tabak. Het
                  kabinet zal daarom de volgende maatregelen die bijdragen aan een rookvrije omgeving
                  nemen.
               
Regulering van verkooppunten
Kinderen en jongeren worden nog te vaak blootgesteld aan tabak en aanverwante producten
                     (hierna: rookwaren): in supermarkten, bij pakketpunten en gemakszaken die naast frisdrank,
                     snoep en tijdschriften ook rookwaren verkopen. Vermindering van het aantal verkooppunten
                     is een belangrijke maatregel in het rookvrij maken van de kindomgeving. Wanneer rookwaren
                     alleen verkrijgbaar zijn in speciaalzaken waar slechts de volwassen roker komt, komen
                     jongeren minder snel in aanraking met rookwaren. Bovendien worden mensen die willen
                     stoppen met roken of al gestopt zijn minder vaak in de verleiding gebracht om toch
                     sigaretten te kopen. In 2020 heeft uw Kamer de motie van de leden Kuik (CDA) en Dik-Faber
                     (CU) aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 58, item 20) waarin opgeroepen wordt de afbouw te versnellen, zo nodig met wettelijke maatregelen.17 Ook is het verminderen van het aantal verkooppunten een belangrijk onderdeel van
                     het NPA. Om deze redenen zijn per 1 januari 2022 de tabaksautomaten in de horeca verboden.
                     Ook heeft het vorige kabinet besloten de online verkoop van tabak en aanverwante producten
                     in 2023 te verbieden. In 2024 volgt een verbod op de verkoop in supermarkten. Deze
                     regelgeving wordt op dit moment uitgewerkt, en uw Kamer zal deze AMvB op korte termijn
                     ontvangen in het kader van de voorhangprocedure. Verder heeft het vorige kabinet besloten
                     dat de verkoop vanaf 2030 gefaseerd zal worden afgebouwd bij achtereenvolgens tankstations
                     en gemakszaken, waarna de verkoop voorbehouden zal zijn aan tabaksspeciaalzaken.18
Een grote meerderheid van de Nederlanders is voor verdere beperking van het aantal
                     verkooppunten: 72% staat achter het beperken van de verkoop van tabaksproducten tot
                     alleen tabaksspeciaalzaken.19Uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek20 (hierna: SEO) blijkt dat het aantal verkooppunten na het verbod op de verkoop van
                     tabak in supermarkten zal afnemen van naar schatting 10.000 in 2022 naar 4400 in 2024.
                  
Partijen aan de thematafel roken van het NPA pleiten voor een verdere vermindering
                     van het aantal verkooppunten van rookwaren, omdat er nog steeds een groot aantal verkooppunten
                     bestaat waar ook kinderen en stoppers komen die helemaal niet op zoek zijn naar rookwaren.
                     Het kabinet is daarom voornemens het aantal verkooppunten verder af te bouwen. Vanaf
                     2030 zal de verkoop van rookwaren voorbehouden zijn aan gemakszaken en speciaalzaken.
                     Daaropvolgend worden rookwaren met ingang van 2032 alleen nog verkocht in speciaalzaken.
                     Het beperken van de verkoop van rookwaren tot alleen gemakszaken en speciaalzaken
                     in 2030 is een ingrijpende wijziging van de marktsituatie, vergelijkbaar met het effect
                     van het verbod op de verkoop in supermarkten dat in 2024 in werking zal treden. Gezien
                     dit effect is ervoor gekozen ondernemers twee jaar de tijd te geven zich voor te bereiden
                     op de situatie in 2032 waarbij de verkoop van rookwaren voorbehouden zal zijn aan
                     speciaalzaken.
                  
Voorts wil het kabinet per 2024 een registratieplicht invoeren voor verkooppunten
                  van rookwaren. Met een registratieplicht kan het aantal verkooppunten goed gemonitord
                  worden en zal de handhaving vergemakkelijkt worden omdat de toezichthouder een completer
                  beeld heeft van de verkooppunten. Uit het onderzoek van SEO valt af te leiden dat
                  Nederland uiteindelijk ca. 1500 speciaalzaken overhoudt die zich vrijwel exclusief
                  richten op de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten. Het onderzoeksbureau
                  gaat ervan uit dat bij elke 10 procent vermindering van het aantal verkooppunten het
                  aantal rokers met 0,5 tot één procent afneemt. Volgens SEO zal de voorgenomen beperking
                  van de verkooppunten er in 2031 voor zorgen dat het aantal rokers met 110.000 tot
                  120.000 zal afnemen, wat vervolgens leidt tot een gezondheidswinst van 440.000 tot
                  480.000 levensjaren in goede gezondheid.
               
E-sigaretten en nieuwe nicotineproducten
In de media verschijnen de afgelopen maanden steeds vaker berichten over de toegenomen
                     populariteit van e-sigaretten (vapes) onder jongeren. Ook vanuit het onderwijsveld
                     bereiken mij deze signalen. Ik vind dit zeer zorgwekkend. Het kabinet wil het gebruik
                     van de e-sigaret onder jongeren tegengaan omdat deze producten schadelijk en verslavend
                     zijn. Bovendien zijn er aanwijzingen dat het gebruik van de e-sigaret een opstap kan
                     zijn naar het roken van tabak.21 In 2021 gaf 14% van de jongeren van 12 t/m 16 jaar aan dat zij wel eens een elektronische
                     sigaret hadden gebruikt. Hoewel dit een daling is ten opzichte van 2019 (25%) geeft
                     het Trimbos aan dat dit verschil lastig te duiden is omdat de vraagstelling uitging
                     van een elektronische sigaret en het gebruik van de populaire «vapes» mogelijk door
                     jongeren niet wordt gezien als e-sigaret.22
Voor het kabinet betekent een rookvrije generatie ook een dampvrije generatie. Daarom
                     zet het kabinet in op het verminderen van de aantrekkelijkheid en beschikbaarheid
                     van e-sigaretten, met name voor jongeren. Hiervoor worden verschillende maatregelen
                     genomen. De verkoop van elektronische rookwaar zal met ingang van 2025 alleen nog
                     kunnen plaatsvinden in speciaalzaken. Dit kunnen speciaalzaken voor e-sigaretten zijn
                     maar ook tabaksspeciaalzaken die meerdere typen rookwaren verkopen. Ook heeft het
                     vorige kabinet besloten smaakjes anders dan tabakssmaak voor e-sigaretten te verbieden.23 Op 1 januari 2023 treedt in dit kader regelgeving met daarin een limitatieve lijst
                     met toegestane smaakbepalende additieven voor elektronische dampwaar in werking. Daarnaast
                     is in het NPA afgesproken om de aantrekkelijkheid van de e-sigaret te verminderen
                     door neutrale verpakkingen voor de e-sigaret in te voeren. Het kabinet is voornemens
                     de AMvB hierover op korte termijn aan uw Kamer te sturen in het kader van de voorhangprocedure.
                     Met deze AMvB worden ook neutrale verpakkingen voor sigaren ingevoerd. In de Verenigde
                     Staten zijn sigaren populairder onder highschoolstudenten dan sigaretten 24 en we willen voorkomen dat hetzelfde in Nederland gebeurt.
                  
De tabaksindustrie lanceert voortdurend nieuwe tabaksproducten en nicotineproducten
                  zonder tabak (hierna: NZT). Jongeren komen zo makkelijker in aanraking met nicotine.
                  De nicotine is op zichzelf al erg schadelijk en er is zorg dat het ook de drempel
                  voor verslaving aan andere nicotinehoudende middelen zoals sigaretten verlaagt. Doel
                  van het stellen van regels aan deze producten is te voorkomen dat kinderen verslaafd
                  raken aan nicotine en hen te beschermen tegen de verleiding te gaan roken en de blootstelling
                  aan rook. Door regels voor tabaksproducten en nicotineproducten gelijk te trekken,
                  wordt het moeilijker voor de industrie om een specifieke groep producten populair
                  te maken. Het kabinet is daarom voornemens NZT die oraal worden gebruikt, zoals nicotinezakjes,
                  te verbieden in lijn met het verbod op tabak voor oraal gebruik (snus). Nicotinezakjes
                  zijn kleine zakjes met een nicotinehoudend poeder die onder de bovenlip worden geplaatst
                  waardoor het gebruik onzichtbaar is. Het RIVM heeft vastgesteld dat nicotinezakjes
                  schadelijke hoeveelheden nicotine bevatten. Bovendien zijn ze in veel smaken beschikbaar
                  wat ze aantrekkelijk kan maken voor jongeren.25 NZT die niet oraal worden gebruikt, zullen worden gereguleerd met onder andere een
                  leeftijdsgrens en het reclameverbod. In het najaar vindt de internetconsultatie van
                  het conceptwetsvoorstel plaats. Hiermee wordt de motie van het lid Kuik c.s. van 28 juni
                  202126 afgedaan waarin de regering wordt opgeroepen nicotinezakjes zonder tabak onder de
                  Tabaks- en rookwarenwet te brengen. De NVWA, in overeenstemming met de motie, gebruikt
                  tot die tijd de Warenwet om nicotinezakjes met onveilige hoeveelheden nicotine van
                  de markt te weren. Naar aanleiding van signalen van ouders en scholen dat nicotinezakjes
                  en e-sigaretten snel populairder worden onder jongeren zal tevens gericht communicatie
                  plaatsvinden op dit punt.
               
Generatiegebonden verkoopverbod en leeftijdsgrens
Tijdens het Commissiedebat over medische preventie, verslavingszorg en drugspreventie
                  op 7 juni jl. (Kamerstukken 32 793 en 24 077, nr. 612) heb ik toegezegd te reflecteren op een generatiegebonden verkoopverbod. Met die
                  maatregel wordt ingezet op een rookvrije generatie door de verkoop van rookwaren te
                  verbieden aan mensen die geboren zijn na een bepaald jaar. Rokers van eerdere jaargangen
                  kunnen wel rookwaren blijven kopen. Uiteindelijk zullen er geen mensen meer zijn die
                  rookwaren mogen kopen. Deze optie heeft internationaal veel aandacht gekregen omdat
                  de overheid van Nieuw-Zeeland overweegt de maatregel in te voeren als onderdeel van
                  een breed pakket tabaksontmoedigingsmaatregelen om het land in 2025 rookvrij te maken.
                  Maatschappelijke partijen pleiten ervoor om in Nederland wettelijk vast te leggen
                  dat kinderen geboren vanaf 2017 nooit meer sigaretten kunnen kopen. Vanaf 2035, als
                  deze kinderen 18 worden, wordt dan de minimumleeftijd voor tabaksverkoop elk jaar
                  met één jaar verhoogd.27 Ik vind dit een interessante insteek en ik neem het initiatief om met buurlanden
                  hierover in gesprek te gaan. Omdat het overgrote deel van de rokers begint met roken
                  voor hun 21e, kan een verdere verhoging van de leeftijdsgrens op relatief korte termijn veel rokers
                  voorkomen. Met de huidige leeftijdsgrens van 18 jaar krijgen jongeren van 16 en 17
                  jaar rookwaren vooral van iets oudere vrienden.28 Het verhogen van de leeftijdsgrens zal effectief zijn in het bestrijden van het roken
                  onder jongeren onder de 18, omdat deze jongeren dan minder makkelijk rookwaren kunnen
                  krijgen in hun sociale groep.29 Een eventuele verhoging van de leeftijdsgrens kost echter tijd, in de voorbereiding
                  en om het maatschappelijke draagvlak te maximaliseren. Een invoering van een leeftijdsgrens
                  van 21 jaar wordt daarom de komende jaren verder onderzocht, maar zal niet aan de
                  orde zijn vóór 2026. In dit onderzoek wordt, naast de effectiviteit van de maatregel,
                  de haalbaarheid en de uitvoerbaarheid onderzocht.
               
Inzet partijen op rookvrije omgevingen
De VNG ondersteunt gemeenten om rookvrij beleid te formuleren en stimuleert gemeenten
                     om de rookvrije woonomgeving mee te nemen in lokale preventieakkoorden samen met de
                     aanpak van de groene gezonde leefomgeving. Tevens stelt de VNG een handreiking op
                     voor gemeenten hoe zij sportverenigingen kunnen ondersteunen bij het rookvrij maken
                     van de verenigingen en de diverse sportomgevingen. De onderwijsraden (PO, VO en MBO)
                     informeren en stimuleren de scholen over deelname aan o.a. het landelijk programma
                     Gezonde School dat als missie heeft een gezonde leefstijl in het DNA van elke school
                     te krijgen. Het NPA spreekt de ambitie uit om in 2025 alle sportverenigingen en sportevenementen
                     rookvrij te maken. Er zijn nu al ruim 2000 sportclubs geregistreerd rookvrij en sportbonden
                     zijn steeds actiever in het streven om hun sport rookvrij te krijgen. NOC*NSF is dit
                     jaar begonnen met een grote Rookvrije Sport-campagne om zoveel mogelijk clubs te motiveren
                     om mee te doen aan de rookvrije sportomgeving.
                  
Kinderboerderijen Actief brengt in beeld hoe de beherende organisaties van 60 nog
                     niet rookvrije kinderboerderijen het beste geholpen kunnen worden om de stap naar
                     rookvrij te maken. De branchevereniging voor speeltuinen, stads- en kinderboerderijen
                     en kindervakantieorganisaties, LOS30, zal leden bijstaan met communicatie, coaching en monitoring om een rookvrije speelomgeving
                     structureel op te nemen in hun beleid. Het rookvrij maken van buitenruimtes bij kinderdagverblijven
                     is nagenoeg afgerond. De komende jaren zet de Belangenvereniging van Ouders in de
                     Kinderopvang (BOinK) in op het wegnemen van de risico’s van derdehands rook in de
                     kinderopvang.
                  
Rookvrije (kind)omgevingen
Zoals ik al schreef zijn rookvrije omgevingen een maatschappelijke beweging geworden.
                     Maatschappelijke partijen zijn heel actief om kinderen te beschermen tegen rook. Uit
                     de vorige paragraaf blijkt dat we over de hele linie belangrijke stappen hebben gezet
                     en zetten. Het is dan ook niet meer uit te leggen dat kinderen op sommige plekken
                     niet die bescherming tegen rook krijgen. Het is daarom tijd om met wetgeving dit voor
                     iedereen gelijk te trekken. Dit wordt ook breed gedragen in de maatschappij. In 2022
                     vond 80% van de Nederlanders het (heel) goed als er in de toekomst op steeds minder
                     plekken gerookt mag worden.31Daarom is het kabinet voornemens het rookverbod per 2025 uit te breiden met plekken
                     waar veel kinderen komen, zoals speeltuinen en sportparken. Met een aantal branches
                     intensiveren we de gesprekken. Zoals ik op 8 juli jl. met u heb gedeeld zal Koninklijke
                     Horeca Nederland het communicatietraject naar haar leden over rookvrije terrassen
                     voortzetten en goede voorbeelden daarbij delen.32 De voortgang zal worden gemonitord en met uw Kamer worden gedeeld. Dierentuinen en
                     attractieparken geven aan in 2030 rookvrij te willen zijn. Zij zetten zich de afgelopen
                     jaren daar al voor in en zullen in de komende jaren zichtbare stappen zetten om daar
                     te komen.
                  
B) PRIJSPRIKKELS VOOR EEN GEZONDE GENERATIE
In de wetenschappelijke literatuur wordt het regelmatig en substantieel verhogen van
                  de accijns op tabak gezien als de meest effectieve manier om roken terug te dringen.
                  Al in 1999 schreef de Wereldbank dat het verhogen van accijns op tabak de meest effectieve
                  maatregel is die overheden kunnen nemen om gezondheidsschade door roken te verminderen33. Accijns is een veelgebruikte economische maatregel van overheden om in te grijpen
                  als de markteconomie faalt in het beperken van negatieve gezondheidsgevolgen en financiële
                  impact van tabaksgebruik. Dit geldt bijvoorbeeld als de consument zich onvoldoende
                  bewust is van de schadelijke gevolgen van roken voor zichzelf en (de mensen in) zijn
                  omgeving, of van de verslavende eigenschappen van tabak.34 Het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) Gezonde leefstijl uit 201635 geeft aan dat in algemene zin regulering en accijnzen/verbruiksbelastingen de meest
                  effectieve instrumenten voor het bevorderen van de volksgezondheid zijn. Hogere prijzen
                  door accijnsheffing blijken effectiever voor gedragsverandering en het verbeteren
                  van de gezondheid van jeugd en groepen met een lage sociaaleconomische status (SES),
                  dan voor andere groepen binnen de samenleving, omdat deze groepen prijsgevoeliger
                  zijn. In ons land is er veel draagvlak voor deze maatregel: 80% van de Nederlanders
                  vindt het voorkomen dat jongeren beginnen met roken een goede reden om de accijns
                  te verhogen.36
Het kabinet zal zoals afgesproken in het coalitieakkoord de tabaksaccijns verhogen
                     in 2023 en in 2024 zodat een pakje van 20 sigaretten 10 euro gaat kosten. Het Trimbos-instituut
                     adviseert dat in Nederland ieder jaar de tabaksaccijns verhoogd wordt met minimaal
                     10%. Uit de literatuur blijkt namelijk dat substantiële en regelmatige accijnsverhogingen
                     van belang zijn. De Werkgroep IBO
                  
Gezonde leefstijl gaf in 2016 aan dat verhogingen van minstens 10% worden geadviseerd.
                     De Wereldbank adviseert eveneens niet terughoudend te zijn met grote accijnsheffingen
                     op tabaksproducten en raadt daarbij aan «Go big, go fast».37 Ook na 2024 is een jaarlijkse substantiële prijsprikkel belangrijk om rokers te blijven
                     stimuleren te stoppen met roken. Het kabinet zal daarom scenario’s onderzoeken hoe
                     deze prijsmaatregel na 2024 voor de langere termijn het beste kan worden ingezet om
                     de rookvrije generatie in 2040 te bereiken. De volgende scenario’s worden onderzocht:
                     geen verdere verhoging, jaarlijkse verhoging met de consumentenprijsindex, jaarlijkse
                     verhoging met 10%, jaarlijkse verhoging met 1 euro. Tevens wordt onderzocht hoe met
                     een prijsmaatregel voorkomen kan worden dat rokers overstappen op goedkopere rookwaren
                     zoals rooktabak, verhitte tabaksproducten of kleine sigaartjes (cigarillo’s). Het
                     onderzoek zal naar verwachting volgend jaar zijn afgerond en ik zal de rapportage
                     met uw Kamer delen.
                  
Accijnsverhogingen en daarmee gepaard gaande prijsverhogingen kunnen leiden tot ongewenste
                     neveneffecten zoals het hierboven genoemde substitutiegedrag maar ook tot meer aankopen
                     over de grens en illegale handel. Het rapport «Prijsgevoeligheid van rokers» van het
                     RIVM38 laat zien dat Nederlandse rokers voor de accijnsverhoging van 1 april 2020 af en
                     toe rookwaren in het buitenland halen. Rokers gaven aan dit niet veel meer, of vaker
                     te hebben gedaan na de accijnsverhoging van 1 euro in april 2020. Het rapport geeft
                     aan dat dat 11% van de rokers is gestopt, 25% minder is gaan roken, 8% is overgestapt
                     op een goedkoper product en dat 4 procent rookwaren vaker in het buitenland kocht.
                     Het RIVM concludeert dat er geen grote toename van grenseffecten door de accijnsverhoging
                     heeft plaatsgevonden en denkt dat het niet erg waarschijnlijk is dat een groot deel
                     van de Nederlandse rokers bij verdere prijsstijgingen vaker naar het buitenland zal
                     reizen om daar zijn rookwaren te kopen. Ook het Empty Pack Survey39 dat op 10 mei 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd geeft geen aanleiding een grote
                     verschuiving naar het buitenland te verwachten.
                  
Beide onderzoeken zijn echter wel met onzekerheden omgeven vanwege de samenloop met
                     de tijdelijke, beperkende COVID-19 maatregelen. Onderzoek van Ecorys uit 2018 toont
                     aan dat ook als met deze grenseffecten rekening wordt gehouden, het verhogen van de
                     tabaksaccijns tot positieve effecten leidt voor zowel de volksgezondheid als de inkomsten
                     van de overheid.40 Dit is in lijn met de bevindingen uit de MKBA tabaksontmoediging41 waarin scenario’s voor een rookvrije samenleving zijn doorgerekend.
                  
Hoewel er een verband is tussen prijs en illegale handel, blijkt dat andere factoren
                  zoals handhaving en sancties een minstens zo grote rol spelen42.
               
Diverse landen hebben laten zien dat het goed mogelijk is om tegelijkertijd de accijns
                  substantieel te verhogen én de omvang van illegale tabak terug te dringen43. Nederland heeft Europese regels ingevoerd om illegale handel in tabaksproducten
                  tegen te gaan die in 2020 in werking zijn getreden. Tabaksproducten moeten getraceerd
                  worden door de hele keten. De verplichting is van toepassing op alle in de Europese
                  Unie (EU) geproduceerde tabaksproducten en op producten van buiten de EU die voor
                  de Europese markt bestemd zijn. In alle EU-lidstaten is een veiligheidskenmerk verplicht
                  gesteld om de authenticiteit van de tabaksproducten beter te kunnen controleren en
                  de strijd tegen de illegale handel in tabaksproducten in de EU te intensiveren. In
                  Nederland is gekozen om het accijnszegel aan te wijzen als veiligheidskenmerk. Voordeel
                  hiervan is dat het hierbij gaat om bewezen technologie (het accijnszegel is zeer goed
                  beveiligd) en dat er optimaal gebruik wordt gemaakt van de ervaring van de Douane
                  in het bestaande toezicht op het gebruik van de accijnszegel. Tot slot heeft Nederland
                  oktober 2020 het protocol tegen illegale tabakshandel bij het WHO-Kaderverdrag inzake
                  tabaksontmoediging (FCTC) geratificeerd. Het protocol schrijft uiteenlopende maatregelen
                  voor waarmee illegale handel wordt tegengegaan zoals een verplichting om verdachte
                  transacties te melden, controlemaatregelen op de doorvoer van tabaksproducten en internationale
                  samenwerking. Dit is aanvullend op het reeds bestaande toezicht op illegale handel
                  in tabaksproducten door Douane en de FIOD.
               
Het kabinet vindt het belangrijk scherp te blijven op mogelijke onwenselijke neveneffecten
                  van accijnsverhogingen en zal daartoe monitoren of grenseffecten het beleid rondom
                  tabaksaccijns ondermijnen. Daarom zullen ook in de komende jaren in ieder geval Empty
                  Pack Surveys gedaan worden, zoals aangekondigd in de brief over het monitoren van
                  grenseffecten.44 Ook zal vergelijkbaar onderzoek als het RIVM heeft uitgevoerd worden herhaald. In
                  deze kabinetsperiode wordt tevens de Europese tabaksaccijnsrichtlijn herzien. Vanuit
                  Nederland wordt hierbij onder andere ingezet op het verhogen van het minimumaccijnsniveau
                  op tabaksproducten. Eind 2022 wordt het voorstel van de Europese Commissie verwacht.
               
C) STOPPEN-MET-ROKENZORG
Zo’n 80% van de rokers wil stoppen met roken. Roken is helaas een hardnekkige verslaving,
                  de meeste rokers hebben daardoor meerdere pogingen nodig voordat het hen lukt definitief
                  te stoppen. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk rokers een serieuze stoppoging kunnen
                  doen en met het gebruik van de juiste hulpmiddelen is de kans op succes nog groter.
                  In het NPA is daarom afgesproken dat de eerstelijns stoppen-met-rokenprogramma’s volledig
                  vergoed worden vanuit de basisverzekering, en er geen eigen risico in rekening wordt
                  gebracht. Vanaf 1 januari 2020 is dit van kracht geworden. Het is goed dat veel rokers
                  hiermee laagdrempelige hulp kunnen krijgen bij het stoppen. Toch stagneert het percentage
                  rokers dat een serieuze stoppoging doet de laatste jaren. Volgens de meest recente
                  cijfers is het percentage in 2021 met 30,9% lager dan de voorgaande jaren.45 Alle reden dus om die 80% rokers die graag wil stoppen een duwtje in de rug te geven
                  om een serieuze stoppoging te doen.
               
Dit jaar wordt, ondersteund door het Ministerie van VWS, vanuit het zorgveld, de Taskforce
                  Stoppen met Roken opgericht. Hierbij is een breed zorgveld aangesloten, van medisch
                  specialisten en verpleegkundigen tot bedrijfsartsen en huisartsen. Deze taskforce
                  gaat aan de slag om meer rokers te motiveren een stoppoging te doen. Bijvoorbeeld
                  door zorgverleners te helpen om het gesprek hierover aan te gaan en hen ook handelingsperspectief
                  te geven hoe zij een gemotiveerde stopper goed kunnen doorverwijzen. Belangrijk daarbij
                  is hoe stoppers ondersteund kunnen worden gedurende het hele proces en niet slechts
                  bij een enkele poging. Daarnaast werken het kennisinstituut Pharos en GGD GHOR Nederland
                  samen met de andere leden van de coalitie Iedereen Rookvrij aan plannen voor een lokale
                  aanpak voor stoppen met roken op wijkniveau. Er is daarbij specifiek aandacht voor
                  de doelgroep lage SES en het terugdringen van gezondheidsverschillen, waarvan we weten
                  dat het aanbod in de wijk voor hen essentieel kan zijn om tot een succesvolle stoppoging
                  te komen. Veldpartijen gaan samen met het Trimbos-instituut aan de slag met een herziening
                  van de Multidisciplinaire richtlijn behandeling tabaksverslaving en stoppen-met-roken-ondersteuning.
                  Deze richtlijn zet op een rij welke evidence based interventies kunnen worden toegepast
                  bij tabaksverslaving. Tevens wordt de Zorgstandaard stoppen met roken geüpdatet. De
                  Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) ontwikkelt
                  in dit kader een modulaire richtlijn «stoppen met roken» voor de medisch specialistische
                  zorg in ziekenhuizen.
               
In Nederland ontbreekt specialistische stoppen-met-rokenzorg voor zwaarverslaafde
                  rokers. Het ligt voor de hand dat verslavingszorg deze zorg kan bieden, maar het is
                  onbekend hoe gespecialiseerde behandelprogramma’s eruit moeten zien en wat de effectiviteit
                  en kosten van dergelijke behandelprogramma’s zijn. In 2021 is er een experiment gestart
                  vanuit Verslavingskunde Noord Nederland samen met Menzis en vier ziekenhuizen om inzicht
                  te krijgen hoe een intensievere stoppen-met-rokenzorg te organiseren is. Het experiment
                  wordt mede ondersteund door het Ministerie van VWS en loopt gedurende drie jaar.
               
Taskforce rookvrije start
In het NPA is als doel gesteld dat in 2040 geen enkele zwangere nog rookt. Zoals de
                  laatste cijfers laten zien moeten er nog flinke stappen worden gezet om ongeboren
                  en jonge kinderen te beschermen tegen de schadelijke effecten van tabaksrook. Niet
                  alleen is het van belang dat er tijdens de zwangerschap niet wordt gerookt door ouders,
                  maar ook dat partners stoppen en dat er na de bevalling geen sprake is van terugval.
                  Uit de monitor bleek dat in 2021 35% van de vrouwen die tijdens de zwangerschap is
                  gestopt met roken terugvalt na de zwangerschap. Op 19 mei jl. heb ik uw Kamer een
                  infographic van het Trimbos-instituut over derdehands rook toegestuurd.46 Derdehands rook zijn rookdeeltjes die tijdens en na het roken op bijvoorbeeld je
                  handen, kleren of oppervlaktes terechtkomen en op een later moment weer opgenomen
                  worden. Derdehands rook krijg je binnen door het in te ademen, via aanraking of door
                  het in de mond stoppen van spullen waarop de deeltjes zijn terechtgekomen. Volgens
                  het Trimbos instituut lopen baby’s en kleine kinderen een groter risico derdehands
                  rook binnen te krijgen dan volwassenen. Kinderen kruipen namelijk rond, zitten meer
                  binnen, raken vaker dingen aan en stoppen vaker dingen in hun mond. Veel ouders doen
                  erg hun best door niet in het bijzijn van hun kinderen te roken. De informatie over
                  derdehands rook laat echter zien dat alleen stoppen met roken ervoor zorgt dat kinderen
                  niet worden blootgesteld aan de schadelijke stoffen in tabaksrook. Een kansrijke start
                  is ook een rookvrije start en dus is het rookvrij opgroeien een belangrijke verbinding
                  met het programma Kansrijke Start.
               
In 2016 is Taskforce Rookvrije Start opgericht. Dit is een samenwerking van beroepsgroepen
                  die werkzaam zijn in de geboortezorg, jeugdgezondheidszorg en stoppen-met-roken-zorg.
                  De Taskforce richt zich op ongeboren en opgroeiende kinderen en (aanstaande) ouders.
                  Het hoofddoel is dat (aanstaande) ouders stoppen met roken en rookvrij blijven na
                  de bevalling. De Taskforce zet zich in om stoppen met roken binnen en buiten de beroepsgroepen
                  te stimuleren. Ook ondersteunt de Taskforce verloskundige samenwerkingsverbanden en
                  de Jeugdgezondheidszorg bij het ontwikkelen van stoppen-met-roken-beleid. Verder werkt
                  de Taskforce aan de ontwikkeling en implementatie van lokale zorgpaden «stoppen met
                  roken». In een zorgpad is vastgelegd hoe de optimale zorg voor de patiënt bereikt
                  kan worden en welke zorgverleners daarvoor verantwoordelijk zijn. Om ervoor te zorgen
                  dat meer zorgverleners vaker en effectiever een stopadvies geven aan zwangeren en
                  jonge ouders heb ik besloten de financiële bijdrage aan de Taskforce te intensiveren.
                  Met deze intensivering gaat de Taskforce onder andere aan de slag met stoppen met
                  roken in de preconceptionele fase, omdat dit invloed heeft op de vruchtbaarheid en
                  de ontwikkeling van het kind. Daarnaast wordt specifiek ingezet op kwetsbare ouders,
                  waarbij sprake is van multi-problematiek. In samenwerking met de doelgroep wil de
                  Taskforce een strategie ontwikkelen om het bestaande aanbod beter op deze doelgroep
                  aan te laten sluiten. Naast deze specifieke aandachtspunten gaat de Taskforce de komende
                  jaren verder met het trainen en ondersteunen van zorgverleners om het stoppen met
                  roken bespreekbaar te maken.
               
Campagnes
Campagnes kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het tabaksontmoedigingsbeleid.
                  Dit concludeert het Trimbos-instituut op basis van verschillende wetenschappelijke
                  onderzoeken naar de effecten van massamediacampagnes in binnen- en buitenland op het
                  thema stoppen met roken. Zo zorgt Stoptober, de jaarlijkse stoppen-met-rokencampagne
                  die wordt gefinancierd door VWS en de Gezondheidsfondsen voor rookvrij (GvRV), ervoor
                  dat na drie maanden de helft, en na een jaar ongeveer een kwart van de deelnemers
                  blijvend is gestopt met roken. Deelnemers worden dagelijks ondersteund via de Stoptober-app,
                  website en social media. Vanuit het NPA is in 2020 de campagne PUUR Rookvrij gestart.
                  Deze campagne wil rokers aanzetten tot een serieuze stoppoging, net zo lang tot ze
                  definitief gestopt zijn. De campagne focust op de positieve kanten van stoppen met
                  roken en laat rokers nadenken over hun leven als niet-roker. Na twee algemene deelcampagnes,
                  loopt op dit moment een deelcampagne gericht op rokende ouders met jonge kinderen.
                  Hierin is aandacht voor hulp bij stoppen met roken en worden ouders gewezen op de
                  gevaren van derdehands rook. Voor deze campagne wordt een evaluatie uitgevoerd naar
                  de effecten van de campagne, om te bepalen of de gekozen koers de juiste is of dat
                  deze moet worden bijgesteld om nog meer rokers een stoppoging te laten ondernemen.
                  Ook zal gekeken worden of gerichter op groepen zoals jongeren moet worden gecommuniceerd.
                  Ook voor Stoptober start een evaluatieonderzoek. Deelnemers worden gevolgd voorafgaand,
                  direct na de 28 dagen stoppen, na drie maanden en na een jaar. Dit is een herhaling
                  van het onderzoek uit 2016. Op basis van deze evaluaties zal ik de verdere inzet op
                  massamediale campagnes bepalen.
               
Rookvrije organisaties
Partijen die zich aan dit thema hebben gecommitteerd zoals Topsectoren, GGD-GHOR,
                  de GvRV, de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde bedrijfsartsen
                  (NVAB) zetten hun acties voort. GvRV blijft de komende periode bedrijven aanjagen
                  rookvrije stappen te zetten. Dit gaat niet alleen over het bieden van ondersteuning
                  aan medewerkers bij het stoppen met roken, maar ook over geen zakendoen met de tabaksindustrie,
                  niet investeren in de tabaksindustrie en een volledig rookvrij beleid voeren (binnen
                  én buiten). In 2022 voert de GvRV een campagne waarin bedrijven opgeroepen worden
                  om rookvrij te worden. De NVAB is in 2022 gestart met een meerjarig project om dubbele
                  belasting door roken en blootstelling aan gevaarlijke stoffen aan te pakken. De NVAB
                  ontwikkelt in co-creatie met branches, bedrijfsartsen en andere arboprofessionals
                  een aanpak voor drie bedrijfstakken om gezamenlijk deze dubbele belasting te helpen
                  verminderen. In 2025 hebben ten minste 10 bedrijven in deze drie bedrijfstakken daarmee
                  een concreet programma doorlopen om dubbele belasting tegen te gaan.
               
Rookvrije Zorg
In de zorg zijn de gevolgen van roken misschien nog wel het meest zichtbaar, roken
                  en goede zorgverlening gaan dan ook eigenlijk niet goed samen. In eerste instantie
                  hebben de verslavingszorg, (academische) ziekenhuizen en GGZ-instellingen het voortouw
                  genomen om de zorg in 2030 geheel rookvrij te maken. Meer organisaties zijn actief
                  aangesloten om deze doelstelling te behalen, dit jaar hebben de brancheorganisaties
                  voor de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg zich ook aan de doelstelling verbonden.
                  Met ondersteuning worden de instellingen geholpen om de belangrijke beweging naar
                  rookvrij te maken in beleid, communicatie en terrein. Voor de reeds aangesloten zorgkoepels
                  blijft aandacht nodig om de geboekte vooruitgang te behouden en de laatste stappen
                  te kunnen zetten. Daarnaast ben ik in gesprek met Jeugdzorg Nederland over het rookvrij
                  worden en het aansluiten bij de ambities van de Rookvrije Zorg.
               
TEN SLOTTE
Het kabinet zal een lijst van toxische additieven in tabaksproducten en e-sigaretten
                  vaststellen. De lijst is een uitwerking van een algemeen verbod in de wet op additieven
                  met bepaalde toxische eigenschappen en additieven die de inhalatie faciliteren, de
                  nicotineopname stimuleren of de verslavende werking verhogen. Daarbij zal ook wettelijk
                  vastgelegd worden dat het gebruik van menthol niet is toegestaan omdat het de inhalatie
                  faciliteert. Hiermee wordt tevens de toezegging over de inhalatiefacilitatie van menthol
                  afgedaan die is gedaan bij de wetsbehandeling op 28 juni 2021 (Kamerstuk 35 504, nr. 15) van de wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet om het reclameverbod aan te scherpen
                  (Kamerstuk 35 504). Met het vaststellen van deze lijst wil ik voorkomen dat de industrie tabaksproducten
                  aantrekkelijker maakt door stoffen aan de sigaret toe te voegen die het roken makkelijker
                  of verslavender maken. Verder is het kabinet voornemens bepaalde tabaksaccessoires
                  te reguleren onder de Tabaks- en rookwarenwet. Het RIVM adviseert in zijn recente
                  rapport over tabaksaccessoires zoals sprays, inlegkaartjes en opzetfilters om de bekendheid
                  en de verkoop van deze producten te verminderen.47 Het kabinet wil daarom een totaalverbod invoeren op accessoires die smaak toevoegen
                  aan tabak en accessoires met gezondheidsclaims. Daarnaast worden tabaksaccessoires
                  gereguleerd die niet specifiek zijn gericht op het aantrekkelijker maken van roken,
                  zoals vloeipapier of sigarettenhulzen. Deze producten vallen daarmee onder andere
                  onder het reclameverbod en het uitstalverbod en mogen dan slechts in bepaalde verkooppunten
                  verkocht worden.
               
Tijdens het plenaire debat over de maatregelen uit het NPA op 3 september 2019 (Handelingen
                  II 2018/19, nr. 103, item 9) heeft mijn voorganger de Kamer toegezegd met de NVWA in gesprek te treden over notoire
                  overtreders van het rookverbod en te bekijken of een verhoging van de boetes bij kan
                  dragen aan dit probleem. Dit heeft mede geleid tot een bredere analyse van het sanctioneringsbeleid.
                  Om herhaling van overtredingen te voorkomen is het kabinet voornemens de bevoegdheid
                  tot het opleggen van een last onder bestuursdwang uit te breiden naar alle overtredingen
                  in de Tabaks- en rookwarenwet. Verder is het kabinet voornemens het boeteplafond voor
                  alle overtredingen te verhogen. Dit op basis van advies van de NVWA, omdat het boeteplafond
                  met name bij overtredingen van het rookverbod niet meer toereikend is. De beoogde
                  inwerkingtreding van dit wetsvoorstel is 2024.
               
Tot slot is het kabinet net als de partijen van de thematafel roken van mening dat
                  beïnvloeding van het beleid door de tabaksindustrie moet worden voorkomen. VWS zal
                  een brief aan gemeentes en andere overheden sturen om hen te herinneren aan artikel
                  5.3 van het FCTC. Contact met de tabaksindustrie mag alleen plaatsvinden als het gaat
                  over uitvoeringstechnische kwesties die voortkomen uit vastgesteld beleid. De wijze
                  van omgang met de tabaksindustrie wordt als bijlage met de brief meegestuurd.
               
Het is belangrijk dat ook de komende jaren overheid en maatschappij gezamenlijk blijven
                  optrekken om roken zo snel mogelijk terug te dringen. Zodat kinderen die nu opgroeien
                  deel zullen uitmaken van die rookvrije generatie.
               
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  M. van Ooijen
Indieners
- 
              
                  Indiener
 M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
