Brief regering : Kaderbrief Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunende Activiteiten 2013 (SLOA 2013) internationalisering 2023-2024
36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Nr. 58
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2022
Op grond van de Wet Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunende Activiteiten 2013
(Wet SLOA2013)1 wordt eenmaal per twee jaar een Kaderbrief SLOA internationalisering bekendgemaakt.
Hierin worden de kaders gegeven voor de invulling van de wettelijke taken die de Stichting
Nuffic heeft op grond van de Wet SLOA 2013 op het terrein van internationalisering
van het onderwijs en mobiliteit. Het gaat met name over taken die betrekking hebben
op het hoger onderwijs, maar op onderdelen zijn de taken ook breder en beslaan zij
ook het funderend en middelbaar beroepsonderwijs. Deze Kaderbrief geldt voor de jaren
2023 en 2024 en wordt nader geoperationaliseerd in jaarlijkse Startbrieven die Nuffic
separaat van mij ontvangt.
Internationalisering in het onderwijs
Internationalisering betreft in de definitie van de Onderwijsraad «de versterking
van internationale dimensies in het onderwijs ten behoeve van het internationaal competent
worden van leerlingen en studenten».2 Als internationalisering met zorg wordt geïmplementeerd, kan het op verschillende
manieren van toegevoegde waarde zijn voor de leerling, student en docent bijvoorbeeld
door het ontwikkelen van internationale en interculturele vaardigheden. Ook kan sprake
zijn van inhoudelijke verrijking door kennis van elders op te doen, in Nederland of
in het buitenland.
Deze mogelijkheden dienen voor iedereen toegankelijk zijn. Belemmeringen voor fysieke
mobiliteit dienen zo veel mogelijk te worden weggenomen en de kansen die alternatieve
vormen van internationalisering bieden, zoals internationalisation at home, dienen volop te worden ontplooid en benut. Voor onderwijsinstellingen, studenten
en overheden is het is daarbij van belang dat actuele informatie over internationalisering
breed beschikbaar is.
In de kabinetsreactie op het interdepartementaal beleidsonderzoek Internationalisering
van het hoger onderwijs3 is aangegeven dat de regering van mening is dat, hoewel internationalisering ook
risico’s in zich kan hebben, de internationale dimensie van het hoger onderwijs van
grote waarde is voor de Nederlandse kenniseconomie, het onderwijs en de wetenschap.
Het is bovendien van belang dat talent aangetrokken wordt voor de Nederlandse wetenschap
en arbeidsmarkt om de Nederlandse positie als kenniseconomie te behouden. In de brief
over de inzet voor de werkagenda mbo4 geeft het kabinet aan dat het internationaal georiënteerde mbo’ers als noodzakelijk
ziet voor de uitdagingen van de arbeidsmarkt van nu en de nieuwe beroepen van de toekomst.
Conform de afspraken uit het regeerakkoord werkt OCW de komende tijd ook de instrumenten
en maatregelen uit die gericht zijn op beheersing van instroom van internationale
studenten en het beleid t.a.v. anderstalig hoger onderwijs. De Minister van OCW zal
de Tweede Kamer hierover begin volgend jaar informeren. In het Bestuursakkoord is
daarnaast opgenomen dat het thema studentenstromen nader zal worden uitgewerkt in
het kader van de sectorbrede Toekomstverkenning. Daarbinnen gaat het niet alleen om
de instroom van internationale studenten, maar ook om de strategie ten aanzien van
internationalisering, nadrukkelijk in samenhang met andere (ook voor internationalisering
relevante) thema’s zoals krimpregio’s, tekortsectoren, profilering en toegankelijkheid.
Het bovenstaande geldt als de context waarbinnen Nuffic haar wettelijke taken moet
verrichten.
Kader voor Nuffic
Nuffic is het nationaal informatiecentrum als bedoeld in de Lissabon Erkenningsconventie
en heeft het lidmaatschap van de ENIC/NARIC netwerken. Daarnaast is het Nuffic het
kennis- en expertisecentrum op het gebied van internationalisering in het onderwijs.
Daaronder is het verantwoordelijk voor diplomawaardering en onderwijsvergelijking,
het publiekelijk beschikbaar stellen van informatie omtrent internationalisering en
het daartoe verrichten van onderzoek, het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten
ter bevordering van de internationalisering in het onderwijs en onderzoek en het adviseren
bij beurzenprogramma’s. Hieronder worden de taken toegelicht.
De rol van Nationaal informatiecentrum op grond van de Lissabon Erkenningsconventie
en het lidmaatschap van de ENIC/NARIC netwerken
Op grond van de Lissabon Erkenningsconventie bestaat de taak van het nationaal informatiecentrum
uit het faciliteren van de toegang tot authentieke en accurate informatie over het
hogeronderwijsstelsel van Nederland en van andere Verdragspartijen. Daarnaast heeft
het nationaal informatiecentrum de taak om te adviseren en informeren met betrekking
tot de erkenning en het beoordelen van kwalificaties, in overeenstemming met de nationale
wet- en regelgeving.
Het nationaal informatiecentrum neemt tevens deel aan het Europees netwerk van Nationale
Informatie Centra (ENIC) en het netwerk van National Academic Recognition and Information Centres (NARIC). Deze twee netwerken worden in Nederland gecombineerd uitgevoerd (ENIC-NARIC)
en spelen een rol in het signaleren en oplossen van knelpunten rondom de erkenning
van diploma’s.
De rol van kennis- en expertisecentrum op het gebied van internationalisering in het
onderwijs
Het kennis- en expertisecentrum focust zich op internationalisering in het onderwijs
in den brede, met speciale aandacht voor het ontwikkelen van internationale competenties
en de mobiliteit van leerlingen, studenten, onderzoekers en medewerkers in het onderwijs.
Om duurzaam te kunnen fungeren als kennis- en expertisecentrum is het van het belang
dat Nuffic haar kennis op peil houdt. Daarvoor kan Nuffic op eigen initiatief en zonder
gerichte opdracht van OCW bijvoorbeeld onderzoek doen, kennis, feiten en cijfers verzamelen
en trends in beeld brengen. Op basis daarvan adviseert Nuffic de overheid en onderwijsinstellingen
over internationalisering.
Diplomawaardering en onderwijsvergelijking
Diplomawaardering5 ten behoeve van hogeronderwijsinstellingen
Dit betreft de taak om hogeronderwijsinstellingen desgevraagd te adviseren omtrent
de waarde en authenticiteit van in het buitenland behaalde diploma’s ten behoeve van
de toelating tot het hoger onderwijs. Het instellingsbestuur van de hogeronderwijsinstelling
beoordeelt of een student op basis van een in het buitenland verworven diploma toegelaten
kan worden tot de betreffende opleiding. Het advies van het kennis- en expertisecentrum
kan als ondersteuning dienen voor het besluit van het instellingsbestuur om een student
al dan niet toe te laten.
Waarderen van onderwijsdocumenten ten behoeve van titelerkenning
Degene die in een ander land een graad verwerft, kan OCW verzoeken om hem toestemming
te verlenen de Nederlandse titulatuur te voeren en in de eigen naamsvermelding tot
uitdrukking te brengen. DUO behandelt deze verzoeken. Bij de beoordeling van een dergelijk
verzoek adviseert Nuffic desgevraagd of het onderwijsdocument of de opleiding in het
buitenland vergelijkbaar is met een Nederlandse opleiding.
Onderwijsvergelijking in het kader van meeneembare studiefinanciering
Besluiten omtrent de meeneembaarheid van de studiefinanciering voor een ho-opleiding
in het buitenland worden genomen door DUO. DUO beschikt niet altijd over de specifieke
kennis en expertise met betrekking tot het vergelijken van individuele buitenlandse
opleidingen met een Nederlandse opleiding. Om die reden is het van belang dat Nuffic
op verzoek van DUO advies kan uitbrengen over de vergelijkbaarheid van een opleiding.
Het publiekelijk beschikbaar stellen van informatie omtrent internationalisering
Om iedere leerling, student, onderzoeker en medewerker in het onderwijs internationale
competenties te laten opdoen is het van belang dat Nuffic als zijnde kennis- en expertisecentrum
kennis ontwikkelt en beschikbare informatie over internationalisering deelt met en
verspreidt onder belanghebbende partijen in Nederland. Dit geldt voor alle onderwijssectoren.
Actuele informatie, kennis en data zijn een belangrijke basis voor onderwijsinstellingen
en de overheid bij het vormen en doorontwikkelen van hun internationaliseringsstrategie
en beleid. Nuffic voert zelfstandig praktijkgericht onderzoek uit ter versterking
van haar eigen kennisfunctie en om de impact van internationalisering inzichtelijk
en meetbaar te maken. Daarnaast brengt Nuffic trends en ontwikkelingen in kaart en
adviseert de overheid en onderwijsinstellingen over internationalisering.
Het is daarnaast van groot belang dat informatie over internationale ervaringen en
meer specifiek mobiliteit ook beschikbaar is voor leerlingen, studenten, docenten
en onderzoekers. Brede informatievoorziening aan deze doelgroepen zorgt ervoor dat
zij goed geïnformeerde keuzes kunnen maken over het opdoen van internationale ervaring
binnen het onderwijs.
Het ontwikkelen en uitvoeren van overige activiteiten ter bevordering van de internationalisering
het onderwijs
Internationalisering van het onderwijs draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs
in Nederland en aan de positionering van de Nederlandse kenniseconomie. Internationalisering
helpt studenten bij het opdoen van internationale en interculturele competenties,
het meest direct door middel van studiepunt- of diplomamobiliteit. Het is van belang
dat internationaliseringsmogelijkheden voor alle studenten toegankelijk zijn en dat
belemmeringen voor mobiliteit zo veel mogelijk worden weggenomen. Het bevorderen van
de internationalisering en met name van mobiliteit van leerlingen, studenten en ook
docenten en onderzoekers is daarom een taak die aan Nuffic wordt toevertrouwd. Onder
deze taak valt ook de deelname aan de werkgroep Graz (Talenlabel/ECML), deelname aan
en coördinatie van de activiteiten van Euraxess in Nederland, eTwinning en het uitvoeren
van bilaterale programma’s.
Adviseren bij beurzenprogramma’s
OCW stelt verschillende beurzen beschikbaar die de internationalisering bevorderen
en beschikt niet in alle gevallen over de benodigde kennis en expertise om beursaanvragen
te beoordelen. Nuffic heeft die kennis wel en geeft daar bij specifieke programma’s
advies aan OCW over het toekennen van beurzen.
Budgettaire kaders
Voor Nuffic is zowel in 2023 als in 2024 een bedrag van maximaal € 10.045.000 beschikbaar,
bestemd voor de hierboven genoemde activiteiten.
De genoemde Rijksbijdrage komt ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld.
Er kunnen derhalve geen rechten aan worden ontleend. Het betreffen bedragen die ten
hoogste beschikbaar kunnen worden gesteld ten behoeve van de hier genoemde taken.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap