Brief regering : Geannoteerde agenda van de Transportraad van 5 december 2022
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 980
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2022
Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda van de Transportraad van 5 december 2022
die plaatsvindt in Brussel. De inhoud van deze geannoteerde agenda geeft de meest
recente stand van zaken weer, omdat er nog geen officiële agenda is voor deze Transportraad.
Het kabinet is voornemens aan de Transportraad deel te nemen. Mocht de agenda op belangrijke
punten veranderen, dan wordt u hierover geïnformeerd tijdens het commissiedebat van
23 november.
Daarnaast ontvangt u in de bijlage de eindrapportage van de quick scan studie (Exploration Netherlands contribution to rail solidarity lanes Ukraine) naar hoe de Nederlandse transportsector, met een nadruk op vervoer via spoor, verder
kan bijdragen aan de export van agrarische producten vanuit Oekraïne.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
I. Geannoteerde agenda
Op de agenda van de Transportraad op 5 december a.s. staan naar verwachting beleidsdiscussies
over twee onderwerpen. Ten eerste zal het voorzitterschap naar verwachting de herziening
van Trans-Europese Transportnetwerken (TEN-T) voorleggen voor een algemene oriëntatie.
Daarnaast zullen conclusies met betrekking tot het Commissievoorstel over het toekomstbestendig
maken van de binnenvaart (NAIADES III) besproken worden.
Trans-Europese Transportnetwerken (TEN-T)
Inhoud
Naar verwachting zal het voorzitterschap het voorstel van de Europese Commissie (hierna:
Commissie) voor de herziening van de TEN-T verordening aan de Transportraad voorleggen
voor een algemene oriëntatie. Op 27 juli jl. is de Commissie naar aanleiding van de
oorlog in Oekraïne gekomen met een aanpassing van het eigen voorstel1. Uw Kamer is daarover geïnformeerd.2 In de wijziging van het eigen voorstel pleit de Commissie ervoor om een viertal Europese
TEN-T transportcorridors te verlengen naar Oekraïne en Moldavië, terwijl verbindingen
met Rusland en Belarus nu een lagere prioriteit krijgen. Verder wordt voorgesteld
om de spoorverbindingen binnen de EU te verbeteren door sneller om te schakelen naar
de EU-brede standaard spoorbreedte van 1.435 mm.
Inzet Nederland
Op 11 februari jl. bent u via het BNC-fiche geïnformeerd over dit voorstel en over
de Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel.3 Het kabinet oordeelt kritisch positief over het voorstel. Tegelijk is het kabinet
op onderdelen van het voorstel kritisch zoals sommige technische eisen voor het spoor,
bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het faciliteren van 740 meter lange goederentreinen
en de minimale aslast van 22,5 ton aan het gehele TEN-T netwerk. Daarnaast is het
kabinet van mening dat gemeentelijke autonomie een belangrijk uitgangspunt dient te
zijn daar waar het gaat over het opstellen van Sustainable Urban Mobility Plans. Naar
aanleiding van de uitvoerbaarheidstoets van Rijkswaterstaat4 en die van Prorail5 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten hiervan en de betekenis van deze
uitkomsten voor de Nederlandse inzet.
Indicatie krachtenveld
Over het algemeen zijn lidstaten kritisch positief over de ambitieuze inzet van de
Commissie, maar een groot aantal van hen maakt zich zorgen over de financiële haalbaarheid
van de voorstellen. Om die reden is, mede op verzoek van Nederland, in het voorstel
een derogatiebepaling opgenomen zodat lidstaten vrijstelling kunnen vragen, bijvoorbeeld
bij een onhaalbare kosten-batenanalyse. Ook is de realisatie van het netwerk afhankelijk
gemaakt van de financiële haalbaarheid in lidstaten. Nederland zal tijdens de Transportraad
wijzen op de financiële implicaties van dit dossier: het belang van TEN-T staat niet
ter discussie, maar tegelijkertijd moet wel de financiële haalbaarheid van de noodzakelijke
investeringen steeds in ogenschouw worden genomen.
Wat betreft de spoorverplichtingen voor het TEN-T netwerk is nu al duidelijk dat lidstaten
de eisen voor het uitgebreid TEN-T netwerk minder sterk hebben gemaakt. Voor trajecten
op het uitgebreid netwerk die hoofdzakelijk voor personenvervoer worden gebruikt,
zullen de eisen over het mogelijk maken van 740 meter goederentreinen en over de aslast
van 22,5 ton komen te vervallen. De Raad zal naar verwachting de implementatie van
de European Railway Traffic Management System (ERTMS)-verplichting op het uitgebreide TEN-T netwerk van 2040 (voorstel Commissie)
weer naar 2050 verschuiven, conform de huidige TEN-T verordening uit 2013.
Nederland heeft met succes ingezet op het niet verder verzwaren van de technische
vereisten voor vaarwegen. Veel lidstaten, waaronder Nederland, hebben vraagtekens
bij het voorstel om de referentiewaterniveaus vast te laten stellen door de Commissie
met uitvoeringshandelingen en willen dat deze bevoegdheid blijft bij de lidstaten.
Het voorstel van de Commissie haalt het mogelijk niet, maar het is nodig dat het kabinet
zich hiervoor samen met eensgezinde lidstaten blijft inzetten in onderhandelingen
in Brussel. Ten aanzien van verplichtingen voor milieuprestaties van schepen (m.n.
ontgassingsinstallaties in elke TEN-T haven) is de harde realisatieplicht per haven
nu uit het voorstel geschrapt. Dit past beter in het nationale beleid om het aan de
markt over te laten waar de ontgassingsinstallaties het beste aangelegd zouden moeten
worden.
Veel lidstaten hebben vragen gesteld over de gemeentelijke autonomie in relatie tot
de voorstellen voor stedelijke knooppunten. Ondertussen is duidelijk dat gemeenten
die dat niet willen, van de lijst verwijderd kunnen worden. In de compromisteksten
is bovendien opgenomen dat de bestaande regionale mobiliteitsplannen, zoals opgesteld
in vervoersregio’s, kunnen worden omgezet naar duurzame stedelijke mobiliteitsplannen
(SUMP’s). Dat beperkt de administratieve last. De implementatiedatum van de SUMP’s
is bovendien verschoven van 2025 naar 2027.
Voorts heeft Nederland er met succes voor gepleit de verduurzaming van het transportnetwerk
kracht bij te zetten door thema’s als klimaatadaptatie en actieve mobiliteit prominenter
in de verordening op te nemen.
De wensen van het kabinet ten aanzien van het kaartmateriaal van het TEN-T netwerk,
zoals beschreven in de appreciatie op de uitvoerbaarheidstoetsen van Rijkswaterstaat
en ProRail, zijn gedeeld met de Commissie en het voorzitterschap. Het is de verwachting
dat de wensen in hoge mate zullen worden gehonoreerd; we zullen daarvoor tot op het
laatste moment in de onderhandelingen de vinger aan de pols houden.
Het toekomstbestendig maken van de binnenvaart (Naiades III)
Inhoud
In 2006 heeft de Commissie voor het eerst een beleidsplan voor de binnenvaart gemaakt:
Naiades. Inmiddels zijn we bij de derde versie6. Het gaat om een mededeling die de vorm heeft van een actieplan. Op 3 september 2021
bent u via een BNC-fiche nader geïnformeerd over dit voorstel en over de Nederlandse
positie ten aanzien van het voorstel7. Het doel van de mededeling is tweeledig: modal shift van weg naar de binnenvaart
en vergroening van de vloot. Er worden 35 acties geschetst die zijn onderverdeeld
in acht thema’s. Het gaat dan om hulp aan waterwegbeheerders om tegen 31 december
2030 een hoog niveau van dienstverlening langs de binnenvaartcorridors van de EU te
garanderen, het actualiseren van het EU-rechtskader voor intermodaal vervoer om binnenvaart
te stimuleren, het versnellen van certificeringsprocedures voor innovatieve en emissiearme
schepen, het garanderen dat bij investeringen in de binnenvaart rekening wordt gehouden
houden met klimaat- en milieudoelstellingen, het ontwikkelen van binnenhavens als
multimodale knooppunten voor de alternatieve brandstoffeninfrastructuur, het maken
van een routekaart voor de digitalisering en automatisering van de binnenvaart, het
realiseren van slimme en flexibele EU-bemanningsregels en het ondersteunen van de
sector en lidstaten bij de transitie naar emissievrije schepen. De Raadsconclusies
omvatten geen nieuwe informatie en volgen de acties genoemd in de mededeling Naiades
III.
Inzet Nederland
Omdat de binnenvaart in de EU voor meer dan de helft gevormd wordt door Nederlandse
ondernemers en schepen zijn de Raadsconclusies en acties meer dan welkom. Nederland
blijft zich inzetten voor de realisatie van een fonds voor de financiering van de
vergroening (actiepunt 33). Uit het grootschalige onderzoek dat de Centrale Commissie
voor de Rijnvaart heeft gedaan blijkt dat het financieringstekort voor de Europese
binnenvaart tussen de 5 en 10 miljard euro bedraagt.
Indicatie krachtenveld
Enkele lidstaten zonder binnenvaart zien de noodzaak van financiële middelen bij dit
actieplan niet. De binnenvaartlanden ondersteunen Naiades III allemaal.
Diversen
Naar verwachting zal het Tsjechisch voorzitterschap de laatste stand van zaken presenteren
van de onderhandelingen met betrekking tot de volgende wetgevende voorstellen: het
gemeenschappelijke Europese luchtruim8 (Single European Sky 2+); het mondiale systeem voor compensatie en reductie van CO2-emissies van de internationale luchtvaart9 (CORSIA10); bijmengverplichting van duurzame luchtvaartbrandstoffen11 (ReFuelEU luchtvaart); alternatieve laad- en tankinfrastructuur12; intelligente transportsystemen13 (ITS); hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen in de zeevaart14 (FuelEU Maritiem); en Roll-on roll-off passagiersschepen15. Het voorzitterschap voorziet geen inhoudelijke bespreking van deze voorstellen.
Over de Nederlandse inzet ten aanzien van deze voorstellen bent u geïnformeerd via
de BNC fiches. Daarnaast wordt uw Kamer regelmatig geïnformeerd over de stand van
zaken via onder meer de zeswekelijkse update waar het gaat om de Fit for 55-voorstellen
of via andere reguliere wegen zoals o.a. het verslag van de Transportraad.
Daarnaast zal het Tsjechisch voorzitterschap een terugkoppeling geven over een evenement
in Praag op 29 november over het thema Connected, Cooperative and Automated Mobility. Dit is evenement is gericht op kennisuitwisseling over onderzoek en innovaties met
betrekking tot mobiliteit. Tot slot zal Zweden als aankomend voorzitter het werkprogramma
voor het komend half jaar presenteren voor de (informele) Transportraden.
II. Eindrapportage spoor solidariteitscorridors met Oekraïne
Het kabinet heeft het actieplan voor solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne
van de Commissie16 verwelkomd en zet zich in voor een eendrachtige en solidaire Europese respons op
de Russische invasie van Oekraïne. De solidariteitscorridors tussen de EU en Oekraïne,
moeten ervoor zorgen dat landbouwproducten vanuit Oekraïne via de EU de wereldmarkt
weer kunnen bereiken. Ook zijn de corridors van belang voor het vervoer van onder
andere strategische en hulpgoederen naar Oekraïne, het herstel van de economie van
Oekraïne en de oostelijke ontsluiting van de Unie. Het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat is in contact met verschillende Nederlandse brancheorganisaties uit
de transport- en logistieke sector, zoals Transport en Logistiek Nederland (TLN).
De ontwikkelingen omtrent solidariteitscorridors zijn bij hun leden onder de aandacht
gebracht. Bijgevoegd treft uw Kamer de eindrapportage aan van de quick scan studie
(Exploration Netherlands contribution to rail solidarity lanes Ukraine) naar hoe de Nederlandse transportsector, met een nadruk op vervoer via spoor, verder
kan bijdragen aan de export van agrarische producten vanuit Oekraïne. Hieruit komt
naar voren dat er wel technische mogelijkheden zijn voor versnelling van dit graanvervoer
per spoor, maar dat bedrijven in de huidige economische situatie deze beperkt tot
stand kunnen brengen. In de situatie dat het graan via de Zwarte Zee kan worden vervoerd,
is het vervoer over land economisch minder interessant. Voor de langere termijn heeft
de Europese Commissie voorstellen gedaan over het versterken van de infrastructuur
tussen de EU-lidstaten en het spoornetwerk van Oekraïne. Het resultaat van deze quick
scan wordt betrokken in de gesprekken met de Europese Commissie over dit onderwerp.
Daarbij zal zowel over de maatregelen op langere termijn worden gesproken als over
de noodzaak en impact van de maatregelen voor kortere termijn om transportmogelijkheden
tussen EU en Oekraïne te ondersteunen. Internationale afstemming bij eventuele maatregelen
staat voorop. Voor een recente uitgebreide uiteenzetting van de kabinetsbrede inzet
ten aanzien van steun aan Oekraïne wordt verwezen naar de brief van de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking17.
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Medeindiener
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.