Brief regering : Publicatie CBS Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest derde kwartaal 2022
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 226
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2022
Met deze brief wil ik de Kamer informeren dat het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) op 17 november 2022 de derde kwartaalrapportage van de Monitor fosfaat- en stikstofexcretie
in dierlijke mest1 gepubliceerd heeft.
Aan het einde van ieder kwartaal stelt het CBS op mijn verzoek een berekening samen
van de verwachte fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel. Het gaat
daarbij om een momentopname op basis van de dan beschikbare nieuwe en actuele informatie
over de omvang van de rundveestapel, de melkproductie per koe en de beschikbaarheid
en samenstelling van krachtvoer en ruwvoer. De verwachte fosfaat- en stikstofexcretie
van de Nederlandse veestapel is weergegeven in respectievelijk tabel 1 en tabel 2.
Tabel 1: Verwachte fosfaatexcretie van de Nederlandse veestapel (in miljoen kg)
plafond
1e kw 2022
2e kw 2022
3e kw 2022
Melkvee
84,9
78,1
76,2
74,9
Varkens
39,7
35,0
34,5
33,9
Pluimvee
27,4
23,7
23,2
22,8
Overig
20,9
16,9
16,8
16,4
Totaal
172,9
153,6
150,6
148,0
Tabel 2: Verwachte stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel (in miljoen kg)
plafond
1e kw 2022
2e kw 2022
3e kw2022
Melkvee
281,8
275,0
269,0
267,1
Varkens
99,1
87,8
88,9
87,4
Pluimvee
60,3
52,8
54,3
53,5
Overig
63,2
55,6
55,7
55,8
Totaal
504,4
471,1
467,9
463,8
N.B. Door afrondingen kan de som van de afgeronde cijfers afwijken van het totaal.
Uit de gegevens gepresenteerd in tabel 1 en tabel 2 blijkt dat het CBS verwacht dat
de fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel over 2022 de huidige
nationale en sectorale productieplafonds niet zal overstijgen. Dit is mede een gevolg
van een gewijzigde omvang van de veestapel. Maar ook de samenstelling van onder meer
het melkveevoerrantsoen is hierop van invloed. In tabel 3 is weergegeven het door
het CBS verwachte ruw-eiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen in 2022.
Tabel 3: Verwachte ruw-eiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen in 2022 (in g/kg droge
stof)
2021
1e kw 2022
2e kw 2022
3e kw 2022
Melkveevoerrantsoen
(melk- en kalfkoeien en bijbehorend jongvee)
165
–
162
161
Experts uit onderzoek en bedrijfsleven hebben eerder al aangegeven dat de verwachte
daling van het ruw-eiwitgehalte aansluit bij de dalende trend die vanaf 2018 is ingezet2. Dat het verwachte ruw-eiwitgehalte nu al bijna gelijk is aan het streefdoel van
de managementmaatregel optimaliseren melkveevoerrantsoen – maximaal 160 g RE/kg droge
stof in 2025 – is volgens diezelfde experts mede een gevolg van de aandacht die melkveehouders,
samen met hun adviseurs, momenteel besteden aan het optimaliseren van de rantsoenen.
Ook de lage niveaus van eiwit in de voorjaars- en zomerkuilen van dit jaar als gevolg
van de droge weersomstandigheden dragen hier aan bij.
In de recent afgegeven derogatiebeschikking3 is ten aanzien van de nationale mestproductieplafonds als voorwaarde opgenomen dat
Nederland ervoor zorgt dat de mestproductie op nationaal niveau, zowel wat stikstof
als fosfaat betreft, niet meer is dan de in 2020 geproduceerde hoeveelheid, te weten
150,7 miljoen kg fosfaat en 489,4 miljoen kg stikstof. De cijfers van het CBS laten
zien dat de voor 2022 verwachte nationale mestproductie lager zal zijn dan de respectievelijke
productieniveaus in 2020. In de derogatiebeschikking is ook opgenomen dat de op nationaal
niveau geproduceerde mest geleidelijk verder moet afnemen tot een niveau van maximaal
135 miljoen kg fosfaat en maximaal 440 miljoen kg stikstof in 2025. Zoals aangegeven
in mijn brief van 28 september 2022 zullen de plafonds in de Meststoffenwet hierop
worden aangepast. Dit werk ik op dit moment nader uit, waarbij ik zoals aangegeven
het landbouwbedrijfsleven zal betrekken.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit