Brief regering : Fiche: Mededeling Jongerenactieplan in het externe optreden van de EU 2022 – 2027
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3568
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2022
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 1 fiche die werd opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Jongerenactieplan in het externe optreden van de EU 2022–2027
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Fiche: Mededeling Jongerenactieplan in het externe optreden van de EU 2022–2027
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Gezamenlijke mededeling van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voor
Buitenlandse zaken en Veiligheidsbeleid (Hoge Vertegenwoordiger) aan het Europees
Parlement en de Raad over het Jongerenactieplan in het externe optreden van de EU
2022–2027
b) Datum ontvangst Commissiedocument
4 oktober 2022
c) Nr. Commissiedocument
JOIN(2022) 53 final
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52022JC0053…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld.
f) Behandelingstraject Raad
Raad Buitenlandse Zaken-Ontwikkelingssamenwerking (RBZ-OS)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
2. Essentie voorstel
In de mededeling zetten de Europese Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden
(EDEO) een strategie uiteen om zinvolle participatie en empowerment van jongeren1 te stimuleren in het externe optreden van de EU, ten behoeve van duurzame ontwikkeling,
gelijkheid en vrede. Het Jongerenactieplan is onder andere gebaseerd op het EU-actieplan
inzake mensenrechten en democratie,2 waarin de noodzaak van gelijke, volledige en zinvolle participatie van jongeren in
het openbare en politieke leven wordt benadrukt, alsook op de Europese pijler van
sociale rechten.3 Te meer geeft het uitvoering aan het EU-genderactieplan (GAP) III4 door de aandacht toe te spitsen op de zelfrealisatie van meisjes en jonge vrouwen.
De strategie bouwt voort op de Raadsconclusies uit juni 2020, waarin de Raad verzocht
tot het uitwerken van een actieplan5 op basis van de bestaande EU jongerenstrategie. Het Jongerenactieplan geeft aan dat,
in het licht van de jonge populatie in veel landen, de belangrijke rol die jongeren
spelen als aanjagers van verandering, alsook de grote impact van COVID-19 op hun leeftijdsgroep,
zij een echte stem moeten krijgen bij het vormgeven van oplossingen die van invloed
zullen zijn op hun toekomst en die van de planeet. Prioriteiten en hoofddoelstellingen
van de strategie worden ingedeeld op basis van de drie pijlers «Betrokkenheid», «Inspraak»
en «Verbondenheid6».Een Team Europa-benadering7 wordt nagestreefd bij de uitvoering van het Jongerenactieplan, alsook samenwerking
met belangrijke partners en belanghebbenden op nationaal, regionaal en multilateraal
niveau.
De Europese Commissie presenteert de drie pijlers als een «partnerschap» met jongeren.
Het jongerenactieplan toont daarmee de visie van de EU op de bijzondere vorm van samenwerking
die met jongeren wordt aangegaan en versterkt. Een aantal beginselen is leidend voor
de uitvoering van het partnerschap tussen de EU en jongeren. Dit betreft onder andere
een op mensenrechten gebaseerde benadering en gendergelijkheid, een participatieve
benadering voor transformatieve verandering, aandacht voor inclusie van jongeren in
het maatschappelijke, economische, culturele en politieke leven, en empirisch onderbouwde
beleidsvorming en verantwoordingsplicht. De nadruk ligt op jongeren tussen 15 en 29 jaar.
De drie pijlers zijn als volgt: Pijler 1) Een partnerschap voor Betrokkenheid. Het
Jongerenactieplan staat voor een omvattende aanpak om zinvolle, inclusieve en doeltreffende
jongerenparticipatie te waarborgen. Het actieplan heeft tot doel om de inspraak en
leidende positie van jongeren te vergroten, met name van jonge vrouwen, meisjes, jongerenactivisten
en jongerenorganisaties. Daarbij richt het plan zich op alle bestuursniveaus, van
de binnenlandse politiek tot regionale en multilaterale fora, en op het niveau van
de EU-instellingen zelf. Daarbij heeft het plan oog voor de bijdrage die jongeren
kunnen leveren aan de Agenda voor jongeren, vrede en veiligheid8.
Pijler 2) Een partnerschap voor Inspraak. Het plan benadrukt dat de positie van jongeren,
en speciaal jonge vrouwen, wordt versterkt als hun stem wordt gehoord en de ongelijkheden
die hun leven beïnvloeden worden aangepakt. De EU investeert daartoe in onderwijskansen,
ondernemerschap en werkgelegenheid voor jongeren in hun buitenlandprogramma’s. Ook
heeft het actieplan tot doel het vermogen van jongeren om bij te dragen aan duurzame
ontwikkeling te versterken, waarbij de groene en digitale transitie centraal staat.
Met de lancering van het Youth Empowerment Fund wil de EU mogelijkheden voor directe ondersteuning van organisaties en initiatieven
geleid door jongeren vergroten. Tot slot beoogt het plan om de gezondheid, het mentaal
en lichamelijk welzijn en de toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
(SRGR) te ondersteunen.
Pijler 3) Een partnerschap voor Verbondenheid. Het Actieplan wil de mobiliteit, uitwisselingen
en netwerkactiviteiten van jongeren bevorderen en presenteert dit als een essentieel
aspect van de «interpersoonlijke dimensie van de Global Gateway-strategie»9. Onderdeel van dit partnerschap is het vergroten van mogelijkheden voor culturele
uitwisseling en arbeidsmobiliteit in het wederzijdse belang. Het doel is om te zorgen
voor diversiteit en inclusiviteit, met speciale aandacht voor sociale en economische
belemmeringen, de digitale kloof en risico’s in verband met desinformatie.
Het EU Jongerenactieplan bevat een opsomming van bestaande initiatieven, en kondigt
daarnaast een aantal nieuwe initiatieven aan. Dit betreft onder andere een EU-platform
voor regelmatige dialoog met jongerenorganisaties als nieuw onderdeel van een nieuw
te ontwikkelen Beleidsforum inzake Ontwikkeling, de bevordering van de betrokkenheid
van jongeren in het kader van de nieuwe Agenda voor het Middellandse Zeegebied, het
genoemde Youth Empowerment Fund, de lancering van een Regional Teachers Programme in Afrika, en het nieuwe programma Youth Europe Sahel ter ondersteuning van jongerenparticipatie en ter bevordering van interculturele
dialoog, menselijke cohesie en mensenrechten.
De Europese Commissie zal, in samenwerking met de EDEO, de voortgang op middellange
termijn en aan het einde (in 2027) monitoren door middel van regelmatige verslagen
over de uitvoering en in overeenstemming met andere beleidskaders op het gebied van
mensenrechten, gendergelijkheid en jongeren, vrede en veiligheid. Een monitoringkader
wordt ontwikkeld op basis van naar leeftijd uitgesplitste gegevens en jongerenspecifieke
indicatoren. Er zal tijdig met een evaluatie van de uitvoering van het Jongerenactieplan
worden begonnen, zodat deze als input kan dienen voor de volgende programmeringscyclus.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De landen in de focusregio’s voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(BHOS), de Sahel, de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika, hebben een
zeer jonge bevolking. Dit biedt enorme kansen, maar ook serieuze uitdagingen. Om gelijke
tred te houden met deze jeugdige realiteit, plaatst het kabinet jongeren steeds meer
centraal in het ontwikkelingsbeleid middels de Youth at Heart beleidsstrategie (Kamerstuk 34 952, nr. 104).10
Youth at Heart focust o.a. op een geïntegreerde benadering voor jeugdwerkgelegenheid, waarbij de
vaardigheden die jongeren leren binnen het onderwijs relevant dienen te zijn voor
de arbeidsmarkt van de 21e eeuw. De beleidsnota «Doen waar Nederland goed in is» beschrijft
een hernieuwde focus op beroeps- en hoger onderwijs met het doel een ondernemende
generatie op te leiden.11 Het kabinet zet in op toekomstbestendige vaardigheden en baankansen voor jongeren
in digitalisering en de groene economie, ten behoeve van perspectief in het (thuis)land
en regio. Ook aandacht voor gender gelijkheid, SRGR en gelijke rechten van lhbtiq+
personen blijft voor Nederland van groot belang. Op 13 mei jl. is de Kamer geïnformeerd
dat het kabinet inzet op een feministisch buitenland beleid (FBB) en toewerkt naar
een nog structurelere integratie van een genderperspectief in alle aspecten van het
buitenlands beleid: diplomatie, veiligheid, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking.12
Betekenisvolle jongerenparticipatie en het versterken van de stem van jongeren ter
verduurzaming van beleid dat raakt aan de perspectieven van jongeren in de focusregio’s
van het Nederlandse BHOS-beleid is onderdeel van de Youth at Heart inzet. Ambassades en Permanent Vertegenwoordigingen integreren in toenemende mate
een focus op jongeren in programma’s en bilaterale en multilaterale diplomatie.
Daarnaast steunt Nederland het VN «Framework for the implementation of the United Nations Commission for Europe Strategy
for Sustainable Development from 2021 to 2030», een nieuwe beleidsstrategie voor duurzame ontwikkeling. Binnen deze strategie krijgt
betekenisvolle jongerenparticipatie speciale aandacht in relatie tot het versterken
van onderwijs voor duurzame ontwikkeling en milieubeheer.13
Het kabinet is voorstander van samenwerking in Europees verband, om gezamenlijk meer
impact te behalen.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet steunt het Jongerenactieplan, waarop door middel van (jongeren)consultaties
al input gegeven is14. Het is een ambitieus en concreet plan om betekenisvolle participatie en zelfrealisatie
van jongeren te stimuleren in het externe optreden van de EU. Het plan resoneert sterk
met de Nederlandse jongerenstrategie Youth at Heart. Het kabinet verwelkomt de geïntegreerde benadering gebaseerd op de drie pijlers betrokkenheid,
inspraak en verbondenheid. Met dit plan draagt de EU niet alleen bij aan sociaaleconomisch
perspectief voor jonge mensen, maar doet ze tevens recht aan de positie en veranderkracht
van jongeren door met hen samen te werken als partners en leiders. Het kabinet steunt
de nadrukkelijke aandacht in het Jongerenactieplan voor de Agenda voor jongeren, vrede
en veiligheid, gendergelijkheid, zelfrealisatie van meisjes en SRGR, met bijzondere
aandacht voor tienermeisjes en gemarginaliseerden, lhbtiq+ -jongeren. Het kabinet
vindt het belangrijk dat deze doelgroepen ook nadrukkelijk betrokken worden in de
uitvoering van het Jongerenactieplan en zal daarop toezien.
Het kabinet steunt de expliciete mensenrechtenbenadering binnen het Jongerenactieplan.
Het plan refereert aan het EU Actieplan Mensenrechten en Democratie, dat het belang
benadrukt van gelijkwaardige, volledige en betekenisvolle participatie van jongeren
in de publieke en politieke sfeer, waar het kabinet volledig achter staat. In de introductie
refereert het plan terecht aan de onmisbare rol van jongeren als aanjagers van sociale
verandering. Toenemende restricties op de maatschappelijk ruimte wereldwijd (civic space), zoals vrijheid van meningsuiting, participatie, vereniging en vergadering belemmeren
echter de ruimte voor jongeren en de door hen geleide organisaties om in veiligheid
te participeren en handelen in de publieke en politieke sfeer. Maatschappelijke ruimte
is een randvoorwaarde voor betekenisvolle participatie en zelfrealisatie van jongeren.
Het Jongerenactieplan heeft een brede geografische reikwijdte, maar zal zich ook toespitsen
op specifieke behoeften en omstandigheden in de verschillende regio’s. Het zwaartepunt
van het Jongerenactieplan lijkt op het Midden-Oosten en Afrika te liggen, wat strookt
met de landenfocus van het kabinetsbeleid op buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking.
Voor wat betreft het vergroten van mogelijkheden voor arbeidsmobiliteit in het wederzijdse
belang, hecht het kabinet eraan dat dit plaatsvindt binnen de bestaande juridische
kaders. Het kabinet steunt de inzet voor grotere betrokkenheid van jongeren bij multilaterale
besluitvorming.
Het plan benoemt enkele concrete voornemens, zoals het voorstel om een Youth Empowerment Fund op te zetten ter waarde van € 10 miljoen, ter directe ondersteuning van jongerenorganisaties
en door jongeren geleide initiatieven. Het plan stelt dat de EU zal voorzien in de
financiering van het Jongerenactieplan via bestaande middelen (het EU Instrument voor
Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking en het Instrument voor Pretoetredingssteun)
en capaciteitsopbouw via bestaande initiatieven, zoals het Erasmus+ programma en EU4Youth.
Ook acht de EU de inzet op jongeren relevant vanuit het oogpunt van publieksdiplomatie,
en daarmee ook het imago van de EU onder jongeren van andere continenten. Het kabinet
steunt deze initiatieven.
Het kabinet zal zich ervoor inzetten dat de Commissie en de lidstaten aandacht vragen
voor meer dan alleen inclusie van jongeren in bestaande structuren. Als jongeren betrokken
worden bij of een plek hebben aan tafel binnen bestaande structuren wil dat niet zeggen
dat deze structuren inclusief zijn. Het kabinet had in het plan ook graag meer aandacht
gezien voor de uitwerking van de gewenste transformatieve verandering en zal daarop
constructief meedenken. Ook zal het kabinet de Commissie vragen de monitoring niet
te beperken tot het monitoren van indicatoren en het volgen van verandering. Naast
het monitoren van indicatoren is het ook belangrijk om momenten in te bouwen waarop
fondsen en activiteiten kunnen worden aangepast om te komen tot transformatieve verandering.
Het kabinet waardeert het plan en de voorstellen daarin, en zal constructief meedenken
in de uitvoering hiervan.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De Raad heeft in de Raadsconclusies van juni 2020 de Commissie verzocht om een actieplan
uit te werken. De positie van het Europees Parlement ten aanzien van het EU Jongerenactieplan
is nog niet bekend. Het is mogelijk dat enkele lidstaten vragen zullen stellen over
de gekozen leeftijdscategorie, of kritiek zullen hebben op de aandacht voor gendergelijkheid,
SRGR, diversiteit en lhbtiq+. De meeste overige lidstaten beschouwen deze onderdelen
als essentieel en in lijn met agreed EU language. Brede steun is er voor de inzet op beroepsonderwijs, ondernemerschap en werkgelegenheid
voor jongeren, evenals de ambities gerelateerd aan betekenisvolle jongerenparticipatie.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De mededeling
heeft betrekking op het terrein van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp
en het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB). Op het terrein van
ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp is sprake van een parallelle bevoegdheid
van de EU en de lidstaten (artikel 4, lid, 4 VWEU). De uitoefening van EU-bevoegdheid
belet de lidstaten niet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen. Op het terrein van het
GBVB zijn de lidstaten bevoegd om extern naast de Unie op te treden (artikel 2, lid,
4 VWEU). Voor zover de EU een positie heeft ingenomen dienen de lidstaten deze te
respecteren.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. Het
optreden is gericht op een strategisch partnerschap met jongeren in EU extern optreden,
om zinvolle participatie en zelfrealisatie van jongeren in derde landen te stimuleren
ten behoeve van duurzame ontwikkeling, gelijkheid en vrede. Gezien de omvang van de
doelstellingen in het Jongerenactieplan kan dit onvoldoende door de lidstaten op centraal,
regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt, daarom is een EU-aanpak nodig. Bovendien
kan door optreden op EU-niveau op grotere schaal worden bijgedragen aan de participatie
en zelfrealisatie van jongeren wereldwijd en dus meer impact worden gerealiseerd,
onder andere door de effectieve gezamenlijke besteding van EU Official Development Assistance (ODA), door de leiderschapsrol en voorbeeldfunctie die de EU vervult inzake betekenisvolle
jongerenparticipatie en door de gezamenlijke bevordering van de rechten en zelfrealisatie
van jongeren op multilateraal niveau. Om deze redenen is optreden op EU-niveau gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De mededeling biedt een strategie gericht op een strategisch partnerschap met jongeren
in EU extern optreden, om zinvolle participatie en zelfrealisatie van jongeren in
derde landen te stimuleren ten behoeve van duurzame ontwikkeling, gelijkheid en vrede.
Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat het
niet alleen bijdraagt aan het versterken van het sociaaleconomisch perspectief voor
jonge mensen, maar tevens recht doet aan de positie en veranderkracht van jongeren
door samen te werken met jongeren als partners en leiders. Bovendien lijkt het voorgestelde
optreden niet verder te gaan dan noodzakelijk. Zo zullen bestaande initiatieven gericht
op betekenisvolle participatie en zelfrealisatie van jongeren in EU externe actie
worden versterkt, en dragen de nieuwe voorstellen van de Commissie duidelijk bij aan
de gestelde doelen en verhoogde betrokkenheid van de EU en lidstaten op dit onderwerp.
d) Financiële gevolgen
De EU-middelen waarmee de EU inzet zoals genoemd in het Jongerenactieplan gefinancierd
zullen worden, zijn afkomstig uit het EU Meerjarig Financieel Kader 2021–2027. In
de verordening van het nieuwe EU-externe financieringsinstrument, het Instrument voor
Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI), en het Instrument
voor Pre-Toetredingssteun zijn de Jongerenactieplan-doelstellingen voor jeugd-gerelateerde
uitgaven opgenomen. Ook is financiering gedeeltelijk afkomstig uit het Instrument
voor Pre-Toetredingssteun voor bijvoorbeeld Erasmus+ gerelateerde activiteiten.
Het kabinet is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2021–2027 en dat deze moeten
passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
Eventuele budgettaire gevolgen voor de nationale begroting worden ingepast op de begroting
van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten, concurrentiekracht en geopolitieke
aspecten
Het EU Jongerenactieplan is in lijn met de Nederlandse Youth at Heart strategie en doelstellingen. Evenals de Nederlandse Youth at Heart strategie, zullen de in deze mededeling aangekondigde maatregelen naar verwachting
niet of slechts zeer beperkt leiden tot extra regeldruk en administratieve lasten
voor Nederlandse burgers, bedrijven en uitvoerende instanties en geen gevolgen hebben
voor de concurrentiekracht.
Een relevant gegeven vanuit geopolitiek oogpunt is dat de EU ernaar streeft om met
dit Jongerenactieplan bij te dragen aan een positieve externe positionering van de
EU in derde landen. Daarbij is het van belang te constateren dat de EU het Jongerenactieplan
nadrukkelijk in de context van het Global Gateway Initiative plaatst.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken