Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Maatoug over hoe de invulling van de MKB-enveloppe tot stand is gekomen
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 515 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2022
Het Kamerlid Maatoug van de fractie van Groenlinks (GL) heeft verzocht om een brief
die ingaat op hoe de invulling van de MKB-enveloppe tot stand is gekomen. Het Kamerlid
Maatoug verwijst daarbij specifiek naar de wijze waarop het LIV (lage inkomensvoordeel)
in het pakket terecht is gekomen. Kamerlid Nijboer van de fractie van de PvdA stelde
tijdens het debat over het Belastingplan (Handelingen II 2022/23, nr. 20, Pakket Belastingplan
2023) soortgelijke vragen. Met deze kamerbrief geef ik, mede namens de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, invulling aan dit verzoek.
Het kabinet heeft in de Miljoennota 2023 (Kamerstuk 36 200, nr. 1.) een pakket aan maatregelen aangekondigd voor het MKB. Hiervoor trekt het kabinet
in de jaren 2023 tot en met 2027 € 500 miljoen uit. Vanaf 2028 is een bedrag van structureel
€ 600 miljoen beschikbaar. Na Prinsjesdag is contact geweest met de sociale partners
– in dit geval MKB-NL en VNO-NCW – om het pakket te herijken.
Naar aanleiding van gesprekken met MKB-NL en VNO-NCW heeft het kabinet besloten om
de invulling van het pakket aan maatregelen aan te passen. Onderdeel van de gesprekken
met MKB-NL en VNO-NCW was het verhogen van het budget van het LIV in 2023 en 2024.
Zij gaven aan een voorkeur te hebben voor het verhogen van het LIV, omdat hier een
deel van de kostenstijging van het hogere minimumloon gemitigeerd kon worden. Ook
gaven zij aan dat zij om die reden op korte termijn een voorkeur te hebben voor verhoging
van het LIV ten opzichte van een lagere Aof-premie voor kleine werkgevers. Het kabinet
ziet dat een tijdelijke verhoging van het LIV ten goede komt aan werkgevers met medewerkers
op en net boven minimumloonniveau. De kosten van de versnelde stijging van het minimumloon
worden daardoor in zekere mate gedempt. Daarmee helpt een tijdelijke verhoging van
het LIV die werkgevers die het meest voelen van de gevolgen van de versnelde verhoging
van het minimumloon. De intensivering van het LIV in 2023 en 2024 doet niets af aan
het uitgangspunt van het kabinet dat het LIV per 2025 wordt afgeschaft. Ook blijft
in het MKB-pakket structureel € 195 mln beschikbaar voor lagere lasten op arbeid via
de lagere Aof-premie voor kleine werkgevers.
Het kabinet waardeert de inzet en betrokkenheid van sociale partners en is van mening
dat het aangepaste pakket gedragen is met een goede balans tussen verduurzaming, lagere
lasten op arbeid en het aanjagen van investeringen. Het pakket na wijzigingen, zoals
toegelicht in de 5e nota van wijziging (Kamerstuk 36 202, nr. 38), is opgenomen in onderstaande tabel. Meer informatie over de totstandkoming van
het pakket is te vinden in de beslisnota’s bij de vijfde nota van wijziging van het
Belastingplan, die in het kader van actieve openbaarmaking zijn gepubliceerd.
2023
2024
2025
2026
2027
struc
Compensatie verhoging WML tijdelijk hogere LIV
211
156
0
0
0
0
EIA/MIA
150
150
150
150
150
150
WKR intensiveren
50
50
50
50
50
50
Willekeurig afschrijven
0
11
20
29
57
0
WBSO indexeren
54
105
156
206
206
206
Aof-premie
35
29
125
66
38
195
Bijstelling gediff. box 2 tarief
70
– 1
– 1
– 1
– 1
– 1
Aanvullende taakstelling constructies
0
– 35
– 35
0
0
0
Enveloppe
500
500
500
500
500
600
Som derving
570
465
465
500
500
600
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën