Brief regering : Verslag van de informele bijeenkomst van EU-transportministers van 20 en 21 oktober 2022 en consultatie technische controles omtrent de herziening van het pakket technische controles
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 978
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
het verslag aan van de informele bijeenkomst van EU-transportministers d.d. 20–21 oktober
2022, die plaatsvond te Praag, Tsjechië.
De bijeenkomst stond in het teken van discussie over en uitwisseling omtrent een aantal
spoorgerelateerde thema’s, waaronder de ontwikkeling van internationaal personen-
en goederenvervoer per spoor alsmede de uitdagingen voor de Europese spoorsector.
Met deze brief wordt u tevens geïnformeerd over de Nederlandse bijdrage in reactie
op de publieke consultatie omtrent de herziening van het pakket technische controles.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
I. Informele bijeenkomst van EU-transportministers d.d. 20–21 oktober 2022 te Praag,
Tsjechië
Ontwikkeling van de spoorsector
Het voorzitterschap initieerde een discussie over de ontwikkeling van internationaal
personen- en vrachtvervoer per spoor, met aandacht voor hogesnelheidslijnen en internationale
connectiviteit. Naast de EU-lidstaten namen ook de Europese Commissie (hierna «Commissie»),
Noorwegen, Zwitserland, Moldavië en Oekraïne deel aan deze sessie. Tijdens de discussie
werd duidelijk dat de aanwezigen eensgezind dachten over de belangrijke rol van spoorverbindingen
in de verduurzaming van de transportsector. De Commissie benadrukte dat de verdere
ontwikkeling van de Europese transportsector nauw samenhangt met de herziening van
de verordening omtrent Trans-Europese Transportnetwerken (TEN-T)1, alsmede met de Connecting Europe Facility2 en de solidariteitscorridors3.
Veel lidstaten benadrukten het belang van intra- en extra-EU connectiviteit, waarbij
internationale spoorverbindingen een belangrijke rol spelen. Een aantal lidstaten,
waaronder Nederland, sprak waardering uit voor het toevoegen van Oekraïne en Moldavië
aan de nieuwe indicatieve TEN-T kaarten. Veel lidstaten benoemden het belang van het
instellen van een standaard EU-spoorbreedte (1.435mm), ten behoeve van soepele transportbewegingen
per spoor, zonder oponthoud bij grensovergangen. Ook alternatieven, zoals treinmaterieel
met draaistellen die instelbaar zijn op meerdere spoorbreedtes, werden geopperd. Sommige
lidstaten vroegen aandacht voor de nationale geografische situaties, die soms de totstandkoming
van een hogesnelheidsnet per spoor bemoeilijken. Een aantal lidstaten vestigde aandacht
op de grote investeringen die gepaard gaan met de aanleg van hogesnelheidsverbindingen,
waarbij financiële hulp volgens hen een vereiste is.
Nederland onderstreepte het belang van de totstandkoming van een hogesnelheidsnetwerk
over de landsgrenzen heen. Daarnaast moet ook worden gekeken naar de ontwikkeling
van snelle spoorverbindingen op nationaal niveau, waarbij de samenhang met het TEN-T
netwerk in acht moet worden genomen, zoals in Nederland voor bijvoorbeeld de Lelylijn
het geval is. Daarbij vestigde Nederland de aandacht op het International Passenger Rail Platform, waarin alle EU-lidstaten zitting nemen, samen met o.a. actoren uit de spoor- en transportsector.
Dit platform biedt aan deze actoren de mogelijkheid om gezamenlijke knelpunten te
identificeren, te adresseren, en zo samen te werken om internationale spoordiensten
aan te bieden voor reizigers. Ook vroeg Nederland aandacht voor het belang van interoperabel
rollend materieel, dat van belang is om vertraging aan de grens te voorkomen. Daarnaast
benadrukte Nederland dat uniforme en gebruiksvriendelijke ticketingsystemen cruciaal
zijn om internationaal personenvervoer per trein te stimuleren. Ten slotte benoemde
Nederland dat de prijzen van treintickets vaak nog niet concurrerend zijn met vliegtickets.
Om dit te adresseren is meer aandacht nodig om lucht- en spoorverbindingen beter op
elkaar af te stemmen.
Uitdagingen voor de Europese spoorsector
Het voorzitterschap agendeerde een discussie over de uitdagingen voor de Europese
spoorsector in het kader van de huidige internationale crises (o.a. energiecrisis,
Russische agressie tegenover Oekraïne). Naast de lidstaten en Commissie namen ook
Noorwegen en Zwitserland deel aan deze discussie. De discussie gaf blijk van het belang
dat de Europese lidstaten hechten aan de verdere ontwikkeling van de Europese spoorsector,
waarbij weerbaarheid van de sector belangrijk is. De Commissie benadrukte het belang
van het actieplan personenvervoer per spoor4 en benoemde dat slimme wisselwerking met vrachtvervoer per spoor cruciaal is. Naast
deze thema’s onderstreepte de Commissie ook dat het verbeteren van internationale
ticketingsystemen, het verder digitaliseren van de sector en het op elkaar afstemmen
van internationale dienstregelingen van groot belang is om de huidige uitdagingen
in de sector het hoofd te kunnen bieden.
De verdere integratie van ticketingsystemen betrof een thema dat regelmatig werd genoemd
in de discussie onder de lidstaten. Om internationaal personenvervoer per spoor aantrekkelijk
te maken voor reizigers zijn uniforme, toegankelijke en gebruiksvriendelijke internationale
ticketingsystemen van groot belang, aldus veel lidstaten. Hierbij werd door een aantal
lidstaten ook aandacht gevestigd op het multimodale ticket, waarbij vlieg- en spoorverbindingen
op elkaar aansluiten via hetzelfde ticket. Naast aandacht voor ticketingsystemen onderstreepte
een aantal lidstaten ook het belang van interoperabiliteit van rollend materieel en
de benodigde financiële steunkaders om dergelijke investeringen te kunnen financieren.
Ook het op elkaar afstemmen van dienstregelingen was een veelvuldig terugkerend thema
in de discussie, waarbij een aantal lidstaten de Commissie opriep om hierover nieuwe
wetgevende voorstellen te publiceren.5
Nederland onderstreepte het belang van het vergroten van het aandeel grensoverschrijdend
spoorvervoer in de transportmix ten behoeve van de verduurzaming van de transportsector.
In dit kader benoemde Nederland het belang van het stimuleren van internationaal personenvervoer
per spoor en benadrukte daarbij het belang van het EU-actieplan omtrent dit thema.
De oproep van de Commissie voor Europese pilotprojecten om de internationale markt
voor personenvervoer per spoor te stimuleren, heeft tot op heden nog niet het gewenste
effect gehad volgens Nederland. Stakeholders twijfelen over het initiëren van dergelijke
projecten gelet op het ontbreken van financiële steun hiervoor op Europees niveau.
Daarom riep Nederland de Commissie op om meer fondsen te reserveren om diensten voor
internationaal personenvervoer per spoor te stimuleren. Ingaande op de huidige uitdagingen
voor de sector onderstreepte Nederland het belang van het beter benutten van bestaande
spoorinfrastructuur. Ook riep Nederland de Commissie op om met een initiatief te komen
om luchtvaart- en spoorverbindingen beter op elkaar af te stemmen, ten behoeve van
het aantrekkelijker maken en stimuleren van het afleggen van (delen van) de reis per
spoor. In het kader van toegankelijke en gebruiksvriendelijke ticketingsystemen benoemde
Nederland dat – naast wetgevende kaders – ook een belangrijke rol voor de sector is
weggelegd. Afsluitend vestigde Nederland aandacht op het op elkaar afstemmen van dienstregelingen,
wat verder kan bijdragen aan harmonisatie van grensoverschrijdend spoorvervoer.
Toezegging Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC)
Tijdens het Commissiedebat Luchtvaart d.d. 6 oktober jl. heb ik toegezegd aan het
lid Koerhuis (VVD) om de diensten van MUAC/Eurocontrol onder de aandacht te brengen
van mijn Franse collega. En marge van de informele bijeenkomst van EU-transportministers
heb ik gesproken met de Franse delegatie, waarbij ik heb aangegeven dat Frankrijk
zou kunnen onderzoeken of het luchtruim van Frankrijk dat grenst aan Duitsland en
België efficiënter kan worden ingericht door dit onder de diensten van MUAC te scharen.
Uiteraard blijft dit een nationale kwestie voor Frankrijk en is dit iets wat tussen
Frankrijk en MUAC besproken zou moeten worden. Hiermee heb ik invulling gegeven aan
de toezegging tegenover het lid Koerhuis.
II. Herziening pakket inzake technische controles ofwel Road Worthiness Package (RWP)
Hierbij bied ik u de Nederlandse bijdrage aan op een openbare raadpleging van de Europese
Commissie. Deze consultatie gaat over de herziening van het pakket inzake technische
controles van wegvoertuigen.6
Het huidige pakket inzake technische controles is een reeks EU-richtlijnen die tot
doel heeft de verkeersveiligheid te verbeteren en bij te dragen aan het lange termijn
«vision zero» doel7, door middel van het verder harmoniseren van technische controles op voertuigen en
het creëren van een doeltreffender en efficiënter controlesysteem. Het gaat om de
volgende richtlijnen:
− Richtlijn 2014/45/EU betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen
en aanhangers (APK-richtlijn). Deze heeft in de eerste plaats tot doel de verkeersveiligheid
en milieuprestaties te verbeteren door minimumnormen vast te stellen voor periodieke
controles van voertuigen en aanhangwagens die in de EU op de openbare weg worden gebruikt.
− Richtlijn 1999/37/EG inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen. Deze regelt de
intrekking en annulering van kentekenbewijzen van motorvoertuigen, bevat voorschriften
voor elektronische gegevensbanken en zorgt voor de follow-up van de resultaten van
technische controles, her inschrijvingen en het slopen van motorvoertuigen.
− Richtlijn 2014/47/EU betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen
die in de Unie aan het verkeer deelnemen. Deze heeft als hoofddoel het verbeteren
van de verkeersveiligheid en het milieu. Ze bevat minimumvoorschriften voor technische
wegcontroles van bedrijfsvoertuigen die in de EU aan het verkeer deelnemen.
De herziening van deze richtlijnen acht de Commissie nodig om de technologische ontwikkelingen
te kunnen bijbenen. Het voertuigenpark verandert in hoog tempo, onder andere door
de introductie van geavanceerde rijhulpsystemen, nieuwe soorten aandrijvingen en druk
op de milieu en klimaatdoelstellingen. De herziening acht de Commissie ook noodzakelijk
om een betere uitwisseling van gegevens mogelijk te maken. Dit ten behoeve van het
effectiever handhaven van de verkeersveiligheid. De verwachting is dat in Q3 van 2023
een voorstel van de Commissie wordt gepresenteerd. Uw Kamer wordt nader geïnformeerd
over de Nederlandse inzet en de concrete wensen die Nederland graag wil terugzien
in dit nog te verschijnen voorstel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat