Brief regering : Rapportage toepassing Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie
35 153 Wijziging van de Telecommunicatiewet met betrekking tot ongewenste zeggenschap in telecommunicatiepartijen (Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie)
Nr. 29
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2022
Bij de behandeling van het wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie (Kamerstuk
35 153, nr. 24) heeft uw Kamer het kabinet middels de motie van de leden Van den Berg, Graus en
Van Haga (Kamerstuk 35 153, nr. 18) verzocht om jaarlijks per brief aan de Kamer te rapporteren over de toepassing van
de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT, nu hoofdstuk 14a van de Telecommunicatiewet)
en de verbodsbevoegdheid zoals opgenomen in die wet. Met deze brief kom ik aan dit
verzoek tegemoet.
Daarnaast heeft uw Kamer het kabinet middels een motie van de leden Weverling, Verhoeven
en Stoffer (Kamerstuk 35 153, nr. 17) verzocht om de Kamer periodiek te informeren over de impact van de Wet op de conform
de memorie van toelichting als beperkt ingeschatte administratieve lasten voor het
bedrijfsleven in de telecomsector. In de lijn met de rapportage van vorig jaar, zal
ook in deze brief aandacht worden besteed aan de administratieve lasten van de WOZT
voor het bedrijfsleven. Zoals tijdens het Wetgevingsoverleg van 20 april 2020 (Kamerstuk
35 153, nr. 24) is benoemd door de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
en in lijn met de rapportage van vorig jaar, maakt het kabinet tevens graag gebruik
van deze gelegenheid om uw Kamer een breder beeld te geven van de onderzoeken op het
gebied van investeringstoetsing.
De rapportage in deze brief beslaat het tweede jaar na inwerkingtreding van de WOZT,
te weten de periode van 1 oktober 2021 tot en met 30 september 2022. In deze periode
heb ik geen gebruik gemaakt van de verbodsbevoegdheid.
Bureau Toetsing Investeringen (BTI)
Het BTI is onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en is inmiddels
2 jaar operationeel. Het Bureau geeft sinds de inwerkingtreding op 1 oktober 2020
uitvoering aan de WOZT. Daarnaast ondersteunt het BTI de feitelijke uitvoering van
de overige sectorale investeringstoetsen, zoals vastgelegd in de Gaswet en de Elektriciteitswet.
Ook zal het BTI uitvoering geven aan de Wet Veiligheidstoets Investeringen, Fusies
en Overnames zodra deze van kracht wordt. Daarnaast fungeert het BTI als contactpunt
voor de Europese FDI-Screeningsverordening op grond van de Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe
investeringen.1 Het bovenstaande gebeurt in nauwe samenwerking met de relevante andere departementen.
Rapportage oktober 2021 – september 2022
In de periode oktober 2021 tot en met september 2022 zijn er twee onderzoeken opgestart
op grond van de Telecommunicatiewet. Het betreft hierbij één onderzoek op grond van
een melding en één onderzoek op basis van nieuwe feiten en omstandigheden. In deze
rapportageperiode zijn er tevens twee onderzoeken afgerond die in de vorige rapportageperiode
waren opgestart. In één van deze gevallen is het onderzoek afgesloten door terugtrekking
van de melding.
In lijn met vorig jaar heb ik ook tijdens deze rapportageperiode geen gebruik gemaakt
van de verbodsbevoegdheid ex artikel 14a.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet.
Dit geldt voor alle onderzoeken die tijdens deze rapportageperiode zijn afgesloten,
inclusief de afgeronde onderzoeken die in de vorige rapportageperiode waren opgestart.
Alle onderzoeken zijn afgerond binnen de geldende wettelijke termijnen. In de periode
oktober 2021 – september 2022 heb ik tweemaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid
om de onderzoekstermijn te verlengen. In tegenstelling tot de eerste rapportageperiode
zijn er het afgelopen jaar geen meldingen binnengekomen die buiten het toepassingsbereik
van de wet vielen. Vorig jaar vielen twee van de zes gedane meldingen buiten het toepassingsbereik.
Dat dit jaar geen redundante meldingen zijn ingediend, is gunstig voor de administratieve
lasten.
Breder beeld van stand van zaken investeringstoetsen
Naast de Telecommunicatiewet wordt ook uitvoering gegeven aan de Gaswet en Elektriciteitswet.
In de periode van oktober 2021 t/m september 2022 zijn drie meldingen binnengekomen
op grond van de Elektriciteitswet, die niet hebben geleid tot een verbod.
Graag geef ik u ook een breder beeld van de stand van zaken in het landschap van investeringstoetsing.
In de afgelopen 5 jaar zijn er verschillende onderzoeken op grond van verschillende
sectorale investeringstoetsen uitgevoerd. In de periode die loopt van 2018 t/m september
2022 zijn in totaal 23 onderzoeken afgerond. Tot op heden heeft geen enkel onderzoek
geleid tot een verbod.
De doorlooptijden van de onderzoeken liepen sterk uiteen naargelang de complexiteit
van het onderzoek, maar het gemiddelde over de afgelopen jaren beslaat 77 dagen. In
twee van de 23 uitgevoerde onderzoeken heb ik gebruik gemaakt van de mogelijkheid
om de wettelijke onderzoekstermijn te verlengen.
De herkomst van de investeerders die over de afgelopen 5 jaar zijn onderzocht, is
divers. Iets meer dan de helft van de investeerders was afkomstig uit Europa (15 van
de 23). Hiervan waren er vijf (ongeveer één vijfde) afkomstig uit Nederland zelf.
Na Europa waren de meeste investeerders afkomstig uit Noord-Amerika (6 van de 23).
Er was tweemaal sprake van een investeerder afkomstig uit Azië.
In tabel 1 en 2 vindt u een overzicht van het aantal uitgevoerde onderzoeken per jaar
en de geografische spreiding van onderzochte investeerders. De datum van afronding
van het onderzoek is leidend en de cijfers voor 2022 zijn gebaseerd op de periode
van 1 januari 2022 tot en met september 2022.
Tabel 1: Aantal uitgevoerde onderzoeken op jaarbasis
Jaren
Elektriciteitswet 1998
Telecommunicatiewet
Alle investeringstoetsen
2018
1
1
2019
1
1
2020
1
1
2021
1
14
15
2022
3
2
5
Totaal
7
16
23
Tabel 2: Herkomst van investeerders in de periode 2018–2022
Herkomst
2018
2019
2020
2021
2022
Totaal
Azië
1
1
2
Europa
7
3
10
Nederland
5
5
Noord-Amerika
1
1
3
1
6
Eindtotaal
1
1
1
15
5
23
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat