Brief regering : Tweede voortgangsbrief versterking stelsel bewaken en beveiligen
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 378
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2022
Aanleiding
Onze democratische rechtsstaat staat onder druk. Elke dag zijn we bezig met de strijd
tegen de aanvallen op onze manier van leven. Niet alleen door terroristen en extremisten,
maar ook door de georganiseerde misdaad. Dit voorjaar heb ik al uiteengezet waarom
ik het op brede en verbeterde wijze aanpakken van de georganiseerde criminaliteit
van groot belang vind1. Die urgentie is sindsdien onverminderd aanwezig.
Het stelsel bewaken en beveiligen is een belangrijk onderdeel binnen de brede aanpak
van de georganiseerde misdaad. Het vormt het sluitstuk van de combinatie aan maatregelen
om criminaliteit te voorkomen, te doorbreken en te bestraffen. Personen die in hun
werk in dienst staan van de (democratische) rechtsorde (zoals zittende en staande
magistratuur, advocaten, journalisten en lokale bestuurders) moeten hun functie veilig
en zonder vrees uit kunnen oefenen. Bescherming van deze personen is daarom een voorwaarde
voor het functioneren van de democratische rechtsstaat en het brede offensief tegen
de georganiseerde misdaad. Het stelsel bewaken en beveiligen versterken en toekomstbestendig
maken is daarom één van mijn prioriteiten. In deze brief doe ik verslag van de voortgang
van deze versterking, die ik vanaf het begin van mijn ambtsperiode heb ingezet.
Laat ik daar direct duidelijk over zijn: er zijn belangrijke stappen gezet om het
stelsel te versterken en te verstevigen. Daarmee is de eerste fase doorlopen om het
stelsel toekomstbestendig in te richten. Versterkingen die er onder andere voor zorgen
dat de inzet vanuit de Nationale Politie en de Koninklijke Marechaussee robuuster
en meer uniform wordt. De effecten van deze fase worden nog niet direct in de operationele
praktijk ervaren. Nu komt het traject in de volgende fase, waarin door goede implementatie
van de ontwikkelde oplossingsrichtingen en het nader concretiseren, de effecten duidelijk
zichtbaar worden in de huidige operationele praktijk. Door de werking en ervaringen
van de ingezette verbetertrajecten te monitoren, zal er op basis van constante aandacht
tijdig worden bijgestuurd.
Het aantal personen dat ingrijpende beveiligingsmaatregelen nodig heeft, blijft toenemen.
Met de toenemende druk vanuit met name de georganiseerde misdaad wordt de schaarste
in capaciteit steeds nijpender en staat het stelsel nog steeds onder grote druk. Dit
is voelbaar bij stelselpartners die hierin continu steeds moeilijkere afwegingen moeten
maken. Van functionarissen die de beveiliging uitvoeren maar ook van de te beveiligen
personen wordt veel gevraagd.
Het waarborgen van de fysieke veiligheid en daarmee samenhangend het faciliteren van
zakelijk en privé functioneren van de te beveiligen persoon, vraagt bij hoge dreiging
om een omvangrijke inzet, waar veel capaciteit voor nodig is, terwijl deze benodigde
specialistische capaciteit per definitie schaars is. Ik wil daarbij over één ding
geen twijfel laten bestaan: de overheid dient als één blok naast de hoeders van de
rechtsstaat te staan. Zij voeren dagelijks werkzaamheden uit om onze waarden te verdedigen,
zij moeten weten en merken dat de overheid een betrouwbare bondgenoot is die hen beschermt.
Elke dag werken functionarissen – onder hoge druk – op zeer professionele wijze om
bescherming en veiligheid te bieden, ik heb groot respect voor deze vele mannen en
vrouwen werkzaam binnen het stelsel. Zij zijn in veel gevallen letterlijk de steun
en toeverlaat van de te beveiligen personen. De professionaliteit en toewijding die
zij dagelijks laten zien, daar mogen we trots op zijn.
Het is onze gezamenlijke plicht om, ondanks knelpunten in de dagelijkse praktijk,
met vaart te blijven werken aan structurele versterking en doorontwikkeling van het
stelsel. Ik geef u in deze brief een beeld van de voortgang van de versterking van
het stelsel bewaken en beveiligen en neem u aanvullend mee in de discussies en dilemma’s
die daarbij spelen.
Naar de volgende fase
Wat is beoogd?
Zoals in april 2022 bij uw Kamer aangegeven, wordt de rode draad van de versterking
gevormd door de aanbevelingen die het Adviescollege Toekomstbestendig stelsel bewaken
en beveiligen (Commissie Bos) (bijlage bij Kamerstuk 29 911, nr. 335) heeft gedaan. De Commissie Bos stelde dat er een transitie moet plaatsvinden van
een reactief, vraaggericht en bestuurlijk versnipperd stelsel naar een flexibel, proactief
en uniform stelsel. Hiervoor heeft de Commissie Bos gerichte aanbevelingen gedaan
die zich in de kern richten op:
1. Het meer centraal stellen van de te beveiligen persoon;
2. Het versterken van de integrale aansturing van het stelsel;
3. Het verscherpen van de (beleids)uitgangspunten die houvast moeten bieden in de uitvoering;
4. Het versterken van de informatiepositie om meer aan de voorkant van de dreiging te
komen;
5. Vergroten van de capaciteit en daarnaast efficiënt, flexibel en innovatief omgaan
met bestaand potentieel;
6. Het vergroten van de kennis en kwaliteit binnen het stelsel.
De bevindingen van de commissie Bos en de voorbeelden uit de praktijk sluiten goed
op elkaar aan. De opvolging van de aanbevelingen wordt dan ook nadrukkelijk gecombineerd
en uitgebreid met de ervaringen uit de uitvoeringspraktijk.
Waar staan we nu?
Er zijn de afgelopen maanden grote stappen gezet die structurele uitdagingen en knelpunten
waar we in het stelsel al jaren tegenaan lopen adresseren en waar in gezamenlijkheid
tot concrete nieuwe oplossingen is gekomen. Nu breekt de fase aan om naar de praktijk
te gaan, de implementatie door te zetten en de werking in de praktijk te monitoren.
Op hoofdlijnen is de stand van zaken op deze pijlers als volgt:
– Te beveiligen persoon centraal
De te beveiligen persoon staat steeds meer centraal in het stelsel. De ervaringen
en behoeftes van te beveiligen personen worden sneller vertaald naar mogelijkheden
in de operationele praktijk en zeker bij de doorontwikkelingstrajecten. Zo zijn en
worden trainingsmodules, informatieproducten en instrumenten – zoals een weerbaarheidsapp
– ontwikkeld om een te beveiligen persoon en diens omgeving goed voor te bereiden
en weerbaar te maken voor de grote impact die beveiligingsmaatregelen hebben. Bij
de ontwikkeling hiervan worden ervaringen van te beveiligen personen en diens omgeving
actief opgevraagd en getoetst. Op aanraden van meerdere te beveiligen personen wordt
momenteel ook gewerkt aan het centraler stellen van de agenda van een persoon. Het
startpunt daarbij is: wat kan wél? Met deze verdere professionalisering proberen we
de impact van de dreiging en de beveiligingsmaatregelen op iemands leven, die er helaas
altijd zal zijn, zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast worden de ervaringen van de
te beveiligen persoon structureel betrokken en wordt gericht de communicatie met de
te beveiligen persoon versterkt.
– Centrale aansturingsstructuur stelsel en integraal werkproces
Er is een nieuwe centrale sturingsstructuur ingericht, waar alle stelselpartners vanuit
het decentrale en het Rijksdomein in zijn vertegenwoordigd. De Vierhoek Bewaken en
Beveiligen (bestaande uit de NCTV, de portefeuille houdende procureur-generaal van
het College van procureurs-generaal, de korpschef van de politie en de commandant
van de Koninklijke Marechaussee) is het overleg dat richting geeft aan de strategische
doorontwikkeling van het stelsel. De aansturing van het stelsel vindt plaats in het
Uitvoeringsorgaan Bewaken en Beveiligen, waarin op directeursniveau de stelselpartners
zijn vertegenwoordigd.
De vele betrokken organisaties worden zo beter in positie gebracht om bewaken en beveiligen
casuïstiek in samenhang te beoordelen. Casus-overstijgende (systeem)vraagstukken worden
centraal en in samenhang opgepakt. De structuur biedt een beter verankerde basis om
te werken aan gezamenlijke opgaven en hier inhoudelijk op te sturen. Dit moet de flexibiliteit
van het stelsel vergroten door tijdig in te kunnen spelen op ontwikkelingen en opkomende
vraagstukken. De werking zal zich nu in de praktijk moeten gaan bewijzen. Nu de aansturingsstructuur
staat, worden de tijdelijke organen (zoals de Taskforce) opgeheven en overlappende
overleggremia uit gefaseerd. Zoveel mogelijk wordt binnen de nieuwe governance gewerkt.
Voorbeeld van wat dit in de praktijk betekent
Wanneer een nieuwe dreiging of ontwikkeling zich voordoet die grote consequenties
heeft voor bewaken en beveiligen van personen, objecten of diensten, dan is er één
tafel met alle betrokken organisaties om dit te adresseren en gezamenlijk te komen
tot concrete handelingen om hier adequaat en tijdig op te kunnen anticiperen. Als
het nodig is, dan wordt sturing gevraagd aan de Vierhoek Bewaken en Beveiligen voorgelegd.
Voorheen was er niet één plek waar alle relevante operationele ontwikkelingen voor
het stelsel bij elkaar kwamen, de aanpak was daardoor in sommige gevallen te versnipperd.
Een andere versterking in dit kader is dat het integrale werkproces binnen het stelsel
is vastgesteld, gebaseerd op het werkproces van de politie. Dat betekent dat politie,
KMar, OM en NCTV dezelfde stappen doorlopen om tot besluitvorming, uitvoering en monitoring
van beveiligingsmaatregelen te komen. Deze stappen worden eenduidig en structureel
onderbouwd, vastgesteld én schriftelijk vastgelegd, waarbij vanzelfsprekend altijd
ruimte blijft voor maatwerk als de situatie dat vereist. Hierdoor worden beveiligingsopdrachten
zowel in het lokale als het Rijksdomein op dezelfde manier behandeld en beoordeeld.
Ook deze werkwijze zal zich in de praktijk moeten gaan bewijzen. Voorheen konden er
nog (regionale) verschillen ontstaan hoe het proces werd doorlopen door het ontbreken
van uniform werkproces.
Er wordt tenslotte gewerkt aan het inzichtelijker maken van de kwaliteit en effectiviteit
van (de werkprocessen binnen) het stelsel. De KMar en de politie hebben hiertoe een
integrale dataset ontwikkeld, waarin de beschikbare capaciteit binnen de uitvoeringsorganisatie
inzichtelijk is gemaakt. Hiermee is een eerste stap gezet naar een dashboard, dat
ingezet kan worden bij de integrale overleggen binnen het stelsel. Dit dashboard vraagt
nog verdere uitwerking om met name de data te specificeren en nadere duiding te kunnen
geven.
Voorbeeld van wat dit in de praktijk betekent
De beoogde werkwijze is dat straks in de centrale overleggen met behulp van het dashboard
wordt gestuurd op de capaciteit. Zo worden knelpunten tijdig zichtbaar en kunnen scenario’s
en handelingsperspectieven worden uitgewerkt.
– Beveiligingspakketten als eenduidige uitvoeringskaders
Er zijn (concept)beveiligingspakketten opgesteld, waarmee een helder uitvoeringskader
voor de betrokken organisaties en te beveiligen personen beschikbaar komt. Dit was
vele jaren een grote behoefte van organisaties binnen het stelsel en te beveiligen
personen; meer helderheid over afspraken, afwegingen, de verantwoordelijkheidsverdeling
en beveiligingsmaatregelen. Het gaan hanteren van pakketten betekent een fundamenteel
nieuwe werkwijze. Deze pakketten zijn in ontwikkeling en worden momenteel getoetst.
Belangrijkste verandering is dat de verschillende activiteiten van een te beveiligen
persoon verspreid over de dag meer leidend worden bij het vormgeven van de beveiliging.
Deze verandering leidt tot het realiseren van meer flexibiliteit, die ten goede komt
aan de te beveiligen persoon. Dit doet uiteraard geen afbreuk aan het benodigde weerstandsniveau,
de proportionaliteit en situationele context.
Om dit vorm te kunnen geven, hebben de politie en de KMar gezamenlijk bestaande beveiligingsconcepten
in kaart gebracht en alternatieve beveiligingsconcepten ontwikkeld. Doel van deze
concepten is het bevorderen van flexibiliteit en een efficiënte inzet van personeel.
Hier is afgelopen periode veel op ingezet, omdat dit binnen de huidige operationele
druk op de capaciteit verlichting kan bieden en tevens de basis vormt qua nieuwe werkwijze.
De transitie naar deze nieuwe werkwijze vraagt de komende periode afstemming en goede
structurele inrichting binnen de organisaties. Een zeer zorgvuldig implementatietraject
is nodig, omdat deze nieuwe werkwijze ingevoerd moet worden tijdens grote operationele
drukte. Er mogen geen risico’s ontstaan als gevolg van de implementatie. De volgende
stap is het uitvoeren van een pilot, waarbij de operationele haalbaarheid wordt onderzocht
en de concepten in de operatie worden ingebed.
Voorbeeld van wat dit in de praktijk betekent
Uitkomst moet zijn dat op basis van de dreigingsinschatting wordt bekeken welk type
weerstand daarbij nodig is, en welk pakket daar dan bij hoort. Omdat hier eenduidige
kaders en criteria voor worden ontwikkeld, worden gelijke gevallen op gelijke manier
behandeld. Binnen het pakket zijn vervolgens verschillende beveiligingsconcepten opgenomen,
zodat het mogelijk wordt om per activiteit of situatie te differentiëren. Ten slotte
bevat het pakket ook modules voor psychosociale zorg voor de te beveiligen persoon
en diens partner en eventuele kinderen.
– Versterkte informatieorganisatie
Het gehele stelsel valt of staat bij een stevige informatiepositie. In dat kader heeft
de informatieorganisatie van de politie ten behoeve van bewaken en beveiligen zich
stevig versterkt. Op kwaliteit en capaciteit zijn nog verbeterslagen te maken, maar
er worden stappen gezet. Zo is bijvoorbeeld de informatieorganisatie formatief versterkt.
Er is een regiegroep Bewaken en Beveiligen op het gebied van informatie ingesteld
die zorgt draagt voor de ontwikkeling, centrale coördinatie en regie binnen het bewaken
en beveiligen domein. Verder is de koppeling tussen bewaken en beveiligen, intelligence
en opsporing inmiddels ingericht. In afgeschermde opsporingsonderzoeken is er een
informatiecoördinator aangesteld die meekijkt en relevante informatie voor bewaken
en beveiligen daaruit filtert, zoals de Commissie Bos ook had aanbevolen.
Daarnaast worden nieuwe informatieproducten ontwikkeld, waarmee op een nieuwe manier
proactief binnen het stelsel kan worden gewerkt. In dat kader is een nieuw informatieproduct
gerealiseerd, waardoor proactief een signaal met duiding kan worden afgegeven bij
een dreigende nieuwe ontwikkeling. Dit rapport wordt op initiatief van de informatieorganisatie
opgemaakt en dient om signalen met betrekking tot een potentiële dreiging proactief
over te brengen bij lijnverantwoordelijken en bevoegd gezag. Dit product beschrijft
vanuit de aanwezige informatie realistische scenario’s. Met deze rapporten wordt getracht
om van voorstelbaarheid weer naar voorspelbaarheid te komen.
De informatieorganisatie heeft zich hierbij gefocust op het domein waar op dit moment
de meeste dreiging en operationele druk vandaan komt (georganiseerde criminaliteit).
De komende periode zal de informatieorganisatie bovenstaande ontwikkelingen bestendigden
en – in samenwerking met de verschillende partners – breder inzetten voor andere en
toekomstige dreigingen.
Voorbeeld van wat dit in de praktijk betekent
Wanneer uit opsporingsinformatie blijkt dat er concrete consequenties zijn voor bepaalde
personen binnen het onderzoek, dan wordt dit gedeeld en in gezamenlijkheid afgestemd
met functionarissen die verantwoordelijk zijn voor het treffen van veiligheidsmaatregelen.
Dit waren voorheen nog gescheiden werelden. Daarnaast kunnen signalen komen vanuit
operators die beveiliging vormgeven, die worden doorgezet naar de informatieorganisatie
om bepaalde verdachte signalen grondig uit te lopen.
– Versterking capaciteit
De personele capaciteit en middelen in het stelsel worden versterkt. Een belangrijk
deel van de «Breed Offensief Tegen Georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC)-gelden»
(2020) en de extra impuls daarvan in 2021 worden besteed om de capaciteit te versterken.
De ingezette versterkingen (zie onderstaand tabel) komen van de grond, maar bieden
nog geen verlichting in het operationele werkveld op korte termijn. De uitvoeringsorganisaties
zoals de politie en KMar staan daardoor nog steeds onder druk. De effecten van de
versterking zijn pas over een langere tijd zichtbaar. Verderop in de brief ga ik hier
nader op in.
Capaciteitsversterking
Politie
KMar
Breed offensief tegen ondermijnende criminaliteit (BOTOC) 2020
Teams bewaken en beveiligen per eenheid
120 FTE
Operationele inzet Hoge Risicobeveiliging (HRB)
33 FTE
Gezag en maatregelenadvies
27 FTE
Gezag en maatregelenadvies
3 FTE
Informatieorganisatie
27 FTE
Cameratoezicht
96 FTE
Intensivering capaciteit hoogste dreigingsniveau 2021 (Prinsjesdaggelden’21)
Personele uitbreiding ten behoeve van hoogste dreigingsniveau 77,8 FTE
Personele uitbreiding ten behoeve van hoogste dreigingsniveau 95 FTE
– Versterking kennisfunctie en inrichting wetenschappelijk domein
U bent in mei geïnformeerd dat het Kenniscentrum Bewaken en Beveiligen – een samenwerkingsverband
van experts vanuit de stelselpartners NCTV, OM, politie en KMar – in overleg met een
wetenschappelijke instelling vorm geeft aan een meerjarig en flexibel werk- en onderzoeksprogramma
op het domein bewaken en beveiligen. Sinds 1 september jl. is de Universiteit Leiden
hiermee gestart. Vraagstukken die leven binnen het stelsel, krijgen zodoende een wetenschappelijke
verdieping. Het onderzoeksprogramma wordt thans opgesteld en zal naar uw Kamer verstuurd
worden.
Aanvullend wordt een internationaal vergelijkend onderzoek uitgevoerd, zoals ook aanbevolen
door de Commissie Bos. Ook in andere landen spelen – soms al vele jaren – vraagstukken
over het omgaan met de veranderingen in de dreiging en het neerzetten van een stevig
stelsel van bewaken en beveiligen. Het is goed om hiervan te leren en opgedane ervaringen
vanuit andere landen te benutten om het stelsel in Nederland toekomstbestendig te
maken. De onderzoekscommissie legt in oktober bezoeken aan Denemarken, Italië, het
Verenigd Koninkrijk en Duitsland af en zal daarover rapporteren.
Wat zijn de uitdagingen?
Tegelijk met deze positieve ontwikkelingen, zijn er ook belangrijke aandachtspunten
als het gaat om onderdelen waarop langzaam voortgang wordt geboekt en waar versnelling
nodig is. Zo is en blijft capaciteit een groot knelpunt, hier zal ik verderop in deze
brief nader op ingaan.
En zoals hierboven al genoemd, worden de verbeteringen en effecten van de versterkingen
die de afgelopen maanden zijn ingezet, nog niet direct ervaren in de dagelijkse praktijk,
omdat deze zich nu bevinden in de fase van ontwerp en eerste implementatie en nog
in werking moeten treden. Zeker in de huidige periode met schaarste in capaciteit,
dienen zaken in een versnelling te komen. Gericht kijk ik hierbij naar de alternatieve
concepten en meer overzicht en inzicht in beschikbare capaciteiten. Deze zijn cruciaal
om in de huidige praktijk in gezamenlijkheid te blijven kijken naar wat wel kan en
samen te komen tot oplossingen waarbij we recht doen aan de situatie van de vele te
beveiligen personen.
Het is zaak om de versterkingen met urgentie voort te zetten en deze snel in de praktijk
uit te voeren en te leren van de ervaringen die je opdoet. Dit zonder concessies te
doen aan het benodigde weerstandsniveau. We houden nauwgezet de voortgang in de gaten
en evalueren de werking in de praktijk, zodat we tijdig en flexibel kunnen bijsturen.
Ik zal uw Kamer hier vanzelfsprekend blijvend over informeren.
Graag wil ik hieronder ingaan op een aantal inhoudelijke thema’s die om meer aandacht
en verdieping vragen.
Inhoudelijke verdieping, discussie en dilemma’s
Zorgplicht van de overheid / beveiligingspakketten
Ik heb in mijn brief van 14 april jl. gesteld dat het fundamentele uitgangspunt is
dat de ambitie en het streven van de overheid moet zijn om de zorgplicht breed in
te vullen. Door de dreiging wordt een te beveiligen persoon per definitie hard geraakt
als het gaat om het blijven voorzetten van zijn leven en zijn werkzaamheden. We moeten
als overheid hierin blijven streven en ons inspannen voor het hetgeen wat wél kan,
ondanks deze dreiging.
Belangrijke pijler van de versterking is het verscherpen van de uitgangspunten van
het stelsel. Met de inrichting van beveiligingspakketten, wordt de zorgplicht van
de overheid geoperationaliseerd en geconcretiseerd. De overheid heeft op grond van
artikel 2 EVRM een positieve verplichting om haar burgers te beschermen tegen (levens)gevaar.
Deze positieve verplichting vereist primair het realiseren van een effectief wettelijk
en bestuurlijk (handhavings)kader ter bescherming van het recht op leven. Aan deze
plicht is door Nederland (onder andere) invulling gegeven door het stelsel bewaken
en beveiligen. De focus van de invulling van de zorgplicht is de fysieke veiligheid
van een persoon. Met het oog op het waarborgen van de fysieke veiligheid van een persoon
worden veiligheidsmaatregelen getroffen. Veiligheidsmaatregelen kunnen en zullen echter
gepaard gaan met nadelige neveneffecten. Zo wordt de bewegingsvrijheid beperkt, kan
er verlies zijn van werk of inkomen dan wel ontstaan andere problemen, bijvoorbeeld
op sociaaleconomisch gebied. Welke inspanning vereist en wenselijk is om deze neveneffecten
te verkleinen of voorkomen, vraagt een weloverwogen politiek-beleidsmatige keuze.
Op het benodigde weerstandsniveau doen we absoluut geen concessies, iedereen krijgt
de bescherming die nodig is tegen de geconstateerde dreiging. Er moeten echter keuzes
gemaakt worden in de mate waarin gefaciliteerd kan worden in de ruimte die een persoon
krijgt om diens leven zo ongestoord mogelijk te laten verlopen. Hierbij wordt gekeken
naar de specifieke dreiging en de beschikbare capaciteiten die hiervoor ingezet kunnen
worden. Zeker in een context van schaarste in capaciteit, zijn in de huidige situatie
gezagen genoodzaakt om keuzes te maken. Deze dilemma’s zullen zich ook in de toekomst
blijven voordoen.
Capaciteit
De capaciteit van de DKDB en de regionale eenheden van de politie en de bewaken en
beveiligen onderdelen van de KMar staat onder grote en structurele druk. Zoals ik
hierboven heb toegelicht, dienen meer personen beveiligd te worden, waarbij velen
met relatief hoge dreiging en daardoor met zware beveiligingsmaatregelen. De eerder
toegekende versterkingsgelden uit 2020 (BOTOC) zijn nagenoeg volledig besteed en de
betrokken diensten werken hard om de intensivering die in 2021 is toegekend voor capaciteitsuitbreiding
ten behoeve van beveiliging in het hoogste dreigingsniveau zo spoedig mogelijk om
te zetten in extra capaciteit. De uitvoeringsuitdagingen blijven daarmee echter op
korte termijn bestaan en dit zal naar verwachting ook voor de lange termijn nog steeds
onvoldoende zijn om de gegroeide vraag naar beveiligingsmaatregelen te ondervangen.
De impact van deze schaarste is niet te onderschatten. Het stelsel zal altijd zorgen
voor de veiligheid van de te beveiligen personen, objecten en diensten, maar dient
soms beperkende keuzes te maken in onder andere de bewegingsvrijheid. Dit gebeurt
nu meer dan mij lief is. Daarom zet ik mij in voor snellere doorontwikkeling, maar
ook extra investeringen in het stelsel.
Versterkingsgelden
In de Voorjaarsnota van mei 2022 (Kamerstuk 36 120, nr. 1) heeft het kabinet € 100 miljoen extra (structureel vanaf 2025) beschikbaar gesteld
om het stelsel te versterken om onder andere de groei van het aantal personen die
beveiliging nodig hebben te ondervangen. Dit in aanvulling op de eerder beschikbaar
gestelde middelen (€ 55 miljoen BOTOC, basis op orde) en de € 30 miljoen opbouwend
vanaf 2022 voor de capaciteitsimpuls voor beveiligingsmaatregelen in het hoogste dreigingsspectrum.
De gelden zijn beschikbaar vanaf 2024 (€ 50 miljoen) en 2025 (€ 100 miljoen). Onder
andere deze middelen zullen worden ingezet ten behoeve van een significante structurele
versterking van uitvoeringscapaciteit voor personen die geconfronteerd worden met
hoge dreiging. Hierbij wordt gekeken naar aanvullende capaciteit bij de uitvoeringsorganisaties
die in het hoogste spectrum kunnen opereren, maar ook naar aanvullende capaciteit
en middelen om deze organisaties te ondersteunen in het brede palet aan werkzaamheden
waar ze nu voor worden ingezet. Hierbij kan gedacht worden aan meer flexibele inzet
van personeel en het overnemen van (ondersteunende) diensten door andere eenheden
of private partijen.
Op hoofdlijnen kan ik aangeven dat ik het stelsel ga verstevigen met twee nieuwe onderdelen.
Ik ga investeren in de KMar, waardoor er zowel op de korte termijn als lange termijn
aanvullende capaciteit beschikbaar is die beveiliging kan vormgeven bij risico’s en
scenario’s met hoge dreiging. Dit betekent dat de KMar een apart persoonsbeveiligingscontingent
gaat inrichten met afgebakende capaciteit voor inzet in het nationale domein, onder
gezag van de NCTV. Daarnaast ga ik investeren in het plan van de politie, zodat een
grotere groep te beveiligen personen opgenomen kunnen worden in het stelsel. Dit gaat
onder andere om het voornemen voor de inrichting van een nieuw organisatieonderdeel
bij de politie, waardoor er structurele bewaking en beveiligingscapaciteit beschikbaar
komt die verschillende vormen van beveiliging kan vormgeven. Een belangrijk beoogd
effect hiervan is dat verschillende politiefunctionarissen – die afgelopen jaren structureel
zijn ingezet om bewaken en beveiligingstaken op zich te nemen – weer beschikbaar komen
voor hun eigen regionale eenheden met het diverse takenpakket waar zij voor aan de
lat staan. Daarnaast wordt onder andere geïnvesteerd in het toekomstbestendig inrichten
van cameratoezicht voor bewaken en beveiligen. Deze nieuwe onderdelen worden in samenhang
ontwikkeld, zodat het stelsel integraal versterkt wordt.
Ik heb de politie en de KMar verzocht om in gezamenlijkheid en in overleg met de gezagen
de plannen nader uit te werken. De plannen dienen inzicht te geven over de wijze van
aansturing, de beoogde effecten – in het bijzonder het aantal te beveiligen personen
– de fasering en efficiëntieslag. Het vormgeven van beveiligingsmaatregelen – zeker
bij hoge dreiging – vraagt een aanzienlijk bedrag, gezien de gehele organisatie die
hier achter schuil gaat. Over de precieze verdeling, invulling en beoogde effecten
van deze middelen informeer ik uw Kamer op een later moment.
Daarbij is het belangrijk om te benadrukken dat versterking van het stelsel niet alleen
gedreven moet zijn vanuit het perspectief van schaarse capaciteit, integendeel. We
moeten vanuit breder perspectief blijven onderzoeken wat er nodig is om het stelsel
te versterken. Wat is er nodig om de werkwijze en kwaliteit binnen het stelsel te
verhogen, zodat een te beveiligen persoon zo min mogelijk in diens leven gehinderd
wordt door de dreiging en de beveiligingsmaatregelen? Dit is de vraag die elke keer
centraal staat.
Kroongetuigeregeling en het stelsel bewaken en beveiligen
In de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit is het gebruik van (kroon)getuigen
cruciaal. Daarover wordt uw Kamer binnenkort nader geïnformeerd. In die brief licht
ik ook toe wat de consequenties (kunnen) zijn voor het stelsel bewaken en beveiligen.
Voor het stelsel bewaken en beveiligen is het cruciaal dat aan de voorkant een stevige
risicoanalyse wordt gemaakt waar ook de effecten voor dit stelsel inzichtelijk worden.
Daar waar een (aanzienlijke) impact te voorzien is, wordt dat nu en zal dit in het
vervolg altijd meegewogen worden in de besluitvorming door het Openbaar Ministerie
over het al dan niet aangaan van een kroongetuigendeal. Dat verandert bij deze verbetering
niet.
Vervolg
Ik constateer dat een belangrijke fase is doorlopen waarin de versterkingen vanuit
verschillende trajecten voor een belangrijk deel zijn gerealiseerd of in een gevorderd
stadium zijn. Van de versterkingen die zijn ingezet na de afschuwelijke moorden op
de broer van een kroongetuige en advocaat Wiersum (BOTOC-middelen) in 2020 tot en
met de Commissie Bos in 2022. De volgende fase breekt nu aan, waarin de effecten in
de dagelijkse praktijk zichtbaar moeten worden. Dit vraagt toewijding, flexibiliteit
en gezamenlijkheid. De doorontwikkeling opgave is nog niet af en zal komende periode
met prioriteit doorgezet dienen te worden. De ingezette koers mag niet stilvallen,
daar zal ik nadrukkelijk op toezien. Ik zal u in april weer informeren over de voortgang
van deze pijlers. Ik verwacht nog de bevindingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Ik zal uw Kamer te zijner tijd infomeren hoe ik de adviezen uit dit rapport zal inzetten
ten behoeve van het stelsel van bewaken en beveiligen. Daarnaast verwacht ik komende
periode ook de bevindingen uit de internationale vergelijking met de stelsels in andere
landen, die ik met uw Kamer zal delen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid