Brief regering : Nederlandse Mondiale Gezondheidsstrategie 2023-2030: Samen zorgen voor gezondheid wereldwijd
36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN
VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2022
Zoals aangekondigd in het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar
de toekomst» (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) ontvangt u hierbij de beleidsnota «Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie 2023–2030:
Samen zorgen voor gezondheid wereldwijd».
Op 2 december 2020 verzocht het Kamerlid Kuik het kabinet om onderzoek te doen naar
de meerwaarde en mogelijkheden voor een Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie.1 Op 20 april jl. presenteerde de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) deze
mogelijkheden en meerwaarde in het adviesrapport «Fundament voor een Nederlandse mondiale
gezondheidsstrategie».2 De aanbevelingen van de AIV vormen bouwstenen voor deze kabinetsbrede strategie.
Daarnaast is de beleidsnota tot stand gekomen met input uit consultaties met het maatschappelijk
middenveld, de private sector, kennisinstellingen, uit binnen- en buitenland, jongeren
en zuidelijke partners, de EU, gelijkgezinde landen en internationale organisaties,
waaronder de WHO.
Met deze strategie beoogt het kabinet de komende jaren gecoördineerd en doelgericht
bij te dragen aan het verbeteren van de volksgezondheid wereldwijd en daarmee ook
in Nederland. De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties vormen
hierbij het uitgangspunt. De strategie biedt daartoe een kader voor geïntegreerde
en kabinetsbrede samenwerking op zowel nationaal als internationaal niveau. Op basis
van de grootste wereldwijde uitdagingen en de Nederlandse meerwaarde op het gebied
van mondiale gezondheid richten we ons op 1) het versterken van de mondiale gezondheidsarchitectuur
en nationale gezondheidssystemen, 2) het verbeteren van internationale pandemische
paraatheid en minimaliseren van grensoverschrijdende gezondheidsdreigingen, en 3) adresseren
van de impact van klimaatverandering op volksgezondheid en vice versa.
Binnen deze prioriteiten zet de strategie speerpunten en handelingsperspectieven voor
de komende jaren uiteen. Vervolgens schetsen we hoe het kabinet zal bijdragen aan
het versterken van nationale en internationale coördinatie en coherentie van beleid,
die noodzakelijk is om de inhoudelijke ambities te bereiken, en welke middelen het
daarvoor beschikbaar stelt.
Met de ontwikkeling en implementatie van deze strategie geeft het kabinet tevens uitvoering
aan verschillende moties en toezeggingen op het terrein van mondiale gezondheid.
Zo staat het structureel verbeteren van de pandemische paraatheid, ook door het versterken
van gezondheidssystemen, centraal in deze strategie en blijft Nederland hier komende
jaren nauw in optrekken met andere (EU-)lidstaten.3 Ook blijft Nederland onverminderd inzetten op het verbeteren van seksuele en reproductieve
gezondheid en rechten, inclusief het bestrijden van hiv/aids, als één van de speerpunten
in deze strategie.4 Daarnaast zoekt het kabinet in de uitvoering van deze strategie nadrukkelijk de samenwerking
met de private sector, kennisinstellingen en het maatschappelijk middenveld om tot
duurzame en innovatieve oplossingen te komen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzame
en klimaatbestendige zorg, (vaccin)productie en distributie, en versterking van gezondheidssystemen.5 Verder draagt het kabinet met deze strategie bij aan pandemische paraatheid door
samenwerking met innovatieve partnerschappen als Coalition for Epidemic Preparedness
Innovations (CEPI) te intensiveren, zich in te zetten voor het faciliteren van vrijwillige
kennis- en technologieoverdracht en eventueel overschot aan vaccines voor donatie
ter beschikking te stellen aan landen die daar behoefte aan hebben.6
,
7
Het kabinet benadrukt dat deze mondiale gezondheidsstrategie een strategie is op hoofdlijnen.
Het biedt een eerste kader en de start van een meerjarig proces voor een vernieuwende
en geïntegreerde inzet van Nederland op mondiale gezondheid. Zo kunnen overheid, bedrijfsleven,
kennisinstellingen en maatschappelijk middenveld de komende jaren samen zorgen voor
meer strategisch, coherent, efficiënt en effectief optreden van Nederland op dit gebied,
in samenwerking met internationale partners, andere landen, de EU en de WHO.
De Kamer zal via reguliere (resultaten) rapportages, jaarverslagen en brieven worden
geïnformeerd over de uitvoering van de strategie.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.