Brief regering : Toelichting wetsvoorstel plan van aanpak witwassen
36 228 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in verband met het verbod op contante betalingen voor goederen vanaf 3.000 euro en het uitbreiden van de mogelijkheden voor informatie-uitwisseling ten behoeve van de poortwachtersfunctie (Wet plan van aanpak witwassen)
Nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2022
Met deze brief wil ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, nader
informeren over onze afwegingen bij de maatregel die ziet op gezamenlijke transactiemonitoring.
Deze maatregel maakt onderdeel uit van het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen
(Kamerstuk 36 228).1
Met deze maatregel wordt beoogd om banken de mogelijkheid te geven om de transacties
van hun cliënten gezamenlijk te monitoren. De huidige vorm van transactiemonitoring2 biedt criminelen de kans om onder de radar te blijven door transacties via verschillende
partijen en verschillende banken te laten lopen. Door de bundeling van kracht en kennis
die gezamenlijke transactiemonitoring biedt, kan er een barrière worden opgeworpen,
die witwassen aanzienlijk bemoeilijkt.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft kritisch geadviseerd ten aanzien
van deze maatregel, met name vanuit het oogpunt van privacybescherming. Ik ben het
met die kritiek eens. Samenwerking tussen ketenpartners en het delen van gegevens
zijn een belangrijke factor in een effectieve aanpak van witwassen. Maar ook de privacy
van burgers en klanten van banken is in onze rechtsstaat van groot belang. Er bestaat
dan ook een inherente spanning tussen de effectieve aanpak van witwassen en de bescherming
van de privacy. De bepaling, zoals deze is voorgelegd aan de Afdeling advisering,
was wat mij betreft te vrijblijvend geformuleerd om de privacy van burgers voldoende
te waarborgen. Daarom is naar aanleiding van het advies van de Afdeling, in overleg
met de Nederlandse Vereniging van Banken, de bepaling substantieel herzien. Hieronder
licht ik de belangrijkste aspecten van deze herziening toe.
Om te beginnen had de Afdeling advisering kritiek op het ontbreken van de onderbouwing
voor de noodzaak voor de maatregel en de effectiviteit ervan voor de aanpak van witwassen.
De memorie van toelichting is nu aangevuld met rapporten en voorbeelden, om zowel
het probleem als de keuze voor deze oplossing nader te onderbouwen. Ook wordt in de
memorie van toelichting nu gerefereerd aan pilots die zijn uitgevoerd met een beperkte
vorm van het gezamenlijk monitoren van transacties. De resultaten van deze pilots
zijn positief. Tegelijkertijd staat hiermee de effectiviteit van het gezamenlijk monitoren
van transacties door banken, zoals opgenomen in dit wetsvoorstel, niet onomstotelijk
vast. Het gezamenlijk monitoren van transacties bestaat nog niet in deze vorm, nationaal
noch internationaal. De effectiviteit ervan moet zich daarom deels nog in de praktijk
bewijzen. Desalniettemin, ben ik, mede door gesprekken met ketenpartners en de hiervoor
genoemde rapporten en pilots, ervan overtuigd dat het gezamenlijk monitoren van transacties
een effectief middel kan zijn om de aanpak van witwassen te verbeteren. Daarom vind
ik het belangrijk om ruimte te bieden aan deze innovatie van de poortwachtersfunctie
en is de maatregel – in herziene vorm – gehandhaafd in het wetsvoorstel.
Juist omdat de effectiviteit zich nog in de praktijk moet uitwijzen, vind ik het van
belang om na te gaan hoe deze maatregel in de praktijk uitpakt. Daarom wordt na vier
jaar de effectiviteit van gezamenlijke transactiemonitoring en de naleving van privacyregels
geëvalueerd. Hierbij zullen de relevante publieke partijen, zoals de FIU-Nederland,
De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Persoonsgegevens, nauw betrokken worden in
een adviserende rol. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie, wordt bezien of
en in welke vorm vervolg gegeven gaat worden aan het gezamenlijk monitoren van transacties
op de langere termijn.
Ik kom ook tegemoet aan de kritiek van de Afdeling ten aanzien van de proportionaliteit
van de gegevensdeling. De hoeveelheid gegevens die gedeeld mag worden is maximaal
ingeperkt, tot aan de grens dat de effectiviteit van het gezamenlijk monitoren van
transacties beduidend ondergraven zou worden. Ook worden er extra waarborgen geïntroduceerd
ten aanzien van de gegevensdeling. Op deze – en andere – wijzigingen van het wetsvoorstel
wordt uitgebreider ingegaan in het nader rapport en de memorie van toelichting.
Ik zie het gezamenlijk monitoren van transacties en de andere maatregelen uit dit
wetsvoorstel als een belangrijke stap in de verbetering van de aanpak van witwassen
in Nederland. De Minister van Justitie en Veiligheid en ik kijken uit naar de behandeling
van dit wetsvoorstel in het parlement.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Financiën