Brief regering : Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Strafrechtelijke onderwerpen van 5 oktober 2022, over de naleving van de nieuwe licentie-eisen van de KNVB
30 234 Toekomstig sportbeleid
25 232
Voetbalvandalisme
Nr. 327
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2022
In het commissiedebat Strafrechtelijke onderwerpen van 5 oktober jl. (Kamerstuk 29 279, nr. 737) heb ik toegezegd de Kamer voorafgaand aan het commissiedebat Politie van 20 oktober
as. te informeren over de naleving van de nieuwe licentie-eisen van de KNVB. Ook heb
ik toegezegd de Kamer te informeren over het aantal betaald voetbalorganisaties (bvo’s)
dat door het tuchtrechtelijk orgaan op de vingers getikt is. In deze brief ga ik nader
op deze punten in.
In mijn brief van 3 oktober jl. heb ik de Kamer geïnformeerd over de nieuwe licentie-eisen
voor bvo’s 2022–2023 (Kamerstukken 30 234 en 25 232, nr. 325). Deze zijn door de KNVB aangescherpt en er zijn nieuwe eisen toegevoegd. Dit gaat
bijvoorbeeld over een verplicht aantal uren om een veiligheidscoördinator in dienst
te hebben en eisen die worden gesteld aan camera’s. Op 22 juni 2022 is de Algemene
Vergadering Betaald Voetbal met deze licentie-eisen akkoord gegaan. De heer Knops
(CDA) vroeg in het commissiedebat Strafrechtelijke onderwerpen van 5 oktober jl. naar
de naleving van de licentie-eisen door de bvo’s.
De licentie-eisen die door de KNVB voor het lopende seizoen 2022–2023 bepaald zijn,
dienen gedurende dit seizoen door alle bvo’s geïmplementeerd te worden. Het wordt
niet van de bvo’s verwacht dat zij al vanaf het begin van het seizoen alle eisen hebben
geïmplementeerd. De termijn tussen het akkoord van de Algemene Vergadering Betaald
Voetbal (eind juni) en de start van het seizoen (eind juli/begin augustus) maakt het
niet haalbaar voor alle bvo’s om direct aan alle eisen te voldoen. De KNVB meet de
implementatie echter wel gedurende het lopende seizoen, uiterlijk voor 1 maart as.
Deze afspraken en termijnen zijn in de statuten van de KNVB verankerd. Indien een
bvo voor 1 maart niet aan de licentie-eisen van de KNVB voldoet, wordt aan deze bvo
geen licentie voor het daaropvolgende seizoen verleend. De KNVB geeft aan dat veel
bvo’s op dit moment al voldoen aan de licentie-eisen 2022–2023, omdat het niet enkel
nieuwe eisen betreft, maar ook aanscherpingen van bestaande eisen. Anderen zijn intensief
aan het werk om deze eisen te implementeren.
Op 12 oktober jl. is de Veiligheidsmonitor van de KNVB gepubliceerd1. De KNVB geeft aan dat in het seizoen 2021–2022 er meer wanordelijkheden waren, maar
er ook meer landelijke stadionverboden zijn uitgedeeld, namelijk 1.250 – het dubbele
van wat het afgelopen decennium gangbaar was per seizoen. Dat er meer wanordelijkheden
waren was mij reeds bekend. Daarom zetten we al sinds vorig jaar in op geïntensiveerde
afspraken met alle partijen, zoals betere wedstrijdvoorbereiding. De cijfers uit de
Veiligheidsmonitor van de KNVB onderbouwen het nut en de noodzaak van de geïntensiveerde
gezamenlijke aanpak van mijn ministerie en de partners. Het is goed om te zien dat
er ook meer stadionverboden zijn uitgedeeld. Uiteindelijk is het doel om de wanordelijkheden
omlaag te brengen en niet het aantal sancties omhoog. Wij zetten hier nog steeds op
in en blijven dit de komende periode monitoren.
De heer Knops (CDA) vroeg tijdens het commissiedebat Strafrechtelijke onderwerpen
hoeveel clubs door het tuchtrechtelijk orgaan van de KNVB op de vingers zijn getikt.
In het seizoen 2021–2022 zijn 179 afzonderlijke zaken door de tuchtrechtelijke organen
van de KNVB in behandeling genomen, waarvan 59 zaken geseponeerd. De sancties voor
de overige zaken variëren van het plannen tot verbetering (bijvoorbeeld camera’s)
tot (voorwaardelijke) geldboetes, soms oplopend tot 20.000 euro. Aan 5 bvo’s is een
straf opgelegd waarbij er een vak of volledig uitvak leeg gelaten diende te worden.
Aan 8 bvo’s is een voorwaardelijke (uit)wedstrijd zonder publiek opgelegd. Tot slot
is er in een aantal gevallen een berisping of een waarschuwend schrijven uitgegaan.
Daarnaast vroeg de heer Knops (CDA) in het commissiedebat van 5 oktober jl. naar het
aantal voetbalrelschoppers dat door het handelen van de KNVB Taskforce Ondersteuning
bij voetbalincidenten voor de rechter verschenen is. Deze cijfers zijn op dit moment
niet uit de digitale systemen te herleiden, maar zullen handmatig bekeken moeten worden.
Daarom zal ik uw Kamer hier op een later moment nader over informeren.
Het uitgangspunt van de gezamenlijke aanpak van mijn ministerie en de partners is
dat iedereen die van voetbal wil genieten dit op een veilige wijze moet kunnen doen.
Ik blijf mij daarom, in overleg met alle betrokken partijen, inzetten om voetbal gastvrij
en toegankelijk te houden. Het voorkomen van ongeregeldheden en het aanpakken van
relschoppers die zichzelf supporters noemen maar het intussen voor de echte voetballiefhebbers
verstieren, staat centraal in onze aanpak.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid