Brief regering : Opvolging advies Van Geel Omgevingsraad Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 443
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2022
Op 6 oktober 2021 bent u geïnformeerd over de voortgang in de opvolging van het advies
van dhr. Van Geel over de toekomst van de Omgevingsraad Schiphol (ORS)1. Inmiddels is het ontwerp van de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS), de opvolger
van de ORS, afgerond. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de vormgeving van
de MRS. In de bijlage treft u de rapportage «Van ORS naar MRS en Omgevingshuis» aan
waarin de invulling van de MRS uitgebreid is beschreven inclusief de eerste stap naar
een Omgevingshuis (informatiebron en -uitwisseling over Schiphol).
Gevolgd proces
Van Geel constateert in het rapport Schiphol Vernieuwd Verbinden2 (december 2020) dat het poldermodel om tot besluitvorming te komen in de ORS niet
meer werkt. De materie blijkt complex en verhoudingen zijn verstoord: er is geen gezamenlijk
doel meer en geen bereidheid om compromissen te sluiten en te verdedigen. Ingrijpen
is noodzakelijk, anders raken de verhoudingen verder verstoord. Van Geel schrijft:
«Als het niet kan zoals het moet, dan moet het zoals het kan». Nieuwe entiteiten die
worden voorgesteld zijn de MRS en het Omgevingshuis. Participatie moet worden verbreed
en vernieuwd in vorm, inhoud en deelname.
Het ontwerpen van de MRS is gebeurd in actieve dialoog met de ORS-leden (bewonersvertegenwoordigers,
milieu en natuurfederatie Noord-Holland, Luchtverkeersleiding Nederland, Royal Schiphol
Group, KLM en VNO-NCW) onder leiding van het Ministerie van IenW. Parallel aan deze
dialoog heeft een online raadpleging (Participatieve Waarde Evaluatie; PWE) onder
bewoners in de Schiphol regio plaatsgevonden waarin vragen zijn gesteld over de doelen
en gewenste taken van de MRS en het Omgevingshuis. De ORS-leden zijn ook betrokken
in de PWE vraagstelling. In de bijlage treft u het rapport van de PWE aan.
Hoewel standpunten van de ORS leden in hun ontwerpvoorkeuren uiteenlopen is het gelukt
tot een werkbaar en voldoende gedragen ontwerp te komen.
Belangrijk in de weging van de uiteindelijke voorstellen was een relatief korte implementatietermijn,
congruentie met het eindadvies van de heer Van Geel en voldoende vertrouwen van en
tussen de huidige ORS leden.
Hoofdlijnen van het MRS ontwerp
De MRS kanaliseert maatschappelijke perspectieven op het garanderen van de leefomgevingskwaliteit
rond Schiphol. Eindproducten zijn gebundelde weergaven van de visies en standpunten
van betrokken belanghebbenden. De MRS richt zich op beleid met betrekking tot leefomgevingskwaliteit,
maar ook op het leveren van maatschappelijke inbreng in concrete hindermitigatie projecten.
De MRS bestaat uit bewonersvertegenwoordigers, experts/wetenschappers en een brede
maatschappelijke schil. In totaal zijn er 20–21 zetels, afhankelijk van het onderwerp
dat behandeld wordt. Daarnaast is er een zogenaamde open schil waarin een open uitnodiging
wordt gedaan aan eenieder die wil participeren en optioneel een gerichte uitnodiging
wordt gedaan aan een specifieke doelgroep.
Samengevat zijn de belangrijkste verschillen met de huidige ORS:
− Bredere maatschappelijke vertegenwoordiging;
− Verzamelen van maatschappelijke perspectieven zonder noodzakelijke consensus;
− Reflectie/raad van wetenschappers uit relevante disciplines;
− Vooraf dialoog over de te volgen participatie aanpak;
− Vergroting van de scope van de agenda naar leefomgevingskwaliteit;
− Het bestaan van een appreciatieverplichting van IenW/Minister op MRS uitingen en;
− De luchtvaartsector is geen MRS lid, maar wel gesprekspartner in hindermitigatie.
De implementatie van het ontwerp van de MRS is voorbereid en wordt momenteel in gang
gezet. Vanaf 1 januari 2023 wordt zo veel mogelijk conform het ontwerp gewerkt.
Stap op weg naar een Omgevingshuis
Van Geel stelt dat het essentieel is dat informatie en dienstverlening over Schiphol
en omgeving transparant, centraal vindbaar, begrijpelijk en compleet is. Ten behoeve
van het verbeteren van de informatievoorziening is het voorstel om een Omgevingshuis
op te zetten.
De voorgestelde eerste stap naar een Omgevingshuis is het realiseren van een digitaal
portaal waarin alle bestaande informatiebronnen en dienstverlening die op een of andere
manier in relatie staan tot de leefomgevingskwaliteit rond Schiphol thematisch worden
ontsloten. Uit de PWE blijkt dat de belangrijkste taak van een Omgevingshuis het overzichtelijk
toegang bieden tot bestaande informatie en begrijpelijk maken van informatie over
Schiphol is. De (bron)informatieverstrekkende partij blijft zelf verantwoordelijk
voor haar informatie die via de portal wordt ontsloten. Parallel hieraan wordt in
samenwerking met de nieuwe MRS verkend wat de volgende stap zou moeten zijn in de
doorontwikkeling van de informatievoorziening en dienstverlening. Een fysieke ontmoetingsplek
of dienstenloket wordt voorlopig niet nagestreefd. Uit de PWE blijkt hier geen grote
behoefte naar te zijn. Vooralsnog wordt daarom geen actieve rol genomen in eventuele
vervolgtrajecten op dit gebied. Afhankelijk van de nadere verkenning en besluitvorming
over de gewenste positionering wordt het Omgevingshuis verder doorontwikkeld. Naar
verwachting zal de eerste versie van het digitale portaal operationeel zijn vanaf
het begin van 2023.
Voorzitter
De heer Van Geel is bereid gevonden zijn interim- voorzitterschap van de ORS tot 1 januari
2023 voort te zetten. Onderdeel van de te realiseren MRS is de werving van een nieuwe
voorzitter. De procedure voor het werven van een nieuwe voorzitter is opgestart. De
Kamer wordt geïnformeerd wanneer de nieuwe voorzitter is gekozen en de benoeming plaatsvindt.
Ik ben verheugd u de nieuwe vormgeving te kunnen presenteren en heb er alle vertrouwen
in dat de Maatschappelijke Raad Schiphol, als opvolger van de Omgevingsraad Schiphol,
een effectief platform gaat zijn voor een constructieve maatschappelijke dialoog over
de luchthaven Schiphol.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat