Brief regering : Bevindingen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitvoering van de motie van het lid Marijnissen c.s. over een voorstel hoe binnen overheidsinstellingen vervuilde data worden opgeruimd (Kamerstuk 35510-21) en de motie van het lid Klaver c.s. over opzetten van een algoritmeregister (Kamerstuk 35510-16)
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
32 761
Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Nr. 926
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2022
In vervolg op de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK)1 treft u bijgaand de bevindingen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (VWS) aan over de uitvoering van de moties van de leden Marijnissen c.s. en
Klaver c.s.2
In het debat van 19 januari 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 45, item 4) over het rapport «Ongekend Onrecht» van de Parlementaire Ondervragingscommissie
Kinderopvangtoeslag (POK) is bij motie van het lid Marijnissen (SP) c.s. verzocht
om «een voorstel te doen hoe overal binnen overheidsinstellingen vervuilde data, risicomodellen
en het gebruik van nationaliteit worden opgeruimd». Het lid Klaver (GroenLinks) c.s.
heeft gevraagd om hierbij niet alleen te kijken naar nationaliteit, maar ook naar
etniciteit en geboorteplaats.
Deze brief geeft een antwoord op de vragen naar rechtmatig en behoorlijk gebruik van
afkomstgerelateerde indicatoren door het Ministerie van VWS, in het bijzonder in risicomodellen,
en beschrijft de gehanteerde aanpak. Het onderzoek is VWS-concernbreed uitgevoerd
door 19 organisatieonderdelen.3 Gemeentes en het zorgveld zijn niet benaderd omdat zij niet onder mijn verantwoordelijkheid
vallen.
Aanpak
Met de brief van 8 april 2021 (Kamerstukken 26 643 en 32 761, nr. 751) informeerde de Staatssecretaris van BZK, coördinerend departement voor de uitvoering
van motie met Kamerstuk 35 510, nr. 21, uw Kamer over de interpretatie van motie 21 en de uitwerking van het gevraagde voorstel4. De Staatssecretaris heeft in de brief toegelicht dat in de interpretatie van het
kabinet de motie betrekking heeft op onrechtmatig of oneigenlijk c.q. onbehoorlijk
gebruik van afkomstgerelateerde indicatoren met een focus op het gebruik in risicomodellen
en dat de uitvoering plaatsvindt in de volgende drie fasen:
Fase 1. Inventariseren van het gebruik van afkomstgerelateerde indicatoren, waaronder
het gebruik in risicomodellen;
Fase 2. Beoordelen van de rechtmatigheid en behoorlijkheid van het gebruik, waaronder
het gebruik in risicomodellen;
Fase 3. Opruimen van onrechtmatig of onbehoorlijk verwerkte data en risicomodellen
op basis van uitkomsten van de beoordeling (fasen 1 en 2).
Op 21 oktober 2021 en 23 mei 2022 heeft de Staatssecretaris van BZK uw Kamer bericht
over de voortgang van de uitvoering bij het Ministerie van VWS en andere ministeries.5
De gefaseerde aanpak is bij het Ministerie van VWS uitgevoerd door de 19 organisatieonderdelen
zelf. Zij kennen de processen en de in dat kader verrichte verwerkingen het best.
Om hen hierin te ondersteunen heeft de Chief Information Officer (CIO) voorzien in
een vragenlijst inclusief toelichting, definities, instructies en een invulformat.6 Ook zijn met de meeste organisatieonderdelen gesprekken gevoerd voor verdere begeleiding
en om speciale aandacht aan het onderwerp discriminatie te geven.
Conclusies
Bij het Ministerie van VWS kunnen de indicatoren nationaliteit, etniciteit, geboorteplaats,
geboorteland en ras een rol spelen in het bepalen van de rechten en plichten die een
persoon heeft. Het gebruik van deze gegevens kan verplicht zijn. Enkele voorbeelden
hiervan zijn: het CIBG dat gegevens zoals geboorteland en nationaliteit nodig heeft
om diploma’s van buitenlandse zorgverleners te kunnen registreren of erkennen, de
Dopingautoriteit dat nationaliteit van sporters vast moet leggen om de jurisdictie
te kunnen bepalen en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu dat vaccinatiegegevens
over onder andere geboorteland, geboorteplaats en nationaliteit registreert voor de
uitvoering van het rijksvaccinatieprogramma. Uit de inventarisatie volgt dat het gebruik
door het Ministerie van VWS voldoet aan de eisen die daaraan gesteld worden in het
kader van rechtmatigheid en behoorlijkheid, zoals een duidelijke wettelijke grondslag,
noodzakelijkheid en niet discrimineren.
Uit de inventarisatie is geen gebruik van afkomstgerelateerde indicatoren geconstateerd
in risicomodellen bij het Ministerie van VWS.
Gegeven deze inventarisatie is er geen sprake van vervuilde data die opgeruimd moet
worden.
Met deze brief heb ik uw Kamer inzage gegeven in de resultaten en aanpak van de uitvoering
van motie met Kamerstuk 35 510, nr. 21.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport