Brief regering : Reactie op verzoek van het lid Eppink, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 27 september 2022, over actuele situatie in Iran en Nederlandse inzet
23 432 De situatie in het Midden-Oosten
Nr. 491
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2022
Graag informeer ik uw Kamer met deze brief over de actuele situatie in Iran. Daarbij
ga ik specifiek in op de Nederlandse inzet, zowel bilateraal als ook in EU-verband,
conform het verzoek van de leden Omtzigt en Jasper Van Dijk (SP) (Handelingen II 2022/23,
nr. 4, Regeling van Werkzaamheden) alsmede het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse
Zaken.
Situatie in Iran
Sinds 16 september 2022 vinden grootschalige protesten plaats in Iran. Directe aanleiding
hiervoor is de publieke verontwaardiging over de dood van de 22-jarige Mahsa Amini,
die volgens ooggetuigen na haar arrestatie door de Iraanse religieuze politie zou
zijn mishandeld, met uiteindelijk de dood tot gevolg. Dit zijn de grootste protesten
sinds 2019. De protesten lijken zich te richten op zowel de repressie als ook de slechte
economische situatie van het land. De Iraanse autoriteiten proberen de demonstraties
te beëindigen door grootschalige inzet van de veiligheidsdiensten. Dit gaat in meerdere
steden gepaard met geweld tegen vreedzame demonstranten en talloze arrestaties. De
autoriteiten wijzen naar beïnvloeding vanuit het buitenland en (militante) oppositiegroeperingen.
Officieel zijn er tientallen doden bevestigd en tenminste 1200 arrestaties verricht.
Onafhankelijke monitoring wordt echter sterk belemmerd door de grootschalige inperking
van het internet. Mede hierdoor is het moeilijk vast te stellen wat de omvang van
de protesten is. Grootschalige protesten doen zich de laatste jaren steeds vaker voor.
Inzet van Nederland en de EU
Nederland heeft bij herhaling grote bezorgdheid uitgesproken richting de Iraanse autoriteiten
over de huidige situatie in Iran. Ik heb de Iraanse autoriteiten opgeroepen om een
gedegen en onpartijdig onderzoek in te stellen naar de dood van Mahsa Amini. Deze
boodschap heb ik gedeeld in een gesprek met de Iraanse Minister van Buitenlandse Zaken
tijdens de Algemene Vergadering van de VN in New York en sindsdien ook publiekelijk
herhaald. Diezelfde boodschap is tevens in heldere bewoordingen kenbaar gemaakt in
gesprekken op hoog-ambtelijk niveau met de Iraanse Ambassadeur in Den Haag als ook
door de Nederlandse Ambassadeur in Iran in zijn gesprekken met de Iraanse autoriteiten
aldaar. Ook heeft Nederland hiervoor gepleit in multilateraal verband, waaronder in
de VN-Mensenrechtenraad.
Het Iraanse bureau voor forensische geneeskunde concludeerde afgelopen vrijdag dat
Mahsa Amini zou zijn overleden aan onderliggende medische klachten. Haar familie heeft
aangegeven dat de uitkomsten van dat onderzoek niet aansluiten bij de zichtbare verwondingen
op het lichaam van Mahsa Amini. Dit roept kritische vragen op over de onpartijdigheid
van het uitgevoerde onderzoek. Nederland blijft dan ook onverminderd oproepen tot
een gedegen en onpartijdig onderzoek naar de dood van Mahsa Amini.
Conform motie van het lid Kuzu c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1833, aangenomen op 6 oktober 2022) zal ik dit pleidooi tevens nogmaals herhalen bij de
aanstaande Raad Buitenlandse Zaken van 17 oktober 2022.
Nederland heeft ernstige zorgen over het geweld dat de autoriteiten gebruiken tegen
demonstranten. Nederland heeft het geweld van de Iraanse veiligheidsdiensten bij de
(pogingen tot) beëindiging van de vreedzame protesten sterk veroordeeld en Iran –
zowel in bilateraal als in multilateraal verband – meermaals opgeroepen om het recht
op vreedzaam protest te respecteren. Burgers hebben immers het recht om te demonstreren
voor vrouwenrechten en andere mensenrechten. Ook heeft Nederland op verschillende
niveaus en in verschillende internationale fora het belang benadrukt van vrouwenrechten
en respect voor mensenrechten. Ik sprak hierover met de Iraanse Minister van Buitenlandse
Zaken. Iran is daarnaast onderwerp van discussie geweest in de Mensenrechtenraad en
daarover is een breed gesteunde verklaring uitgebracht. Nederland heeft zich daarnaast
ook in een nationale verklaring in de Mensenrechtenraad uitgesproken. Iran zal tevens
worden besproken in de Raad Buitenlandse Zaken op 17 oktober 2022, waarbij Nederland
– conform motie van het lid Kuzu c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1834, aangenomen op 6 oktober 2022) – zal pleiten voor een gezamenlijke EU-verklaring
om mensenrechtenschendingen van de Iraanse autoriteiten te veroordelen.Nederland zet
zich voorts in voor het instellen van EU-Mensenrechtensancties – ook conform motie
van de leden Sjoerdsma en Agnes Mulder (Kenmerk 21 501-20, nr. 1826, aangenomen op 6 oktober 2022). Het kabinet doet in beginsel echter geen uitlatingen
over concrete voorstellen voor nieuwe sancties, om zo het verrassingseffect en daarmee
de effectiviteit van dergelijke maatregelen niet te ondermijnen.
Naast contact met de Iraanse autoriteiten heb ik op 7 oktober jl. ook samen met mijn
collega Liesje Schreinemacher, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
gesproken met de organisatoren van een grote demonstratie op het Malieveld van zaterdag
8 oktober. Dit gesprek – naast ook een aantal burgerbrieven die ik mocht ontvangen
– maken nogmaals duidelijk hoezeer de protesten in Iran ook mensen in Nederland raken.
Nederland staat pal achter mensen wereldwijd – vrouwen en mannen – die opkomen voor
hun mensenrechten.
Gesprek met de Iraanse Minister van Buitenlandse Zaken
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken verzocht tot slot tevens om een kopie van
het verslag van mijn gesprek met de Iraanse Minister van Buitenlandse Zaken in New
York op 23 september jl. Dergelijke verslagen worden echter niet openbaar gemaakt
in verband met internationale en diplomatieke belangen. De hoofdlijnen van wat in
dit gesprek door mij namens Nederland is opgebracht staan reeds hierboven vermeld,
waaronder een sterke veroordeling van het geweld, mijn expliciete oproep voor een
gedegen en onpartijdig onderzoek naar de zaak Mahsa Amini alsmede mijn dringende verzoek
om het recht op vreedzaam protest te respecteren. Daarnaast heb ik tevens Iran opgeroepen
om spoedig in te stemmen met een hernieuwd nucleair akkoord (JCPOA), waarbij ik nogmaals
heb benadrukt dat de huidige tekst van het JCPOA wat EU en VS betreft «our best and final offer» is.
Veiligheid Nederlanders in Iran
De aanhoudende protesten hebben ook gevolgen voor de veiligheid van Nederlanders in
Iran (geweld, risico op arrestatie). Het reisadvies voor Iran is naar aanleiding van
de protesten op 23 september, op 5 oktober en op 7 oktober 2022 aangescherpt. Alle
reizen naar Iran worden ontraden en er is een expliciete waarschuwing aan Nederlanders
om weg te blijven bij demonstraties. De bestaande waarschuwing voor het risico op
arrestaties van buitenlanders om onduidelijke of politieke redenen is onderstreept.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken