Brief regering : Besluitvorming Rijksministerraad 30 september 2022 inzake liquiditeitssteun vierde kwartaal 2022
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 511
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2022
Elk kwartaal besluit de Rijksministerraad (hierna RMR) over de liquiditeitssteun voor
het kwartaal erna op basis van de adviezen over de liquiditeitsbehoefte van de landen
van het College (Aruba) financieel toezicht (C(A)ft) en op basis van de Uitvoeringsrapportage
van de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) over de voortgang van de hervormingen uit
de landpakketten. In de RMR van 30 september jl. lag de besluitvorming voor het vierde
kwartaal van 2022 voor. Met deze brief informeer ik u over de belangrijkste uitkomsten
van de bespreking.
Liquiditeitssteun
Op basis van de adviezen van het C(A)ft heeft de RMR besloten om Curaçao en Aruba
geen liquiditeitssteun meer voor 2022 toe te kennen omdat de landen volgens het CAft
geen liquiditeitssteun nodig hebben. Volgens het C(A)ft resteert er aan het einde
van het jaar op Curaçao een positief liquiditeitssaldo van ANG 216 miljoen en op Aruba
van AWG 19 miljoen. Hierbij wordt opgemerkt dat Aruba en Curaçao geen liquiditeitssteun
hadden aangevraagd.
De raming voor Aruba kan eventueel nog wijzigen op basis van aanvullende informatie
van Aruba. Om tot besluitvorming over de vaststelling van het maximaal financieringstekort
voor Aruba te komen is nader CAft-advies op basis van de aanvullende informatie van
Aruba nodig. Uit dat advies kan een aangepaste raming van het liquidatiesaldo ultimo
2022 volgen.
Sint Maarten ontvangt voor het vierde kwartaal van 2022 conform het Cft-advies ANG
10 mln. liquiditeitssteun. In de besluitvorming is de mate waarin het land voldoet
aan de RMR-voorwaarden voor liquiditeitssteun meegewogen, inclusief de voortgang die
het Land heeft geboekt op de hervormingen (zie ook hierna onder «Uitvoeringsrapportage
TWO»). Ook de AWG 14 miljoen liquiditeitssteun voor het derde kwartaal wordt toegekend
omdat Sint Maarten een Cft-advies heeft voorgelegd waaruit blijkt dat de alternatieve
invulling van de salariskorting voldoet aan de RMR-voorwaarden. De besluitvorming
hierover was, zoals ik u eerder informeerde, aangehouden in de RMR van 15 juli1. De toetsingskaders risicoregelingen rijksoverheid voor de beide tranches zijn als
bijlage toegevoegd.
Op 17 februari jl.2 informeerde ik u dat op 4 februari de RMR vanwege de aanhoudende effecten van de
coronacrisis op de begrotingen van de landen heeft ingestemd met een afwijking van
de begrotingsnorm zoals vervat in artikel 15 van de Rft voor Curaçao en Sint Maarten
en van de norm voor het van toepassing zijnde financieringssaldo zoals vervat in artikel
14 van de LAft en het protocol voor Aruba. De toegestane mate van afwijking van de
norm werd, net als in eerdere jaren, voor het begrotingsjaar 2022 gelijkgesteld aan
het totaal van leningen die het land met ex ante instemming van de RMR aangaat voor
het doen van uitgaven gedurende 2022 met correctie voor de verandering in het liquiditeitssaldo
van het land aan het einde van het jaar. Hieraan kon toen nog geen nominaal bedrag
gekoppeld worden. Dit omdat het C(A)ft vanwege alle onzekerheden over de economische
ontwikkeling en de daaruit volgende budgettaire effecten geen raming kon geven van
de totale liquiditeitsbehoefte van de landen voor heel 2022. Nu het C(A)ft over de
liquiditeitsbehoefte voor het vierde kwartaal heeft kunnen adviseren, is ook een raming
voor geheel 2022 mogelijk. Op basis van het C(A)ft-advies is besloten dat Curaçao
en Sint Maarten voor het gehele jaar 2022 een maximaal begrotingstekort op de gewone
dienst van respectievelijk ANG 4 mln. en ANG 40 mln. mogen hebben. Over het maximale
financieringstekort van Aruba is afgesproken dat het CAft de RMR hierover nader zal
adviseren op basis van aanvullende informatie van Aruba. Zodra dit heeft geleid tot
vaststelling van het maximale financieringstekort in de RMR zal ik u nader informeren.
Tot slot is besloten dat de regeringen van de Landen met ingang van 2023 weer een
begroting moeten uitvoeren die voldoet aan alle begrotingsnormen die voor Curaçao
en Sint Maarten zijn opgenomen in de Rft en voor Aruba in de LAft en het Protocol.
Met de huidige inzichten van de WHO dat het einde van de Covid-pandemie in zicht is,
gegeven het getoonde krachtig economisch herstel in 2021 en 2022 en de verwachting
dat de inflatie volgend jaar zal afnemen, concludeert de RMR dat het momenteel niet
meer in de rede ligt dat voor de Begroting 2023 een beroep op artikel 23 LAft/artikel 25
Rft op grond van de Covid-19-pandemie zal worden gehonoreerd. In geval van het herstel
van schade veroorzaakt door een nieuwe buitengewone gebeurtenis zal de RMR een eventueel
verzoek van het getroffen land om te mogen afwijken van de centrale begrotingsnormen
opnieuw beoordelen.
Uitvoeringsrapportage TWO
Sinds begin 2021 is door de Landen en de TWO gewerkt aan de invulling van de Landspakketten,
die eind 2020 met de landen werden overeengekomen. De derde Uitvoeringsrapportage
van 2022 beschrijft de voortgang van de Landspakketten.
De voortgang van de implementatie in het afgelopen kwartaal wordt door de TWO in het
algemeen als overwegend goed beoordeeld. Dit is een voorwaarde voor het ontvangen
van liquiditeitssteun. Wel baart de uitvoeringscapaciteit in de landen de TWO (al
langere) tijd zorgen. Hierdoor ontstaat er voor sommige maatregelen vertraging in
de implementatie van de uitvoeringsagenda’s. Nu steeds meer activiteiten in de implementatiefase
komen, is doorzettingskracht en een strakke aansturing van het proces gewenst. Voor
Curaçao spreekt de TWO van een gemengd beeld. Met name de voortgang op het terrein
van het ondernemersklimaat baart de TWO zorgen. Ook bij de maatregelen voor het financieel
beheer en de publieke sector zijn er vertragingen. Waar op Aruba overwegend goede
voortgang wordt gerealiseerd, verdienen de hervormingen op het gebied van belastingen
extra aandacht nu Aruba heeft besloten om de geplande invoering van het nieuwe belastingstelsel
niet meer door te zetten per 1 januari 2023. Voor Sint Maarten is op constructieve
wijze samengewerkt aan het realiseren van de afspraken. De TWO wijst echter op de
beperkte uitvoeringskracht, een ambitieuze wijze van plannen, het op onderdelen ontbreken
van (tijdige) bestuurlijke besluitvorming en een complexiteit die groter is dan eerder
voorzien als vertragende factoren.
Voor de details verwijs ik naar de Uitvoeringsrapportage die als bijlage bij deze
brief is gevoegd.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties