Brief regering : Samenstelling en werkzaamheden adviescommissie versterken weerbaarheid democratische rechtsorde
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 753
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN SOCIALE
ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2022
Nederland kent een open en vrije democratische samenleving. Dit is geen vanzelfsprekendheid.
Onderliggend aan deze manier van leven zijn een rechtsstaat en democratie – samen
de democratische rechtsorde – die voortdurende bescherming, onderhoud en vernieuwing
vergen.
Dit is geen eenvoudige taak in de huidige tijd. Nederland staat voor grote maatschappelijke
opgaven op terreinen als energie, klimaat, wonen en de bestrijding van de Covid-19
pandemie. Deze opgaven raken soms diep de levens van mensen. Het vertrouwen in de
democratische rechtsstaat, de overheid en de politiek staat onder druk en varieert
tussen groepen en regio’s. Ook de verhoudingen tussen groepen in de samenleving staan
regelmatig op scherp. Juist in dit ingewikkelde tijdsgewricht vindt het kabinet het
van belang om meningsverschillen te blijven overbruggen en om nieuwe bruggen te slaan
tussen overheid en de samenleving. Het kabinet acht het daarmee van belang aandacht
te besteden aan de weerbaarheid van onze democratische rechtsorde. Uit het coalitieakkoord
spreekt de ambitie om onze democratische instituties te versterken en het vertrouwen
tussen burger en overheid te herstellen.
Het kabinet verwelkomt in dat licht de motie van het lid Segers c.s. die uw Kamer
heeft aangenomen. De motie vraagt om het instellen van een adviescommissie (Kamerstuk
35 788, nr. 136). Deze Adviescommissie versterken weerbaarheid democratische rechtsorde heeft tot doel te onderzoeken hoe de ontwikkeling van radicalisering en politieke
polarisatie verloopt en op basis van wetenschappelijke inzichten te analyseren wat
de effecten hiervan op het democratisch proces zijn. Voorts wordt de commissie gevraagd
aanbevelingen te doen over hoe onze democratie beter te weren tegen extremisme, radicalisering
en polarisatie, en wat in deze tijd bijdraagt aan de versterking van de democratische
rechtsorde.
Hieronder berichten wij u over de samenstelling, werkzaamheden en planning van deze
adviescommissie.
Samenstelling
Omdat de motie expliciet oproept tot een breed samengestelde commissie is eerst in kaart gebracht wat er onder deze «brede samenstelling» wordt verstaan.
Hierbij is een uitsplitsing gemaakt van de (wetenschappelijke) expertises die de inhoud
van de motie beslaat. Daarnaast moet er ook praktijkkennis in de commissie vertegenwoordigd
zijn. Verder is voldaan aan de vereisten van de Kaderwet Adviescolleges.
Op 15 juli jl. is de voorzitter, dhr. Ahmed Marcouch, benoemd1. Rekening houdend met bovenstaande criteria worden de volgende leden voorgedragen:
• mevrouw M.J.J. van den Anker
• de heer dr. G.M. van Buuren
• de heer prof. dr. P. Dekker
• mevrouw S. El Fizazi
• de heer drs. F.J.J. Geraedts
• mevrouw prof. dr. E.H. Tonkens
• de heer prof. dr. R. Vliegenthart
• de heer J.J. de Voogd
• mevrouw N. R. van Weezel
De leden worden bij koninklijk besluit benoemd. Het koninklijk besluit zal in de Staatscourant
worden gepubliceerd.
Werkzaamheden
In de instellingsregeling van de commissie is de taakopdracht verwoord2. De commissie heeft, gezien haar onafhankelijkheid, de vrijheid zelf focus en accenten
te leggen en zal hier in de eerste fase keuzes in maken.
De taakopdracht verzoekt de commissie op basis van bestaande wetenschappelijke inzichten
met aanbevelingen te komen. De commissie heeft hier de ruimte en middelen om deze
inzichten te verrijken door middel van raadpleging van experts en burgers. Op welke
werkwijze dit vorm krijgt is aan de commissie om zelf te bepalen. De commissie wordt
ondersteund door een secretariaat.
Planning
Met de benoeming van de leden per 7 oktober 2022 is de commissie compleet en gaat
deze officieel van start. De commissie is verzocht om in oktober 2023 met haar aanbevelingen
te komen. Wij informeren uw Kamer in elk geval halverwege de looptijd over de voortgang,
zoals in de Kamerbrief van 15 juli jl. is benoemd. Daarnaast staat het de commissie
vrij om zelf eigen communicatiemomenten te kiezen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Medeindiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid