Brief regering : Werkprogramma en tussenrapportage van de Raad voor het Openbaar Bestuur
36 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023
Nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 oktober 2022
Hierbij bied ik u de tussenrapportage van het Meerjarenprogramma 2021–2023 van de
Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) inclusief een vooruitblik op het komende parlementair
jaar aan.
Vorig jaar heeft mijn voorganger u het werkprogramma van de ROB met een looptijd van
twee jaar in plaats van één jaar aangeboden. Hierin zijn op hoofdlijnen twee adviesthema’s
beschreven – 1. Het gezag van de overheid, en 2. Interbestuurlijke en financiële verhoudingen
–, waarop meerdere adviezen uitgebracht zijn en gaan worden. Dit is gedaan om de vorm
en het tijdpad van de programmering beter op de huidige adviespraktijk aan te laten
sluiten.
Van de ROB heb ik op 11 augustus jl. een tussenrapportage ontvangen, waarin de raad
uiteengezet heeft waar zij halverwege de uitvoering van het programma staat en wat
de raad in het komende parlementair jaar gaat oppakken. Het laat onder andere zien
dat het Meerjarenprogramma 2021–2023 van de ROB nog actueel is en geen aanpassing
behoeft.
Daarom bied ik u – conform artikel 26, lid 3, Kaderwet adviescolleges – als werkprogramma
van de ROB het (ongewijzigde) «Meerjarenprogramma 2021–2023» en de daarbij behorende
tussenrapportage aan.
De tussenrapportage toont een voortvarende uitvoering. Er zijn diverse waardevolle
publicaties uitgebracht, bijvoorbeeld het Wegingskader goed openbaar bestuur, een
essaybundel over de spanningsvolle relatie tussen wetenschap en beleid, en het advies
over de herijking van het gemeentefonds. Ook is de samenwerking met andere adviesraden
geïntensiveerd. In de komende periode mogen we ook weer veel van de ROB verwachten.
De ROB blijft bovendien open staan voor nieuwe vragen die actueel gaan worden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties