Brief regering : Archief commissie Dossier J.A. Poch
36 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2023
Nr. 108
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 oktober 2022
Op 1 februari 2021 heeft de Commissie Dossier J.A. Poch (hierna: de Commissie), onder
leiding van de heer Machielse, haar rapport aangeboden en is dit rapport aan uw Kamer
verstrekt.1 Op 1 maart 2021 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd ook het archief van de Commissie
aan uw Kamer te verstrekken.2 Het archief is op 4 juni 2021 overgedragen aan mijn departement. Op 14 juli 2022
heb ik uw Kamer geïnformeerd over het feit dat het archief van de Commissie op dat
moment niet gereed was om aan uw Kamer te verstrekken.3
De afgelopen periode is het archief beoordeeld ten einde te bepalen welke informatie
op grond van artikel 68 Grondwet aan uw Kamer kan worden verstrekt. Ik heb het archief
in volle omvang kunnen beoordelen. Nu ik kennis van het volledige archief heb kunnen
nemen, blijkt dat verstrekking van het archief verstrekkende gevolgen kan hebben voor
meerdere betrokkenen, waardoor zij onevenredig benadeeld zouden worden. Daarnaast
zou het verstrekken van delen van een strafdossier mijns inziens een onwenselijk precedent
scheppen. Ik heb daarom moeten concluderen dat ik het archief in zijn huidige vorm
niet volledig aan uw Kamer kan verstrekken. Desgewenst is gedeeltelijke openbaarmaking
van documenten die inhoudelijk wel verstrekt kunnen worden mogelijk. Met de selectie
van deze documenten zullen overigens de nodige tijd en kosten gemoeid zijn. Voorbeelden
van dergelijke documenten zijn ambtelijk e-mailwisselingen ten behoeve van beantwoording
van Kamervragen, nieuwsberichten en gerechtelijke uitspraken.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.