Brief regering : Beleidsreactie op het Beweegadvies voor kinderen tot en met vier jaar van de Gezondheidsraad
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 638
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2022
Op 22 februari jl. heeft de Gezondheidsraad het Beweegadvies voor kinderen tot en met vier jaar1 aan het Ministerie van VWS aangeboden. Een inhoudelijke reactie op het advies en
de daartoe behorende vervolgstappen om dit advies te vertalen naar handelingsperspectief
voor de praktijk licht ik u in deze brief toe. Dit doe ik mede namens de Staatssecretaris
van VWS aangezien wij beiden vanuit onze portefeuilles sport, bewegen en preventie
rond het jonge kind dit advies omarmen.
In 2019 heeft de toenmalige Minister voor Medische Zorg en Sport de Gezondheidsraad
gevraagd om de meest actuele wetenschappelijke inzichten over de relatie tussen bewegen
en gezondheid te verwerken in een advies voor kinderen in de leeftijd 0–4 jaar. In
2017 was de Beweegrichtlijn voor 4+ en volwassenen herzien en met daaropvolgend de
invoering van het Nationaal Sport- en Preventieakkoord in 2018 was er een toenemende
behoefte vanuit het veld voor meer bewustwording en kennis richting professionals
en ouders over wat gezond gedrag is voor het jonge kind en hoe je daarnaar kunt handelen.
Dat beweging gezondheidswinst oplevert voor kinderen en volwassenen was bekend maar
het ontbrak nog aan een specifiek advies voor de allerjongsten. Dit kwam onder andere
naar voren in de oproep van 27 partijen uit het (zorg)veld onder leiding van Kenniscentrum
Sport & Bewegen voor eenduidige informatie en handvatten en de ontwikkeling van een
beweegadvies voor 0–4 jarigen.
Belangrijk uitgangspunt bij het verzoek in 2019 was reeds het besef dat de Gezondheidsraad
al in 2017 concludeerde dat er onvoldoende bewijskracht was en is om in deze tijd
te komen tot een beweegrichtlijn voor kinderen jonger dan 4 jaar.
Tegelijk lag er wel een groeiende behoefte vanuit het professionele veld aan een duiding
van gezond bewegen bij deze doelgroep en daar kan een beweegadvies een belangrijke
basis in vormen wat vervolgens zou kunnen worden toegepast vanuit consistent advies
aan ouders, verzorgers en professionals.
Beweegadvies 0–4 jarigen: de conclusies en aanbevelingen
De commissie voor bewegen van 0–4 jarigen adviseert om de volgende lijn te volgen
en gebruik te maken van de adviezen die de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) heeft
opgesteld:
Voor kinderen van 4 jaar adviseert de commissie om de beweegrichtlijn uit 2017 aan te vullen met de inzichten
van de internationale WHO-richtlijnen:
1) kinderen elke dag, verspreid over de dag, ten minste 180 minuten per dag lichamelijk
actief zijn in verschillende type activiteiten, waarvan minstens 60 minuten matig
tot zwaar intensief;
2) Daarnaast is het advies 3 x per week spier- en botversterkende activiteiten te doen,
langdurig stilzitten te voorkomen en beeldschermtijd te beperken tot maximaal één
uur per dag.
Voor de 1 tot en met 3 jarigen adviseert de commissie:
Kinderen van 1 tot en met 3 jaar adviseert de WHO om elke dag 180 minuten lichamelijk actief te zijn, inclusief matig
of zwaar intensieve inspanning. Dit kan met verschillende activiteiten verspreid over
de dag, waarbij meer beweging beter is. Het advies voor kinderen onder de 1 jaar is
meerdere keren per dag op verschillende manieren lichamelijke activiteit, bijvoorbeeld
door met het kind op de grond te spelen. Is het kind nog niet mobiel, breng het dan
tijdens die activiteiten in buikligging, in totaal tenminste 30 minuten.
Daarnaast is het advies om kinderen uit beide leeftijdsgroepen niet langer dan 60
minuten per keer «vast te zetten» (in een stoeltje/wipper ed) en geen lange periodes
stil te laten zitten. Om die reden moet beeldschermtijd ook beperkt worden. Tot de
leeftijd van 2 jaar raadt de WHO beeldschermtijd helemaal af. Voor kinderen van 2
en 3 jaar oud is het advies om beeldschermtijd te beperken tot één uur per dag, waarbij
minder beter is. Met name de 180 minuten (inclusief de 60 matig intensief bij 4-jarigen)
en het opnemen van beperking beeldschermgebruik is anders en aanvullend ten opzichte
van de beweegrichtlijn 2017 zoals we die nu kennen en hanteren. Het Kenniscentrum
Sport & Bewegen, Netwerk Mediawijsheid en het Trimbos Instituut kijken gezamenlijk
hoe zij de adviezen rondom beeldschermgebruik toepasbaar kunnen maken voor ouders
en professionals.
Voor kinderen van de leeftijd van 4 jaar is het advies om de Beweegrichtlijn uit 2017,
die geldt vanaf 4 jaar, te combineren met de inzichten van de WHO richtlijn. De Gezondheidsraad
neemt de inzichten van de WHO geheel over.
Aanbevelingen
De commissie komt tot de aanbeveling om vooral meer onderzoek te doen naar de effecten
van lichamelijke activiteit en zitgedrag op de gezondheid en ontwikkeling van jonge
kinderen. Zodat er in de toekomst mogelijk kwantitatieve richtlijnen zijn op te stellen
voor kinderen van 0 tot en met 4 jaar. Hiervoor is meer wetenschappelijk bewijs voor
nodig.
Verder beveelt de commissie aan meer te richten op het belang van de ontwikkeling
van valide en betrouwbare meetinstrumenten om het beweeggedrag bij 0- tot en met 4-jarigen
te onderzoeken. Per leeftijdsgroep zijn verschillende methoden nodig. Om zo het onderzoek
goed te kunnen uitvoeren.
Ook doet de commissie de aanbeveling om landelijk het beweeg- en sedentair gedrag
van deze doelgroep te monitoren via een landelijk monitoring systeem.
Reactie op het advies
Ik spreek mijn waardering en dank uit voor de wijze waarop de Gezondheidsraad het
Beweegadvies voor kinderen tot en met vier jaar heeft opgesteld. De commissie bestond uit een voorzitter en 9 andere commissieleden.
Daarbij was er sprake van een structureel geraadpleegde deskundige vanuit het RIVM
en waarnemers vanuit Kenniscentrum Sport & Bewegen en het Ministerie van VWS.
De commissie Beweegadvies 0–4 jaar heeft literatuuronderzoek gedaan naar alle onderzoeken
en uitkomsten van voldoende kwaliteit naar de mogelijke samenhang tussen lichamelijke
activiteit en zitgedrag van kinderen van 0–4 jaar. Het gaat om mogelijke effecten
op de botgezondheid, fitheid, motorische en cognitieve ontwikkeling. Daarbij werd
al snel duidelijk dat de hoeveelheid aan onderzoek voor kinderen van 0 t/m 3 jaar
weinig is. Vervolgens heeft de commissie de effecten waarvoor een grotere bewijskracht
bestaat als uitgangspunt genomen voor het advies en daarbij ook de internationale
richtlijnen en de WHO-richtlijn uit 2019 voor 0–4 jarigen meegenomen in de analyse.
Op basis hiervan is het Beweegadvies tot stand gekomen.
Naast documentenonderzoek en analyses heeft de commissie ook een online hoorzitting
gehouden waarbij alle 27 veldpartijen, die de oproep destijds hebben ondertekend,
de gelegenheid kregen om vanuit hun eigen perspectief en domein het belang van een
beweegadvies konden toelichten. Deze mondelinge pitches vanuit de partijen hebben
waardevolle input geleverd voor het advies. Ditzelfde geldt voor de sessie in maart
2021 georganiseerd met de jonge Gezondheidsraad «jongGR». Jonge wetenschappers uit
de bewegingswetenschappen, kinderfysiotherapie, orthopedagogiek, epidemiologie en
methodologie konden meedenken over het beweegadvies en onder meer ideeën voor toekomstig
onderzoek en het belang van goede meetinstrumenten inbrengen. Een diverse aanpak aan
literatuuronderzoek, analyse maar ook door een raadpleging van het veld kenmerkt dit
traject naar het Beweegadvies en prijs ik als werkwijze.
Zoals de commissie aangeeft, het betreft hier een advies en geen richtlijn. Dat is
een verschil met de Beweegrichtlijn van 2017, door het Ministerie van VWS overgenomen
en geldt momenteel als norm voor data, beleid en praktijk. Met meer en nader gericht
wetenschappelijk onderzoek naar de jongste doelgroep kan dit advies eventueel op termijn
overgaan in een richtlijn.
Hoewel hier geen sprake is van een richtlijn willen ik en de Staatssecretaris benadrukken
dat wij dit advies als wetenschappelijk onderbouwde kennis beschouwen waarmee wij
het van groot belang vinden dat het Nederlandse veld hier kennis van neemt en het
advies weet toe te passen in de praktijk van alledag van het jonge kind.
Van advies naar de praktijk
Met de publicatie van het advies van de Gezondheidsraad ben ik verheugd maar zijn
we er nog niet. Om kennis maar ook vooral het handelingsperspectief naar de doelgroep
en betrokkenen te brengen zijn er stappen nodig. Van bewustwording, kennisontwikkeling
tot aan handvatten hoe je bewegen bij het jonge kind gedurende de dag kan bevorderen.
Ik zet daartoe al concrete stappen dit jaar om met diverse organisaties verdeeld over
verschillende sectoren activiteiten in gang te zetten, instrumentarium te ontwikkelen
en vooral te zorgen dat deze kennis beklijft door middel van training en opleiding
van deskundigen.
Hier word ik onder andere in ondersteund vanuit het Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Na hun rol als waarnemer zijn zij aan de slag gegaan met de uitwerking van het advies.
In eerste instantie is dat een praktische kleurrijke infographic voor partijen in
het veld met voorbeelden van praktische beweegactiviteiten aansluitend op het advies.
De infographic is in de stijl van de infographic van de Beweegrichtlijnen en de Beweegcirkel,
wat we allen kennen als toepasbaar instrument voor de Beweegrichtlijn en daarmee goed
herkenbaar voor het veld als aanvulling. Ik ben dan ook verheugd u hierbij de infographic
mee te kunnen sturen. Later dit jaar volgt er een korte animatievideo in dezelfde
stijl om het beweegadvies duidelijk over te brengen naar praktijkprofessionals. Bovendien
is Kenniscentrum Sport & Bewegen in contact met zowel partners als professionals uit
de praktijk om te verkennen wat er nog meer nodig is om het advies toepasbaar te maken.
Begin juli heeft het ministerie het startsein gegeven aan de Beweegalliantie met als
primair doel meer maatschappelijke aandacht en actie voor bewegen in het dagelijks
leven. In de alliantie werkt het Ministerie van VWS samen met andere departementen,
met partijen uit de zorg, het maatschappelijk en sociaal domein, de sport, gemeenten
en vele andere partijen. Om zo breed samen te werken en gezamenlijke initiatieven
op te schalen of op te starten. Partijen in de Beweegalliantie kunnen hun voordeel
doen met dit advies.
Voortzetten monitoring en onderzoek samen met KCSB, Mulier en RIVM
Met het RIVM, Mulier Instituut en het Kenniscentrum Sport & Bewegen ben ik in gesprek
over wat er aanvullend nodig is om de aanbeveling vanuit de commissie specifiek op
monitoring en onderzoek verder te brengen. We zijn bezig met een aanpak hierop.
Zo geeft de commissie aan dat het belangrijk is dat er voor monitoring- en evaluatie
doeleinden een gedegen meetinstrument beschikbaar is. De genoemde partijen gaan onder
andere de bestaande vragenlijst evalueren en optimaliseren, met als doel een meer
valide en praktisch uitvoerbare vragenlijst, rekening houdend met verschillen in gedrag-
en gezondheidsparameters tussen diverse groepen ouders.
Er ligt een voorstel voor om naast traditioneel vragenlijstonderzoek in een panel
of een steekproef van de bevolking (zoals de Leefstijlmonitor) meer kwalitatief onderzoek
te doen en hier groepen ouders over het beweeggedrag van hun jonge kinderen te bevragen
en te betrekken. Dit moet leiden tot een completer beeld van het beweeggedrag van
jonge kinderen en een valide en voor iedereen begrijpelijke set aan vragen.
Verder zetten het RIVM, Mulier Instituut en het Kenniscentrum Sport & Bewegen zich
al in op verschillende manieren op het faciliteren van ouders en professionals werkzaam
in de domeinen waar kinderen tussen 0–4 jaar zich bevinden, zoals de jeugdgezondheidszorg
en de kinderopvang. Er is in de afgelopen jaren al veel kennis opgedaan over het stimuleren
van bewustwording over en daadwerkelijk bewegen bij 0–4 jarigen. Deze kennis dient
nu met het advies verder ontwikkeld, verspreid en geïmplementeerd te worden in bestaande
programma’s, interventies en workshops.
Implementatie beweegadvies binnen Gezonde Kinderopvang
Het Ministerie van VWS en het programma Gezonde Kinderopvang werken al langer samen
aan een gezonde leefstijl voor kinderen op de opvang. Bewegen is daar een belangrijk
onderdeel van en we zijn blij te vernemen dat meer dan 1300 medewerkers binnen de
branche de afgelopen jaren getraind zijn als coach Gezonde Kinderopvang. Met nu het
advies in de hand willen Gezonde Kinderopvang en het ministerie zorgen dat er binnen
de bestaande training een uitbreiding met een verdiepende module rond het Beweegadvies
0–4 jarigen komt. Met de verdiepende module kan het pedagogisch medewerkers helpen
om het advies te implementeren in de dagelijkse praktijk en beleid. De module zal
gericht zijn op inhoud van het advies maar ook op inspiratie als activiteiten toevoegen
aan de opvang-dag. Het idee is om vanaf 2023 de nieuwe module te gaan gebruiken en
de ontwikkeling is in handen van partners Gezonde Kinderopvang: Kenniscentrum Sport
en Bewegen en Huis voor Beweging. De module voor de Gezonde Kinderopvang komt voort
uit de basismodule die Kenniscentrum Sport & Bewegen voor meerdere opleidingen ontwikkelt.
Implementatie beweegadvies binnen de Sport
Binnen de sportsector zijn verenigingen al aan de slag met de leeftijdsgroep onder
de 6 jaar. Er zijn beweegprogramma’s waarbij aandacht is voor veelzijdig bewegen en
alle vaardigheden waarbij vooral een speelse kennismaking met sport en het plezier
ervan voorop staat.
Met een aantal bonden maak ik momenteel concreet afspraken om vooral in te zetten
op het werven en opleiden van trainers, door middel van extra cursussen, op het ontwikkelen
en uitbreiden van benodigd materiaal voor deze doelgroep en heel belangrijk het informeren
en mobiliseren van verenigingen, sportaanbieders en ouders om het bereik van de beweegprogramma’s
te vergroten.
Tot slot
Deze eerste stappen naar implementatie van het advies in diverse sectoren geeft een
beeld van waar ik naartoe wil; ieder kind de kans op een goede start en daar hoort
voldoende en gevarieerd bewegen ook bij. Het is noodzakelijk om de aandacht te houden
en vooral de verbinding te leggen met landelijke beleidsprogramma als de Beweegalliantie,
Gezonde Kinderopvang, het preventie- en sportakkoord, JOGG en Kansrijke Start die
hier al zoveel in betekenen en deze nieuwe kennis kunnen uitdragen en toepassen.
Maar ook door middel van voorlichting en bewustwording zal het ministerie dit advies
verder brengen. Zo zal het Kenniscentrum Sport & Bewegen, in samenwerking met tal
van organisaties weer de succesvolle Week van de Motoriek organiseren, dit jaar van
7 t/m 11 november; inmiddels een terugkerende week door en voor het veld van professionals,
studenten, gemeenten en vele anderen wat als platform dient om de meest actuele kennis
en voorbeelden over dit thema uit te dragen.
Ik dank de Gezondheidsraad voor het Beweegadvies voor kinderen van 0–4 jaar. Het bevestigt
het belang van bewegen en het doorbreken van te lang stilzitten voor de gezondheid.
Met dit advies in de hand helpen we de kennis hierover verder te brengen. Dat gaat
niet van vandaag op morgen, dat gaat met «baby steps» maar ik zie de verdere uitwerking
van dit advies met vertrouwen tegemoet.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport