Brief regering : Halfjaarlijkse rapportage stand van zaken Ernstige Onvolkomenheid Defensievastgoed
36 124 Defensienota 2022 – sterker Nederland, veiliger Europa
Nr. 4
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2022
Inleiding
Hierbij stuur ik u de tweede halfjaarlijkse rapportage waarmee ik u informeer over
de voortgang van de acties naar aanleiding van de door de Algemene Rekenkamer (AR)
geconstateerde ernstige onvolkomenheid in het vastgoedbeheer bij Defensie.
Sinds 2018 rapporteert de AR over het vastgoedbeheer van Defensie. De AR heeft het
vastgoedbeheer van Defensie in haar Verantwoordingsonderzoeken 2020 en 2021 (Kamerstuk
35 830 X, nr. 2 en Kamerstuk 36 100 X, nr. 2) beoordeeld met een ernstige onvolkomenheid. Naar aanleiding van de moties van de
leden Sneller (Kamerstuk 35 830, nr. 9) en Stoffer (Kamerstuk 35 830, nr. 22) rapporteert Defensie halfjaarlijks aan uw Kamer over de voortgang van de acties
om het vastgoedbeheer bij Defensie te verbeteren. Over de opzet van de halfjaarlijkse
rapportage heb ik uw Kamer met de brief van 21 september 2021 geïnformeerd (Kamerstuk
34 919, nr. 83). Met de brief van 18 mei 2022 heeft uw Kamer de eerste halfjaarlijkse rapportage
ontvangen (Kamerstuk 34 919, nr. 91).
Defensie staat voor een grote vastgoedopgave. Vastgoed is randvoorwaardelijk voor
de gereedstelling en de inzet van de eenheden. Het Defensievastgoed ondersteunt de
gereedstelling op dit moment onvoldoende. Defensie wil daarnaast een aantrekkelijke
werkgever zijn met een goede, moderne en veilige werk- en leefomgeving, het vastgoed
verduurzamen en de balans herstellen tussen het beschikbare investerings- en exploitatiebudget
en de omvang van het vastgoed (zie Kamerstuk 34 919, nr. 89). Om de balans structureel te herstellen is niet alleen een ingreep in de vastgoedportefeuille
nodig, maar moet ook het vastgoedbeheer op orde zijn. Het op orde krijgen van (de
omvang en het beheer van) het Defensievastgoed is een omvangrijk, complex en langdurig
proces wat de komende jaren, ook interdepartementaal, aandacht vraagt. Ook uit het
Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar het Defensievastgoed van maart 2021
(Kamerstuk 34 919, nr. 77 en Kamerstuk 34 919, nr. 79) blijkt de omvang en urgentie van de vastgoedproblematiek.
Hoewel de AR in haar Verantwoordingsonderzoek 2021 aangeeft inzet en commitment te
zien van Defensie om de problemen rondom het vastgoedbeheer op te lossen kan volgens
de AR tegelijkertijd niet worden verwacht dat de problemen op korte termijn zijn opgelost.
De AR heeft verschillende aanbevelingen gedaan om voortgang te blijven boeken in het
oplossen van de structurele tekortkomingen in het vastgoedbeheer. Hieronder geef ik
per aanbeveling uit 2020 en 2021 aan wat de huidige situatie is en wat de voorgenomen
stappen zijn.
Aanbeveling 1: Inzicht in de staat van het Defensievastgoed
Hoewel er verbeteringen zijn opgestart is het inzicht in de staat van het onderhoud
van het vastgoed volgens de AR in haar Verantwoordingsonderzoek van 2021 nog niet
verbeterd.
In de halfjaarlijkse rapportage van 18 mei 2022 (Kamerstuk 34 919, nr. 91) heb ik gemeld dat de opdracht voor het ontwikkelen van een Rijksbreed onderhoudsmanagementssysteem
(OMS) door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is vergund. Het OMS zorgt op termijn voor
het krijgen van eenvoudiger en meer integraal inzicht in de staat van het onderhoud
van het Defensievastgoed. De implementatie van het systeem is inmiddels gestart, maar
het RVB heeft enkele jaren nodig om de verschillende applicaties van het systeem gefaseerd
te implementeren (Kamerstuk 34 919, nr. 55 en Kamerstuk 35 830 X, nr. 8). In de periode tot volledige implementatie gebruiken Defensie en het RVB enkele
interim-oplossingen (Kamerstukken 34 919, nrs. 83 en nr. 81). De interim-oplossingen geven op specifieke onderdelen een actueel inzicht in de
staat van het onderhoud van het Defensievastgoed. Op deze manier is het mogelijk ook
in de huidige situatie te sturen op het vastgoedonderhoud.
Met de brief van 18 mei 2022 (Kamerstuk 34 919, nr. 91) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat naar aanleiding van een inventarisatie naar de
informatiebehoefte van Defensie verschillende verbeteringen zijn doorgevoerd, zoals
additionele key performance indicators (KPI’s) in de managementrapportages van het RVB aan Defensie. Defensie krijgt daarmee
onder andere beter inzicht in de staat van het vastgoed. Het proces van inventariseren
van de informatiebehoefte, het vertalen naar KPI’s en de implementatie in rapportages
gaat deel uitmaken van de reguliere bedrijfsvoering van het RVB en Defensie.
Naast inzicht in de staat van het vastgoed is ook inzicht in het gebruik van het vastgoed
van belang. In de voortgangsrapportage van 18 mei 2022 (Kamerstuk 34 919, nr. 91) is aangegeven dat in het kader van de interne verkenning naar het concentreren,
het verduurzamen en het vernieuwen van het Defensievastgoed een TaskForce Normering
Vastgoed (TF NoVa) is ingesteld om effectieve bezetting en gebruik te onderzoeken,
met als doel het inzicht in het gebruik van ons vastgoed te vergroten. Inmiddels zijn
er 23 rapporten door de TF Nova opgeleverd. Op basis van de inzichten in deze rapporten
kunnen we de behoefte aan oppervlak van het vastgoed beter beoordelen en onderbouwen.
De TF NoVa is ingesteld voor een periode van twee jaar (tot oktober 2023).
Aanbeveling 2: Aansturing van het vastgoedbeheer
De verbeteringen in de aansturing van het vastgoedbeheer hebben ertoe geleid dat dit
specifieke thema niet meer terugkomt als aanbeveling in het Verantwoordingsonderzoek
2021. Ik zal hierop in vervolgrapportages daarom niet meer terugkomen. De AR concludeert
in het Verantwoordingsonderzoek 2020 dat er verschillende stappen zijn gezet om de
vastgoedsturing te verbeteren, zoals de wijzigingen in de overlegstructuur tussen
Defensie en het RVB, het proces van opdrachtverlening en de nieuwe governance structuur
met een betere belegging van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Dat betekent niet dat Defensie stil zal zitten. Zo wordt een externe partij betrokken
om de verbeteringen van de governance te kunnen monitoren (Kamerstuk 34 919, nr. 83 en Kamerstuk 34 919, nr. 91).
Aanbeveling 3 en 4: Financiële dekking voor onderhoud en revitalisering en een concreet
en gedetailleerd plan inzake te behouden en af te stoten vastgoed
De AR concludeert dat er onvoldoende instandhoudings- en investeringsbudget beschikbaar
is voor het vastgoedonderhoud en het revitaliseringsprogramma. Dit hangt samen met
de omvang van de vastgoedportefeuille.
Defensie verkent sinds eind 2020 de mogelijkheden om de vastgoedportefeuille via concentreren,
verduurzamen en vernieuwen in balans te brengen. Met de brief van 13 mei 2022 is uw
Kamer geïnformeerd over de contouren en uitgangspunten die ik hanteer in de ambtelijke
verkenning (Kamerstuk 34 919, nr. 89).
Het SVP 2022 (Strategisch Vastgoedplan 2022) bied ik binnenkort aan uw Kamer aan.
In het SVP 2022 worden de (financiële) kaders waarlangs Defensie de komende jaren
het vastgoed wil ontwikkelen verder uitgewerkt. Een van de doelstellingen daarbij
is om de vastgoedportefeuille financieel in balans te brengen, rekening houdend met
de toekomstige krijgsmacht op basis van de NAVO-norm van twee procent en het vastgoed
dat daarbij hoort. Het SVP 2022 bevat tevens hoe de voortgang van het programma bewaakt
wordt en hoe uw Kamer wordt geïnformeerd. Ook gaat het SVP 2022 in op de aanbevelingen
naar aanleiding van het IBO naar het Defensievastgoed van maart 2021 (Kamerstuk 34 919, nr. 77). Met het SVP 2022 geef ik tot slot invulling aan de motie van het lid Stoffer (Kamerstuk
35 830, nr. 22), waarin onder andere het inzicht wordt gevraagd in de benodigde (additionele) middelen.
Aanbeveling 5: Brandveilig gebruik van gebouwen
De AR concludeert dat de brandveiligheid in 2021 van legeringsgebouwen (slaapvertrekken)
is verbeterd ten opzichte van 2020. In 2021 zijn alle brandscans voor niet-legeringsgebouwen
uitgevoerd. Na een scan worden acute gebreken direct opgelost. In 2021 is begonnen
met het herstel van niet-acute gebreken.
Volgens de AR worden de regels voor brandveilig gebruik van legeringsgebouwen onvoldoende
nageleefd. De naleving van de regels voor brandveilig gebruik vergt aandacht en instructie.
Zoals gemeld in de Kamerbrief van 18 mei 2022 (Kamerstuk 34 919, nr. 91) is de afgelopen periode gewerkt aan verbetering van het naleven van de regels voor
brandveilig gebruik. De CDS heeft in november 2021 een herziene versie van de «Aanwijzing
Brandveilig gebruik» vastgesteld en uitgegeven als CDS-instructie.
Commandanten zien toe op de naleving van de instructie en rapporteren hier maandelijks
over. Intern is aan de commandanten van de verschillende defensieonderdelen de urgentie
van de instructie onderstreept, evenals het belang van tijdige escalatie als de risico’s
onaanvaardbaar zijn. Taken en verantwoordelijkheden van de objectvergunninghouders,
eenheids- en gebouwencommandant en/of huismeester zijn verduidelijkt en Defensie controleert
actief op het brandveilig gebruik van werk- en legeringsruimtes. De resultaten worden
waar nodig gedeeld en besproken met de interne brandweer. Voor het verhogen van het
bewustzijn van het brandveilig gebruik zijn gebruikersinstructies en poster- en informatiecampagnes
opgezet. Dit vergt echter blijvende aandacht.
Tot slot
Het Defensievastgoed en het management hiervan blijft de komende jaren prioriteit
houden. Ik ben ervan overtuigd dat de hierboven beschreven acties bijdragen aan het
verbeteren van het vastgoedbeheer en daarmee aan de ondersteuning van onze taakuitvoering,
de werk- en leefomgeving van onze mensen en het in balans brengen van de vastgoedportefeuille.
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie