Brief regering : Geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen van 29 september 2022
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 565
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2022
Op 29 september 2022 vindt de Raad voor Concurrentievermogen plaats over het onderdeel
interne markt en industrie. Met deze brief stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat, de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving
van de discussiepunten en de Nederlandse inzet.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Inleiding
De Raad staat in het teken van het aankomende voorstel van de Europese Commissie voor
een interne-marktnoodinstrument (single market emergency instrument, SMEI) en het voorstel voor herziening van de Ecodesign richtlijn. De Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat is verantwoordelijk voor deze richtlijn.
Interne-marktnoodinstrument
De Raad zal een beleidsdebat voeren over het voorstel voor een interne-marktnoodinstrument
dat de Europese Commissie medio september publiceert. Het kabinet zal na publicatie
het voorstel en de begeleidende voorstellen waarmee andere wetgeving wordt aangepast,
bestuderen en met een uitgebreid standpunt komen dat in een BNC-fiche met uw Kamer
wordt gedeeld.
Inzet Nederland
Het doel van het aankomende voorstel is het waarborgen van het vrij verkeer op de
Europese interne markt in tijden van crisis. Het voorstel bevat naar verwachting een
nieuw crisismechanisme met maatregelen ter voorbereiding op een crisis en maatregelen
die van toepassing zijn tijdens een crisis. Deze maatregelen hebben waarschijnlijk
betrekking op onder andere informatieverzoeken voor bedrijven, opdrachten om productie
van bepaalde goederen te prioriteren en verplichtingen tot het aanhouden van noodvoorraden.
Het kabinet steunt de doelstelling van het aankomende voorstel, omdat een goed functionerende
interne markt ook in tijden van crisis van groot belang is voor de economische weerbaarheid
van de EU. Het kabinet heeft een aantal uitgangspunten in de beoordeling van het voorstel:
1. Het instrument moet een toegevoegde waarde hebben en onnodige overlap met reeds bestaande
crisisinstrumenten moet voorkomen worden;
2. Het instrument moet proportioneel zijn en onnodige extra lasten en regeldruk voor
het bedrijfsleven moeten zoveel mogelijk worden voorkomen;
3. Het instrument moet duidelijke objectieve criteria en definities bevatten voor de
activatie van het crisismechanisme en de onderliggende maatregelen. Voorkomen moet
worden dat de crisisfase onnodig en disproportioneel lang geactiveerd wordt en dat
er gedurende een langere tijd beperkende en verstrekkende maatregelen voor het bedrijfsleven
onnodig lang in stand worden gelaten;
4. Lidstaten moeten zorgvuldig en tijdig betrokken worden bij het (de-)activeren van
het instrument.
Tot slot staat het kabinet terughoudend tegenover maatregelen die het economisch verkeer
en waardeketens zouden kunnen verstoren. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan
dwingende opdrachten om bepaalde goederen te produceren voor de levering binnen de
EU. Het kabinet acht het verder wenselijk dat het noodinstrument bijdraagt aan betere
informatievoorziening aan burgers en bedrijven over beperkende maatregelen en de duur
ervan die lidstaten nemen in tijden van crisis. Ook is het wenselijk dat het instrument
meer duiding geeft over welke beperkende maatregelen van het vrij verkeer lidstaten
wel en niet mogen nemen ten tijde van crisis.
Krachtenveld
Omdat het voorstel nog niet is gepubliceerd, is het op dit moment alleen mogelijk
om op hoofdlijnen een inschatting van het krachtenveld te geven. Diverse lidstaten
hebben zorgen geuit over de proportionaliteit van het instrument, waarbij zij specifieke
aandacht hebben gevraagd voor mogelijke ingrijpende gevolgen voor bedrijven. Daarnaast
zijn er zorgen dat het instrument te makkelijk kan worden geactiveerd.
Herziening Ecodesign richtlijn
Op 30 maart jl. heeft de Europese Commissie een voorstel voor een European Sustainable Products Regulation (ESPR)1 gepresenteerd. Dit betreft een herziening van de Europese Ecodesign richtlijn, waaronder
tot nu toe energie-gerelateerde duurzaamheidseisen gesteld werden aan energie-gerelateerde
producten. Met dit nieuwe voorstel wordt de reikwijdte van de wetgeving verbreed naar
(vrijwel) alle producten en de mogelijkheid om duurzaamheidseisen te stellen verbreed,
naar onder andere repareerbaarheid, recyclebaarheid en de verplichting tot toepassen
recyclaat. Daarnaast wordt de verplichting tot een productpaspoort geïntroduceerd.
ESPR heeft een belangrijke rol te spelen, naast andere EU beleidskaders, om ervoor
te zorgen dat producten op de Europese markt duurzaam zijn. Dit is nodig om bij te
dragen aan de kabinetsdoelstelling om in 2050 een geheel circulaire economie te hebben.
Inzet Nederland
Het kabinet pleit al geruime tijd voor verbreding en verdieping van de Ecodesign richtlijn
en verwelkomt dan ook dat dit nu verwezenlijkt kan worden. Het kabinet is met enkele
kanttekeningen overwegend zeer positief over het voorstel en zal aandringen op spoedige
afronding van de onderhandelingen over de kaderverordening en een ambitieuze en voortvarende
uitwerking van product specifieke maatregelen onder de nieuwe verordening. Op enkele
onderdelen kan het voorstel verder worden versterkt, zoals bijvoorbeeld waar het gaat
om het tegengaan van de vernietiging van onverkochte goederen.
Het op EU-niveau vaststellen van duurzaamheidsmaatregelen draagt bij aan een goed
werkende interne markt voor goederen en diensten. Dit is van belang voor welvaart
en banen en biedt niet alleen kansen voor ondernemers en consumenten, maar ook voor
het concurrentievermogen van Nederland en de EU ten opzichte van andere delen van
de wereld.
Uw Kamer is op 13 mei jl. per BNC-fiche geïnformeerd over het voorstel en de Nederlandse
positie.2 Dit fiche is ook onderwerp geweest van een schriftelijk overleg.3
Krachtenveld
De bespreking van het voorstel is recent gestart. Het voorstel is door de lidstaten
overwegend positief ontvangen, al zijn er nog veel vragen ter verduidelijking. Gelet
op de complexiteit van het voorstel zal er enige tijd nodig zijn om de vragen te beantwoorden
en tot overeenstemming te komen. Het krachtenveld is hierdoor nog grotendeels onbekend.
Diversenpunt
De Raad spreekt tijdens een diversenpunt over een mogelijke Europese alliantie voor
technologieën ten behoeve van de transities (European Alliance for Transformation Technologies). Op moment van schrijven is nadere informatie nog onbekend.
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.