Brief regering : Stand van zaken hersteloperatie toeslagen
31 066 Belastingdienst
Nr. 1111
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2022
In het commissiedebat van 19 mei jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 1033), het tweeminutendebat van 7 juli jl., het commissiedebat van 15 september jl. (Handelingen
II 2021/22, nr. 102, items 49) en de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen (VGR)1 is een aantal toezeggingen gedaan om na het zomerreces van bepaalde onderwerpen u
de stand van zaken te schetsen. Deze treft u hierbij aan. Dit is tevens een eerste
reactie op de moties van de leden Paul en Kat en van het lid Alkaya over de vaststellingsovereenkomsten.2
Stand van zaken loket met compensatie afbetaalde schulden
Uw Kamer en de ouders hebben meermaals het belang onderstreept van een oplossing voor
gedupeerde ouders die hun compensatiebedrag hebben gebruikt om private en publieke
schulden te betalen. Daardoor hebben deze ouders hun compensatie anders besteed dan
bedoeld voor hun nieuwe start. Als deze schulden binnen de schuldenregeling van de
hersteloperatie zouden vallen, kunnen zij deze gedane betalingen terugkrijgen. In
de 11e VGR is aangeven dat het loket dat hiervoor wordt ingericht naar verwachting eind
september opent. De voorbereidingen bij Sociale Banken Nederland (SBN) verlopen volgens
schema en het loket zal op 28 september aanstaande openen. De eerste groep gedupeerde
ouders, die voor 1 maart 2021 compensatie van € 30.000 heeft ontvangen, kan vanaf
28 september een aanvraag doen bij SBN. In de praktijk betekent het dat ouders een
aanvraag kunnen indienen voor de private schulden die ze hebben betaald met het compensatiebedrag.
Voorwaarde is dat deze voormalige schulden zouden zijn overgenomen in de schuldenaanpak,
zo moet de schuld op het moment van betalen opeisbaar zijn geweest. Eventuele schulden
die door de toeslagpartner zijn betaald met compensatie kunnen ook door de ouder worden
ingediend. De toeslagpartner zelf kan geen aanvraag indienen. Ouders die voor 1 januari
2021 publieke schulden hebben betaald met compensatie, kunnen deze ook terugkrijgen
via dit loket. Voor ouders die na die datum een betaling aan een publieke schuldeiser
hebben gedaan, geldt dat de publieke schuldeiser deze schulden zelf terugboekt. Over
de voortgang van het loket wordt uw Kamer geïnformeerd via de voortgangsrapportages.
Eerste uitkomsten pilot mediation na bezwaar
Zoals is toegezegd naar aanleiding van de aangehouden motie van de leden Inge van
Dijk en Van Raan3 geef ik uw Kamer hierbij een overzicht van de stand van zaken. De Uitvoeringsorganisatie
Herstel Toeslagen (UHT) is een pilot mediation gestart om te onderzoeken of (een deel
van de) bezwaarzaken kan worden opgelost via mediation. Uit de ervaringen van ouders
blijkt dat niet in alle gevallen de juridisch formele weg, inclusief advisering door
de Bezwaarschriftenadviescommissie (BAC), de geschikte weg is naar een antwoord op
de hulpvraag. Mediation is erop gericht dat ouders zich gehoord voelen en dat gezamenlijk
tot een snelle oplossing wordt gekomen. Voor de pilot zijn 20 ouders benaderd die
in bezwaar zijn gegaan. Zij worden tijdens de pilot begeleid door externe, onafhankelijke
en hooggekwalificeerde mediators. Indien overeenstemming wordt bereikt over de gemaakte
afspraken, worden deze vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst en trekt de indiener
van het bezwaar dat in. Aan de rechtsbescherming van de ouder wordt geen afbreuk gedaan,
slaagt de mediation niet dan wordt de bezwaarprocedure voortgezet en deelname is vanzelfsprekend
vrijwillig. Mediation met de eerste deelnemende ouders is inmiddels gestart. Op basis
van de resultaten van de pilot zal worden besloten over opschaling. De animo voor
deelname aan de pilot is groot. In twee dossiers is de mediation inmiddels met succes
afgerond. De uitkomsten zijn in die gevallen opgenomen in een vaststellingsovereenkomst
(VSO). De eerste reacties van ouders en hun advocaten en ook van de vertegenwoordigers
van UHT zijn positief. Verdere uitkomsten volgen uit de enquêtes die worden afgenomen
door een onderzoeksbureau en de evaluatie die daaruit volgt. Ik streef ernaar mediation
breder te implementeren. Ik verwacht een positieve evaluatie van de pilot dit najaar,
zodat we vanaf begin 2023 op grotere schaal mediation kunnen inzetten. De voorbereidingen
hiervoor worden getroffen. In de 12e VGR wordt uw Kamer over de voortgang van de pilot en de tussentijdse evaluatie nader
geïnformeerd.
Eerste uitkomsten praktijktest vaststellingsovereenkomsten
Eén van de mogelijke oplossingen uit de herijking, naar aanleiding van verzoeken van
verschillende ouders, advocaten en leden van uw Kamer, is het aanbieden van een alternatieve
herstelroute in de vorm van een vaststellingsovereenkomst (VSO). Het kabinet denkt
dat deze VSO-route van meerwaarde kan zijn voor ouders en een bijdrage kan leveren
aan meer gelijkwaardigheid in het herstelproces, en wordt hierin ook ondersteund door
de recente moties van de leden Alkaya en Paul/Kat. Deze vorm van herstel wordt momenteel
getest in een belangrijke VSO-praktijktest, waaraan 15 ouders deelnemen. De praktijktest
is eind juni gestart met een informatiebijeenkomst voor de geselecteerde deelnemers.
Alle 15 geselecteerde ouders hebben na afloop aangegeven graag deel te nemen aan de
praktijktest. De groep ouders bestaat deels uit ouders waarvoor nog geen integrale
beoordeling is uitgevoerd en deels uit ouders die zich, na een integrale beoordeling,
hebben aangemeld bij de Commissie Werkelijke Schade. Hiermee onderscheidt de pilot
zich van de pilot «mediaton na bezwaar» waarin de uitkomsten eveneens worden vastgelegd
in een vaststellingsovereenkomst. Na hun aanmelding hebben de ouders een uitnodiging
voor een intakegesprek ontvangen.
Eind augustus hebben 13 van de 15 intakegesprekken plaatsgevonden. Tijdens deze gesprekken
is aan de ouder, in het bijzijn van de eigen advocaat, de ruimte geboden om zijn/haar
verhaal te vertellen. Uit de terugkoppeling met ouders blijkt dat ouders de aanloop
naar het intakegesprek soms spannend vinden. De intakegesprekken zelf worden als prettig
ervaren, waarbij ouders erkenning voor hun situatie voelen en aangeven het te waarderen
dat alle aanwezigen de tijd vrijmaken om naar hun verhaal te luisteren. Na deze intakegesprekken
zijn de advocaten van de ouders gestart om – samen met de ouders – een schadeoverzicht
op te stellen. Waar nodig ondersteunt een letselschadespecialist daarbij. Indien de
ouder reeds een integrale beoordeling heeft ontvangen, betreft het schadeoverzicht
de restschade waarvoor de ouder compensatie vraagt. Indien de ouder nog geen integrale
beoordeling heeft ontvangen, stelt een medewerker van UHT een compensatievoorstel
op met dezelfde elementen als een reguliere compensatieberekening. Dit compensatievoorstel
dient vervolgens als startpunt voor het opstellen van het schadeoverzicht.
Vanwege de beperkingen in beschikbaarheid van ouders en advocaten gedurende de zomerperiode
vergt het uitvoeren van de intakegesprekken en het opstellen van de schadeoverzichten
meer tijd dan vooraf voorzien. Hoewel iedereen de intentie deelt om snelheid te maken
met het opstellen van de schadeoverzichten, vraagt dit tijd en zorgvuldigheid van
de ouders en advocaten. We zijn voortdurend met de ouders en advocaten in gesprek
over de voortgang en verwachten binnenkort de eerste schadeoverzichten te ontvangen.
Wanneer het schadeoverzicht is ontvangen, wordt deze aan de kant van de overheid getoetst
onder regie van de landsadvocaat. Indien noodzakelijk kan een schadedeskundige ingeschakeld
worden om de causaliteit van geleden schade nader te onderzoeken. Vervolgens wordt
een reactie opgesteld, waarover de beide advocaten in gesprek gaan. Afhankelijk van
de inhoud van de schadeoverzichten, zal een aantal weken nodig zijn om tot een uitkomst
te komen. Deze uitkomst kan een vergelijk zijn, maar ook een constatering dat de standpunten
te ver uit elkaar liggen. In de laatste situatie geldt voor die ouder(s) de reguliere
herstelroute. Wanneer zeven à acht schadeoverzichten zijn ontvangen, verwachten wij
een eerste beeld te kunnen vormen van de mogelijke uitkomsten van de praktijktest.
Op dat moment kan een eerste analyse uitgevoerd worden om te bepalen of een uitbreiding
van de praktijktest mogelijk is en hoe deze het best ingericht kan worden.
Op een later moment wordt een eindevaluatie van de praktijktest opgesteld. Aan de
hand daarvan kunnen besluiten worden genomen over de eventuele opschaling van het
VSO-proces en de randvoorwaarden daarbij. Het kabinet hecht groot belang aan de pilot
en zal de evaluatie en mogelijke opschaling voortvarend oppakken. De belangrijkste
indicatoren voor succes zijn i) een toename van de oudertevredenheid op elementen
als het gevoel van regie, tevredenheid over de tegemoetkoming en de mogelijkheid de
KOT problematiek af te sluiten, ii) positief resultaat op procesindicatoren zoals
snelheid van het proces en uitvoerbaarheid op grotere schaal.
Online ouderportaal
Veel ouders hebben behoefte aan informatie en overzicht, bijvoorbeeld over hun status
in het herstelproces. Daarom wordt in samenwerking met externe partijen onderzoek
gedaan naar een online ouderportaal voor ouders waarin persoonlijke informatie over
het herstelproces voor ouders inzichtelijk is. Het portaal zou minimaal de basisinformatie
moeten weergeven, zoals of iemand is aangemeld en waar iemand op dat moment zit in
het herstelproces. Wanneer de minimale basisversie is gerealiseerd zou de doorontwikkeling
kunnen starten, die gericht is op het toevoegen van extra functionaliteiten die ouders
meer inzicht en informatie geven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan informatie over brieven
van UHT of notificaties van betalingen of nieuwe regelingen. In de 11e VGR is een toelichting op het onderzoek naar de mogelijkheid tot het realiseren van
een online ouderportaal opgenomen. Inmiddels is het onderzoek afgerond en is geconcludeerd
dat een online ouderportaal positief kan bijdragen aan het (financiële) herstelproces
van ouders, daarom is opdracht gegeven om het online ouderportaal stapsgewijs te realiseren.
Per medio augustus is een projectleider gestart, die in nauwe samenwerking met onder
andere het ouderpanel, UHT en een externe leverancier het ouderportaal zal ontwerpen
en realiseren. Naar verwachting zal een basisversie van het ouderportaal begin 2023
kunnen worden gelanceerd.
Commissie Werkelijke Schade
Bij de 10e VGR is toegelicht voor welke uitdagingen de Commissie werkelijke schade (CWS) staat,
namelijk het verbeteren van de kwaliteit van de adviezen en de bejegening van ouders,
het terugbrengen van de doorlooptijden en het afronden van een beoordelingskader voor
immateriële schade.4 Dit alles in het belang van de ouders. Met het oog op deze uitdagingen is op 1 mei
jl. een nieuwe coördinerend voorzitter aangesteld. Bij de 11e VGR is uw Kamer geïnformeerd over het feit dat deze coördinerend voorzitter zijn
opdracht heeft teruggeven en dat naar aanleiding daarvan een opdracht is gegeven voor
het uitvoeren van een Quickscan door ABDTOPconsult (ABD). Hierbij wordt uw Kamer geïnformeerd
over de uitkomsten van deze Quickscan, en de maatregelen die in het verlengde hiervan
worden getroffen. Over de inhoud van deze brief heeft overleg met CWS plaatsgevonden.
Conform de toezegging in het debat met uw Kamer op 15 september jongstleden wordt
CWS gevraagd om bij de 12e VGR een eigen reactie op het advies van de ABD en de voorgenomen maatregelen te geven.
Opdracht ABD; Quickscan en uitkomsten
De opdracht aan ABD betrof het uitvoeren van een Quickscan leidend tot een advies
over duurzame oplossingen voor adequaat uitvoeren van de primaire taakopdracht van
de CWS. Dit betreft kortgezegd het adviseren aan UHT over aanvullende schadevergoedingen
van gedupeerde ouders. Voor de conclusies en aanbevelingen wordt verwezen naar de
bijgevoegde Quickscan. Aan de aanbevelingen wordt langs onderstaande lijnen opvolging
gegeven.
Aanpassing van de Instellingsregeling CWS
ABD adviseert het instellingsbesluit kaderstellender te maken. Op dit moment wordt
overleg gevoerd over een herziene instellingsregeling. Hierin zal aandacht worden
besteed aan de opdracht, namelijk de ruimhartige toepassing van het Nederlandse civiele
schadevergoedingsrecht, de positie van de CWS in de hersteloperatie, en wordt de vergewisplicht
geëxpliciteerd. Ook zal daarin de beoogde nieuwe rol en mandaat van een voorzitter
worden meegenomen.
Nieuwe voorzitter en nieuw profiel leden
ABD adviseert ook om een politiek-bestuurlijk profiel op te stellen voor een coördinerend
voorzitter/bureaudirecteur met mandaat, verantwoordelijkheid en bevoegdheid voor organisatie,
teambuilding, het slaan van bruggen tussen disciplines en de communicatie. Er is inmiddels
gestart met de werving van een nieuwe fulltime coördinerend voorzitter. Hierbij wil
ik mijn dank uitspreken richting de huidige voorzitters, die begin dit jaar hun positie
ter beschikking hebben gesteld om plaats te maken voor een nieuwe fulltime coördinerend
voorzitter. Ook wordt een nieuw profiel voor commissieleden opgesteld met aandacht
voor de benodigde disciplines en competenties binnen de CWS, gecombineerd met een
grotere beschikbaarheid. Lidmaatschap van de CWS is geen nevenfunctie maar veeleer
een (grote deeltijd-)baan. Momenteel wordt met de huidige commissieleden gereflecteerd
op het profiel.
Oplossingskansen hele keten
De ABD doet ook een aantal aanbevelingen die betrekking hebben op de keten van de
hersteloperatie en de plaats van het bredere vraagstuk van de vergoeding van «werkelijke
schade». Deze zien onder meer op onderdelen zoals de VSO-route, waarop eerder in deze
brief is ingegaan. In de 12e VGR wordt uw Kamer geïnformeerd over de overige onderdelen, zoals de verbetering
in de dossiervorming of de begeleiding van ouders.
Beoordelingskader immateriële schade
Met de 12e VGR wordt het beoordelingskader van immateriële schadeposten naar uw Kamer gezonden.
Het is van groot belang dat ouders, advocaten en andere stakeholders meer duidelijkheid
krijgen over het beleid bij de toekenning van dergelijke schadebedragen.
Bij al de voornoemde maatregelen staat steeds het belang van de ouder centraal.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën