Brief regering : Voortgang Programma Omgeving Luchthaven Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 437
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 september 2022
Conform mijn toezegging in de Kamerbrief van 18 februari jl.1 wordt uw Kamer periodiek geïnformeerd over de voortgang van het Programma Omgeving
Luchthaven Schiphol (hierna: het Programma). De eerste voortgangsbrief heeft de Kamer
op 21 april jl. ontvangen.2 Hierbij ontvangt u de tweede voortgangsbrief.
Stand van zaken Programma Omgeving Luchthaven Schiphol
In de vorige voortgangsbrief werd stilgestaan bij de opzet van het Programma waarin
langs diverse sporen wordt gewerkt om de verschillende opgaven in de Schipholregio
in samenhang te bezien en tot oplossingen te kunnen komen. Op 24 juni jl. is in de
Hoofdlijnenbrief Schiphol aangekondigd dat het kabinet heeft besloten om het maximum
aantal toegestane vliegtuigbewegingen op Schiphol te beperken tot 440.000 per jaar.3 Dit besluit is genomen om een nieuwe balans te kunnen vinden tussen het belang van
een internationale luchthaven voor Nederland en de kwaliteit van de leefomgeving en
vormt een belangrijk onderdeel van het Programma.
In deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd over de reeds gezette stappen naar aanleiding
van het kabinetsbesluit van 24 juni jl., over de stand van zaken en ontwikkelingen
binnen het Programma, gevolgd door een vooruitblik op de zaken die uw Kamer de komende
periode kan verwachten.
Effectuering Kabinetsbesluit 24 juni jl.
Zoals aangekondigd in de Hoofdlijnenbrief Schiphol dient een aantal directe en zorgvuldige
vervolgstappen gezet te worden om het Kabinetsbesluit van 24 juni jl. te effectueren.
Zo hebben bijvoorbeeld de eerste informele gesprekken plaatsgevonden met de Europese
Commissie over het doorlopen van de Balanced Approach. Verder zijn de voorbereidingen
gestart zodat het anticiperend handhaven kan worden beëindigd vanaf de start van het
IATA winterseizoen 2023–2024.
Daarnaast is zoals aangekondigd in de Hoofdlijnenbrief aan Schiphol gevraagd om de
slots waar geen historische aanspraak op kan worden gedaan op zo kort mogelijke termijn
buiten de capaciteitsdeclaratie te houden, zodat deze slots niet meer kunnen worden
uitgegeven door de slotcoördinator. De slotcoördinator (Airport Coordination Netherlands,
ACNL) is ten slotte verzocht om te onderzoeken hoe in samenhang met de geldende regelgeving
en procedures rond slotallocatie tot een reductie van het aantal vliegtuigbewegingen
en het hiermee samenhangende aantal slots kan worden gekomen. Hierbij wordt ook ingegaan
op de reductie van het aantal nachtbewegingen die het kabinet voornemens is vast te
stellen. Ook is Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) verzocht de operationele voorbereidingen
te treffen voor het terugbrengen van het aantal vliegtuigbewegingen tot 440.000 per
jaar en het beëindigen van het anticiperend handhaven met behoud van het strikt preferentieel
baangebruik.
Participatie, omgeving en communicatie
Zienswijzeprocedure en quickscan
In de vorige voortgangsbrief is uw Kamer ingelicht over de zienswijzeprocedure ontwerpwijziging
van het Luchthavenverkeerbesluit (LVB) en het groot aantal zienswijzen waarin zorgen
zijn geuit over het gebruik van primaire en secundaire banen, vooral met betrekking
tot overlast in de omgeving van de Zuidoosthoek. Hiertoe is een quickscan uitgevoerd
om de werking van het Nieuw Normen- en Handhavingstelsel (NNHS) in de Zuidoosthoek
nader te onderzoeken en zo een beter beeld te krijgen van de factoren die een rol
spelen bij de verdeling van vliegverkeer en hinder in dit gebied. Over de resultaten
van de quickscan en de opvolging hiervan wordt uw Kamer binnenkort separaat per brief
geïnformeerd.
Brieven SchipholWatch en ORS
Op 28 maart 2022 ontving de vaste commissie voor IenW een afschrift van een brief
van SchipholWatch aan de Eerste Kamer over de vorming en uitvoering van luchtvaartbeleid.
Op 31 maart 2022 ontving de vaste commissie een brief van de Omgevingsraad Schiphol
(ORS) te Hoofddorp met een reactie op het hinderreductieplan van Schiphol. In de procedurevergaderingen
van respectievelijk 6 april 2022 en 20 april 2022 werd door de vaste Kamercommissie
verzocht om een reactie. Gezien de ontwikkelingen rondom het kabinetsbesluit van 24 juni
jl. en de relatie tussen dit besluit en de thematiek van beide brieven, ontvangt u
in deze voortgangsbrief een reactie op beide verzoeken.
In de brief van SchipholWatch wordt onder meer ingegaan op de bescherming van de volksgezondheid,
leefomgeving, kwetsbare natuur en de rechtsbescherming. In de brief van de ORS wordt
gesteld dat vermindering van de overlast van Schiphol alleen mogelijk is bij minder
vluchten. De nadelige aspecten van luchtvaart die de bewoners adresseren zijn ook
door het kabinet onderkend. In het coalitieakkoord is daarom aangegeven dat er aandacht
moet zijn voor het verminderen van de negatieve effecten van luchtvaart op mens, milieu
en natuur. Het kabinetsbesluit van 24 juni jl. inzake beëindiging van het anticiperend
handhaven en een reductie van het maximum aantal toegestane vliegtuigbewegingen van
en naar Schiphol raakt direct aan vraagstukken die SchipholWatch en de ORS in hun
brieven adresseren. Echter, zoals ook eerder aangegeven zijn met dit besluit niet
alle zorgen van tafel. Daar moet blijvend aan worden gewerkt, waarbij ook steeds het
belang van een internationale luchthaven voor Nederland moet worden meegewogen.
Adviezen commissie Te Rijdt inzake verzoeken om nadeelcompensatie grenswaarden geluid
Er is door negen bewoners een verzoek gedaan om gecompenseerd te worden voor de schade
die is ontstaan door het beleid van anticiperend handhaven bij Schiphol (verzoek om
nadeelcompensatie). De bewoners stellen in hun verzoek over de periode 2014 t/m 2019
schade te hebben geleden, waaronder verminderd woongenot door geluidsoverlast als
gevolg van overschrijdingen van de grenswaarden geluidbelasting in de handhavingspunten
bij de Aalsmeerbaan. De verzoeken om nadeelcompensatie zijn overeenkomstig de Beleidsregel
nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat 2019 voorgelegd aan een onafhankelijke
adviescommissie. De adviescommissie heeft op 10 februari 2022 advies uitgebracht.
De afgelopen maanden heeft de adviescommissie een validatie van de in de eindadviezen
gehanteerde methodiek uitgevoerd. Ook is tijdens een bijeenkomst, in aanwezigheid
van de verzoekers, antwoord gegeven op een aantal opgekomen vragen over de gebruikte
methodiek. Op basis van het advies, de terugkoppeling van de bijeenkomst en de aanvullende
validatie worden momenteel de besluiten op de voorliggende negen schadeverzoeken voorbereid.
Uw Kamer wordt hier in de volgende voortgangsbrief nader over geïnformeerd.
Wijziging Luchthavenverkeerbesluit (LVB)
Het Kabinetsbesluit van 24 juni jl. resulteert in een reductie van het aantal toegestane
vliegtuigbewegingen in vergelijking met het aantal dat in het ontwerpLVB is opgenomen
en die in de praktijk al werden gerealiseerd voordat de COVID-19 pandemie uitbrak.
Door de relatie tussen de wijziging van het LVB en de verlening van een natuurvergunning
aan Schiphol, kan niet met zekerheid worden voorspeld wanneer de wijziging van het
LVB kan worden afgerond. De benodigde aanvulling van de passende beoordeling voor
het verkrijgen van een natuurvergunning is namelijk tevens onderliggend aan het te
wijzigen LVB, waarin het NNHS en het maximumaantal vliegtuigbewegingen worden vastgelegd.
Het kabinetsbesluit heeft ook gevolgen voor de definitie van het voornemen en daarmee
de in de milieueffectrapportage «Nieuw Normen- en Handhavingsstelstel Schiphol» opgenomen
resultaten en conclusies. Dit kan aanleiding zijn tot een nader verzoek om aanvulling
van het milieueffectrapport.
Omdat het aantal vliegtuigbewegingen in het te wijzigen LVB wordt gereduceerd, is
het doorlopen van een proces conform de EU-regelgeving voor capaciteitsbeperkingen
vereist, de zogenaamde Balanced Approach. Onderdeel hiervan is ook de voorziene reductie
van het nachtvolume van maximaal 32.000 naar 29.000 vliegtuigbewegingen per jaar.
Geluid
Uw Kamer is in de vorige voortgangsbrief geïnformeerd over de uitwerking van een conceptregeling
geluidwerende voorzieningen (het basispakket Geluid). In de tussenliggende periode
zijn er stappen gezet wat betreft de uitwerking van de regeling, zoals onderzoek naar
de omvang van de isolatieopgave en onderzoek naar hoe zo goed mogelijk kan worden
aangesloten bij de eisen die in het verleden golden. Dat laatste is van belang omdat
tegenwoordig met een andere geluidbelastingindicator wordt gerekend dan in het verleden.
De eisen in de nieuwe regeling moeten gelijkwaardig zijn aan de eisen uit de eerdere
regelingen. Daarnaast is aan omgevingspartijen het uitwerkingstraject toegelicht en
is hiertoe ook contact gezocht met de luchtvaartmaatschappijen. Naar aanleiding van
het kabinetsbesluit van 24 juni jl. om het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol
tot 440.000 vliegtuigbewegingen te beperken, zal worden bekeken welke invloed dit
heeft op de geografische afbakening van de regeling. Ik verwacht de regeling in oktober
in consultatie te brengen en voor het eind van het jaar vast te stellen. Vanzelfsprekend
wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.
Voor de andere onderdelen van de geluidaanpak die ook in de eerste voortgangsbrief
zijn opgenomen zijn eveneens stappen gezet. Binnen deze aanpak zal via drie sporen
invulling worden gegeven aan het terugdringen van geluidshinder van luchtvaart:
• Sturingsmaatregelen om de geluidsbelasting van de omgeving aan de bron te verminderen;
• Gevolgbeperkende maatregelen zoals gevelisolatie;
• Innovatiegerichte maatregelen zoals geluidadaptief bouwen.
Er is onderzoek opgestart hoe en in welke mate maatregelen zoals vlootvernieuwing,
operationele aanpassingen of beperkingen van het nachtvolume kunnen bijdragen aan
het reduceren van de geluidbelasting, op welke termijn, en onder welke voorwaarden.
Natuurvergunning
In de brief van 23 februari jl. is uw Kamer geïnformeerd dat Schiphol verzocht is
de aanvraag voor een natuurvergunning en de bijbehorende passende beoordeling aan
te vullen.4 Naar aanleiding van het Kabinetsbesluit van 24 juni jl. is Schiphol verzocht in de
aanvulling op de vergunningaanvraag rekening te houden met het Kabinetsbesluit, zodat
het bevoegd gezag (de Minister voor Natuur en Stikstof) dit kan meewegen in de beoordeling
van de vergunningaanvraag. Op basis van de aangeleverde en op te leveren informatie
beoordeelt het bevoegd gezag de passende beoordeling in het kader van de behandeling
van de vergunningaanvraag.
Gebiedsagenda NOVEX Schipholregio
In de vorige voortgangsbrief is uw Kamer geïnformeerd over de uitwerking van een gebiedsagenda
waarmee Rijk en regio samen invulling gaan geven aan maatregelen om de leefomgevingskwaliteit
in de Schipholregio te verbeteren. In de brief van de Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening van 17 mei jl. over ruimtelijke ordening van de fysieke leefomgeving
wordt Schiphol als NOVEX-gebied aangewezen.5 De NOVEX-aanpak benadrukt de stapeling van opgaven in het gebied en het belang om
deze opgaven in samenhang te bekijken en keuzes te maken. Dit raakt direct aan de
ontwikkeling van de aangekondigde gebiedsagenda. De gebiedsagenda vormt hiermee de
concrete invulling van de NOVEX-aanpak voor de Schipholregio.
In de afgelopen periode is intensief gewerkt aan het maken van samenwerkingsafspraken
tussen Rijk en regio die worden vastgelegd in een bestuursovereenkomst «intenties
samenwerking NOVEX Schipholregio». In deze bestuursovereenkomst committeren Rijk en
regio zich aan het gezamenlijk uitwerken van verschillende nationale en regionale
opgaven in het gebied. Bij deze gezamenlijke uitwerking staat centraal dat de partijen
tot een integrale afweging van de verschillende opgaven komen, ten behoeve van het
verbeteren van de leefomgevingskwaliteit. De bestuursovereenkomst beschrijft de afspraken,
vormt daarmee de start van de gebiedsagenda en wordt op korte termijn na het zomerreces
officieel vastgesteld door middel van ondertekening door de betrokken partijen. Hierna
begint de concretiseringsfase, waarin de afspraken uit de bestuursovereenkomst in
samenspraak met de stakeholders nader worden uitgewerkt. Dit moet ertoe leiden dat
inzichtelijk is welke concrete keuzes en prioriteringen noodzakelijk zijn om gezamenlijk
de leefomgevingskwaliteit te verbeteren. Het streven is om de concretiseringsfase
eind Q2 2023 te hebben afgerond, conform de NOVEX-aanpak.
Besluitvorming
Het vinden van een goed evenwicht tussen de verschillende publieke belangen in het
gebied rondom Schiphol vraagt blijvende inzet en aandacht. De afgelopen tijd zijn,
mede door het Kabinetsbesluit van 24 juni jl. verschillende stappen gezet. Over de
vorderingen en het verdere tijdspad van het Programma wordt uw Kamer nader geïnformeerd
in de eerstvolgende voortgangsbrief, voorzien eind dit jaar.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat