Brief regering : Reactie op het advies van de Raad voor Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur 'Lokale media: niet te missen'
32 827 Toekomst mediabeleid
Nr. 251 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 september 2022
Geïnformeerd zijn over je eigen woonplaats is cruciaal om mee te kunnen doen aan de
lokale democratie. Burgers moeten weten waar de (lokale) politiek mee bezig is om
een mening te kunnen vormen en wat er in de samenleving en hun omgeving om gaat: waar
worden huizen gebouwd en welke maatregelen worden er genomen op het gebied van klimaatverandering
en de energietransitie in mijn wijk? Lokale media houden ons geïnformeerd over wat
er speelt in onze buurt, ons dorp, onze stad, onze gemeente en onze regio.
Daarnaast worden we door de media verbonden. Door verhalen te lezen, te zien en te
horen over je eigen leefomgeving, raak je meer betrokken. Of het nu gaat om een radioprogramma
in de streektaal, een verslag van de vrijmarkt van Koningsdag of een verslag van de
kampioenswedstrijd van de lokale voetbalclub.
Zorgen zijn er ook: kunnen lokale media hun functies voor de democratie en samenleving
nu voldoende waarmaken? Om die reden hebben onze voorgangers een advies aangevraagd
over lokale media aan de Raad voor Cultuur en de Raad voor het Openbaar Bestuur. Die
adviesaanvraag mondde uit in het adviesrapport Lokale media, niet te missen. In deze brief doe ik de beleidsreactie aan uw Kamer toekomen, mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In een eerder stadium is het adviesrapport
aan beide Kamers verzonden.1
In deze brief, die gelijktijdig aan de Eerste Kamer wordt gestuurd, zal ik enkele
algemene reflecties over het rapport delen. Vervolgens ga ik in op de aanbevelingen
van het adviesrapport.
In mijn hoofdlijnenbrief over media, die recent naar de Kamer is gestuurd, ben ik
nader ingegaan op de opgave die ik voor mij zie om de onafhankelijkheid van lokale
publieke omroepen te waarborgen en om deze omroepen verder te professionaliseren.2 Met de partijen in het veld zijn de gesprekken al gestart. Ik proef daar een groot
enthousiasme en een grote wil om met elkaar tot een toekomstperspectief te komen voor
de lokale publieke omroepen. Een perspectief dat uitmondt in de versterking van de
onafhankelijkheid en versterking van de lokale publieke omroepen is het gezamenlijke
doel om na te streven.
Ik bied uw Kamer, als bijlage bij deze brief, de eindevaluatie aan van de pilot Professionalisering
Lokale Publieke Mediadiensten. Deze evaluatie is opgesteld door het Stimuleringsfonds
voor de Journalistiek en heeft als titel «Van stoom naar stroom». In mijn brief van
25 februari jl. heb ik u toegezegd de eindevaluatie aan de Kamer te zenden.3 Belangrijkste conclusie is dat omroepen verschillende manieren kunnen kiezen om te
professionaliseren. Het hangt sterk af van de fase waarin de omroep zich bevindt:
basis, verbreding of verdieping. In een eerder stadium heeft uw Kamer al een tussenevaluatie
ontvangen.4
Adviesaanvraag en procesbeschrijving
Nadat de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur eerder een gezamenlijk
briefadvies uitbrachten5, is door de toenmalige Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de
toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om nader advies
gevraagd.6
De Raden zijn specifiek gevraagd in te gaan op de democratische functies en publieke
waarden van lokale media en hoe die in de toekomst beter geborgd kunnen worden. Ook
werden de Raden verzocht in te gaan op de inrichting van het mediabestel op lokaal
niveau en te adviseren over eventuele verbeteringen en te schetsen welke dilemma’s
daaruit voortvloeien.
Toen het rapport eind 2020 verscheen, besloot de toenmalige Minister voor Basis- en
Voortgezet Onderwijs en Media om de inhoudelijke reactie op het adviesrapport over
te laten aan het nieuwe kabinet7. Ik ben de Raden dankbaar voor het gedegen onderzoek dat zij hebben gedaan en de
aanbevelingen die daaruit zijn voortgekomen. In het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk
35 788, nr. 77)8 is bovendien een nadrukkelijke opdracht opgenomen om de lokale media te versterken.
Het lijkt mij daarom een goed moment om mijn reactie op het rapport met u te delen.
Het versterken van de positie van lokale media zie ik als een belangrijke maatschappelijk
opgave.
Samenvatting rapport
De Raden gaan in het rapport in op de publieke functies van lokale media en de recente
ontwikkelingen in het medialandschap. Specifieke aandacht is er voor de organisatie,
financiering, inhoud en het gebruik van printmedia, omroepen en online media. Al deze
vormen van lokale media worden langs de «meetlat» van de publieke functies gelegd.
Deze analyse mondt uit in zes aanbevelingen en zeven randvoorwaarden waar volgens
de Raden aan voldaan moet worden. Hier ga ik verderop in de brief nader op in.
Functies van lokale media
De Raden schetsen het belang van kwalitatieve lokale journalistiek. Het aanbod bestaat
uit regionale en lokale publieke omroepen, regionale dagbladen, lokale huis-aan-huisbladen
en lokale nieuwswebsites.
De Raden onderscheiden democratische, verbindende en culturele functies. De democratische
functies vallen dan weer uiteen in: informerend, controlerend en agenderende. De verschillende
media vervullen de functies elk op hun eigen wijze. Hoewel het onderling vergelijken
van lokale media lastig is, hebben de Raden dit toch overzichtelijk in beeld gebracht.
Informeren
Controleren
Agenderen
Verbinden
Educatie & cultuur
Grote lokale omroepen (ca. 200.000+ inwoners)
++
+/–
+
++
+
Kleine lokale omroepen
+
–
–
+
+
Regionale omroepen
+
+
+
+/–
+
Regionale dagbladen
++
+
+
+
+/–
Week/hah-bladen
+
– –
–
+
–
Lokale nieuwssites
++
–
+/–
+/–
–
Informele platforms
+/–
– –
– –
+
–
Bron: Raad voor Openbaar Bestuur en Raad voor Cultuur: Lokale media: niet te missen (2020), p. 71.
De informerende functie wordt door de meeste lokale media uitgevoerd, al kan de wijze
waarop de functie wordt ingevuld erg verschillen tussen de omroepen. De controlerende
en de agenderende functie is het best belegd bij de regionale media: regionale omroepen
en regionale dagbladen. Deze media hebben van oudsher meer journalisten in dienst
en hebben een grotere organisatievorm om de journalistieke functie in te bedden. De
(kleinere) lokale media scoren nu minder goed op die functie.
De lokale omroep slaagt juist weer op het gebied van verbinden. Ook de culturele en
educatieve functie komen beter uit de verf bij de (publieke) omroepen. Andere media
scoren nauwelijks op deze functies.
Hoewel de Raden constateren dat het met de informerende functies redelijk tot goed
gaat, zit de zorg met name op de controlerende en agenderende functies. De kritische
functie wordt onvoldoende uitgeoefend. De Raden maken zich zorgen over de balans tussen
de kritische, onafhankelijke journalistiek enerzijds en de communicatiekracht van
opschalende gemeenten anderzijds. Waar regionale omroepen, met hun vaste bekostiging
uit de Mediawet, goed geëquipeerd zijn hiervoor, is de «afstand tussen straat en studio»
toch te groot, stellen de Raden.
Gezien de zorgen van de Raden over de democratische functies van de lokale (en regionale)
media, leggen de Raden zich in hun aanbevelingen in eerste instantie toe op aanbevelingen
ten aanzien van de informerende, controlerende en agenderende functie.
Reactie op de aanbevelingen
Ik zal de zes aanbevelingen van een reactie voorzien. Deze aanbevelingen moeten in
samenhang worden bezien. Een samenspel van de meest relevante partijen is cruciaal
om de aanbevelingen te kunnen realiseren. De aanbevelingen en het gedane advieswerk
van de Raden zijn hierbij zeer behulpzaam.
1. Een duidelijk beleidskader is nodig voor het borgen van democratische en maatschappelijke
functies
In het proces om te komen tot een nieuw bestel voor lokale publieke omroepen, is het
noodzakelijk om te komen tot nieuwe (kwaliteits)criteria. Deze criteria wil ik vormgeven
in gezamenlijkheid met de relevante partijen. Ik ben het met de Raden eens dat deze
afspraken op hoofdlijnen moeten zien op het voldoen aan de onderscheiden functies,
het bereiken van de verschillende doelgroepen en het garanderen van een kwalitatief
hoogwaardig aanbod.
2. Samenwerking tussen regionale en lokale omroepen en tussen lokale omroepen onderling
moet worden gestimuleerd door gemeenten en provincies
Ik onderstreep het belang van samenwerking tussen publieke omroepen. Er loopt een
pilot op basis van een voorstel van de NLPO, de RPO en de NOS waarin samenwerking
concreet wordt gefaciliteerd. De samenwerking is concreet ingevuld met arbeidsplaatsen
voor journalisten. Bij deze pilot is er geen betrokkenheid geweest van de decentrale
overheden. Wel kan ik me voorstellen dat gemeenten en provincies kunnen signaleren
dat er noodzaak is tot meer samenwerking en mogelijk dat er acties worden ondernomen.
Deze aanbeveling is dan ook primair gericht aan gemeenten en provincies.
3. De basisfinanciering van de lokale publieke omroepen moet worden verlegd naar de Mediabegroting
van OCW
De Raden stellen voor om de wijze van financiering van lokale publieke omroepen gelijk
te stellen aan de regionale en landelijke financiering. De financiering door gemeenten
via een richtsnoerbedrag in het Gemeentefonds zou hiermee vervallen. Deze opdracht
is, met het oog op het versterken van de onafhankelijkheid van de lokale omroepen,
reeds opgenomen in het coalitieakkoord van het huidige kabinet. Met de meest relevante
betrokken partijen werk ik aan een wijziging van de systematiek van financiering die
de bestaanszekerheid garandeert en die de onafhankelijkheid beter borgt. Gemeenten
en omroepen hechten aan een band tussen omroep en gemeente, ik wil dit serieus betrekken
bij de uitwerking van de plannen. Voor de mediabegrotingsbehandeling zal ik uw Kamer
nader informeren over de stand van zaken.
4. De basisfinanciering moet verhoogd worden tot € 2 per inwoner
De coalitieakkoordopdracht omvat ook een opdracht tot het verhogen van het basisbudget.
Ik wil met de relevante partijen spreken over een effectieve en efficiënte inzet van
de middelen en over de verdeling van deze middelen over het aantal lokale publieke
omroepen dat via een nieuwe procedure kan worden aangewezen.
5. Er moet een landelijk dekkend netwerk van mediafondsen komen
Dit kabinet heeft ervoor gekozen om in te zetten op onderzoeksjournalistiek via landelijk
opererende fondsen. Hun regelingen staan nadrukkelijk ook open voor lokale en regionale
aanvragers. Het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (FBJP) zet residencies in de regio op, waarbij lokale en regionale journalisten aangemoedigd worden in te
zetten op onderzoeksjournalistiek. Ik juich initiatieven van gemeenten en provincies
om te komen tot eigen mediafondsen van harte toe, mits de onafhankelijkheid van de
journalistiek voldoende is geborgd. De meeste gemeenten en provincies met een fonds
hebben hier aandacht voor bij het instellen van een dergelijk fonds.
6. Vanuit het Rijk moet structureel geld komen om lokaal talent te stimuleren
De lokale publieke omroepen zijn al decennia kweekvijvers van talent. De pilot van
NLPO, RPO en NOS laat goede eerste resultaten zien als het gaat om werving, selectie
en ontwikkeling van talent. Het centraal organiseren daarvan lijkt dus kansrijk en
ik ga mij erop beraden of en hoe ik dit kan continueren, al vind ik ook dat omroepen
een eigenstandige taak hebben tot het scouten en opleiden van talenten.
Zoals hierboven al aangegeven, formuleren de Raden ook randvoorwaarden, die zal ik
hierbij ook van een reactie voorzien:
A. Versterk ook private media
Dit kabinet wil, met de investeringen in onderzoeksjournalistiek, ook de private media
stimuleren. De investeringen in deze tijdrovende en daarmee kostbare vorm van journalistiek
zijn een uitbreiding van de reeds bestaande regelingen bij het Stimuleringsfonds voor
de Journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. De primaire focus
ligt voor het kabinet op het versterken van de lokale publieke mediasector, om op
die manier de lokale journalistiek te professionaliseren en verder te verbeteren.
B. Maak met publiek geld gemaakte content ook publiek toegankelijk
Het delen van content, gemaakt met publiek geld, kan een breder publiek bereiken als
het gratis of tegen kostprijs beschikbaar komt aan andere media. De gedachte achter
de aanbeveling deel ik. Het is belangrijk om dit met de sectorpartijen te bespreken
en te bezien of hier nadere afspraken over gemaakt kunnen worden.
C. Wees transparant
Deze oproep is met name gericht aan communicatieafdelingen van (lokale) overheden.
Het klimaat ten aanzien van lokale media kan beter worden, als communicatieafdelingen
de onafhankelijke rol van lokale media meer gaan waarderen. Ongeveer gelijktijdig
met het advies van de Raden kwam het expertiseteam lokale journalistiek van de VNG
met een gelijksoortige oproep: mediabeleid is geen communicatiebeleid en communicatiebeleid
is geen mediabeleid.9 Ik zal de VNG vragen hier op een later moment nader op te reflecteren.
D. Handhaaf het auteursrecht
De wet ter implementatie van de richtlijn «Auteursrecht in de Digitale Eengemaakte
Markt» is op 7 juni 2021 in werking getreden.10 Zoals te doen gebruikelijk heeft een internetconsultatie plaats gevonden als onderdeel
van het totstandkomingsproces van deze wet. Daarbij hebben alle belanghebbenden, waaronder
ook de lokale media, de gelegenheid gehad om hun standpunten te delen. Het is nu aan
de lokale media zelf om op basis van de geldende wet- en regelgeving te onderhandelen
over eerlijke beloningen.
E. Onderzoek het gebruik van lokale media
Het Commissariaat voor de Media heeft dit reeds ter hand genomen. Het Commissariaat
zal eind november de uitkomsten van een grootschalig enquêteonderzoek publiceren,
waarmee inzicht wordt gegeven in gebruik, behoefte en waardering van Nederlanders
uit alle regio’s en uit verschillende demografische groepen. Specifieke, aanvullende
aandacht is er voor Nederlanders met een biculturele achtergrond. Op deze manier kan
het beleid en het denken over lokale media en hun gebruik en bereik met empirische
data worden geduid.
F. Plaats lokale en regionale visuele content op een landelijk platform
De regionale omroepen en de landelijke publieke omroep zijn gezamenlijk begonnen aan
een ambitie om meer en beter samen te werken. De totstandkoming van NPO Regio, de
regioblokken in het NOS Journaal, regionale content op NLZiet en de uitwisseling van nieuws in de apps van de NOS
en de regionale omroepen zijn hiervan goede voorbeelden. Een verdere verdieping van
deze samenwerking is aan de NOS/NPO en de vertegenwoordigers van RPO en NLPO. In gesprekken
met de vertegenwoordigers van het publieke bestel zal ik deze aanbeveling verder betrekken.
G. Gemeenten, pak je verantwoordelijkheid
Deze oproep is gebaseerd op het uitgangspunt, dat ik deel, dat versterking van de
lokale journalistiek voornamelijk ten gunste komt aan de lokale democratie. De eerder
aangehaalde handreiking van het Expertiseteam van de VNG kan voor gemeenten hierbij
behulpzaam zijn.
De adviezen uit het adviesrapport Lokale media: Niet te missen van de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur hebben mij veel waardevolle
inzichten opgeleverd.
De komende periode werk ik aan de uitvoering van de hierboven geschetste aanbevelingen
en wil ik de voornemens van het kabinet verder uitwerken. Er ligt een ambitieuze opdracht
om de lokale publieke omroepen te professionaliseren en om de onafhankelijkheid beter
te borgen.
Met de meest betrokken partijen is een start gemaakt om samen te werken aan de vernieuwing
van het bestel. Zodra de contouren daarvan helder worden zal ik uw Kamer daar nader
over berichten, in ieder geval in mijn aankomende begrotingsbrief.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu
Indieners
-
Indiener
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap