Brief regering : Elfde Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag
31 066 Belastingdienst
Nr. 1093
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juli 2022
Hierbij bied ik u de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie kinderopvangtoeslag
(VGR) aan. Met deze VGR wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van het herstel
voor gedupeerde ouders, jongeren en kinderen en over de stappen die in de hersteloperatie
worden gezet om hen een nieuwe start te geven.
De afgelopen periode is er onverminderd verder gewerkt aan het verbeteren van de uitvoering
van de hersteloperatie en het bieden van duidelijkheid aan ouders over de afhandeling
van hun dossier. De gesprekken met ouders, jongeren en kinderen zijn voortgezet. Wij
hebben hierin samen met ouders verkend welke mogelijkheden er zijn om het herstel
voor hen te verbeteren. Samen met betrokken organisaties, gemeenten en medewerkers
van uitvoeringsorganisaties hebben wij opnieuw gekeken naar wat er nog nodig is om
het herstelproces beter en vlotter te laten verlopen. Het bieden van oplossingen is
echter niet eenvoudig. Het herstelproces heeft te maken met knelpunten en daarom blijven
we continue zoeken naar verbeteringen.
In deze brief wordt allereerst de voortgang van de herstelregelingen en het wetsvoorstel
toegelicht. Daarna wordt een aantal thema’s uit de VGR uitgelicht die de komende periode
spelen of extra aandacht zullen vragen. Hierover ga ik graag met de Kamer in gesprek.
Voortgang herstelregelingen
Tot aan het einde van het 2e kwartaal 2022 hebben 55.700 ouders zich aangemeld bij
de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). Voor 52.000 ouders is inmiddels
de eerste toets gedaan, voor de overige ouders vindt deze binnen zes maanden na aanmelding
plaats. UHT heeft voor bijna 14.300 ouders en overige aanvragers de beoordeling van
de aanvraag afgerond. Het betreft ouders die integraal beoordeeld zijn, versneld zijn
beoordeeld of afzien van verdere beoordeling. Tot nu toe is voor 25.900 ouders vastgesteld
dat zij gedupeerd zijn door de kinderopvangtoeslag. Aan deze ouders wordt, naast een
betaling van ten minste € 30.000,–, een schuldenaanpak met kwijtschelding van publieke
schulden en het oplossen van betalingsachterstanden van private schulden geboden.
Ook kunnen zij voor hun problemen een beroep doen op brede ondersteuning door hun
gemeente.
Wetsvoorstel hersteloperatie Toeslagen
Op 27 juni jl. is het Wetsvoorstel hersteloperatie Toeslagen (Kamerstuk 36 151) aan de Kamer aangeboden, waarmee de wettelijke basis onder de hersteloperatie wordt
versterkt en verbreed. Daarin zijn aanvullende regelingen voor kinderen die zijn getroffen
door problemen rond de kinderopvangtoeslag en voor gedupeerden van problemen rondom
de uitvoering van de huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget opgenomen.
Ook voorziet het wetsvoorstel in brede ondersteuning voor ouders die in het buitenland
wonen. Daarnaast wordt via het wetsvoorstel de voor het herstelproces benodigde gegevensdeling
vastgelegd.
Zoals in de aanbiedingsbrief1 bij de wet is aangegeven, hoopt het Kabinet dat de parlementaire behandeling van
het wetsvoorstel voor half oktober 2022 kan worden afgerond, zodat in november nog
kan worden begonnen met de uitvoering van de kindregeling. In de aanbiedingsbrief
is aangekondigd dat het Kabinet bij nota van wijziging ook ondersteuning aan jongeren
van 18 jaar en ouder mogelijk wil maken. UHT en VNG zullen hiervoor eerst nog de benodigde
uitvoeringstoetsen doen. De aanvang van de brede ondersteuning door gemeenten volgt
na besluitvorming over de resultaten vanuit deze uitvoeringstoetsen.
Ex-partnerregeling
Het Kabinet heeft in 2021 besloten om ook de ex-partners die de problemen met de kinderopvangtoeslag
van dichtbij hebben meegemaakt te compenseren. De regeling heeft de volgende beoogde
opzet, onder voorbehoud van uitvoeringstoetsen en de parlementaire behandeling:
1. Een forfaitaire vergoeding van € 10.000 ter compensatie van geleden schade;
2. Toegang tot een aanvullende schaderegeling indien kan worden onderbouwd dat de schade
meer dan € 10.000 bedraagt.
3. Een schuldenaanpak voor publieke en private schulden;
4. Toegang tot brede ondersteuning vanuit de gemeenten.
Bij het aanvragen van de kinderopvangtoeslag was vaak arbitrair wie aanvrager was
(en in aanmerking komt voor herstel) en wie als toeslagpartner gold. De problemen
bij de kinderopvangtoeslag raakten echter het hele huishouden, en dus ook de toenmalige
partners, die nu ex-partner zijn. In de brief van 29 oktober jl. werd een eerste uitwerking
van de ex-partnerregeling gegeven, onder voorbehoud van nadere uitwerking.2 Het Kabinet heeft de regeling nu verder uitgewerkt, waarbij is afgewogen dat deze
zowel recht moet doen aan de grote diversiteit aan problematiek binnen deze groep
en passend herstel moet bieden, als goed uitvoerbaar moet zijn en niet mag leiden
tot een verstoring van de lopende hersteloperatie.
Ook heeft het Kabinet een passende schuldenregeling verder uitgewerkt, onder voorbehoud
van uitvoeringstoetsen en parlementaire autorisatie. Het voorstel is om ex-partners
in lijn met de regeling voor hoofdaanvragers een schuldenaanpak te bieden voor publieke
en private schulden. Dit houdt in dat publieke schulden worden kwijtgescholden, uitgezonderd
schulden die naar hun aard niet in aanmerking komen voor kwijtschelding, zoals schulden
die voortkomen uit fraude of misbruik3. De voorgestelde private schuldenaanpak lost net als bij de schuldenregeling voor
hoofdaanvragers in beginsel alleen openstaande (opeisbare) betalingsachterstanden
op en geen hoofdsommen. Uitgezonderd zijn schulden die naar hun aard niet in aanmerking
komen voor oplossing, zoals schulden die voortkomen uit fraude of misbruik.
De omgang met alimentatieschulden zal identiek zijn aan de aanpak voor aanvragers
van kinderopvangtoeslag, waarbij het uitgangspunt is dat alimentatieschulden niet
worden kwijtgescholden. De regeling geldt uitsluitend voor schulden van de ex-partner
zelf, waarbij schulden van eventuele nieuwe partners van ex-partners worden uitgesloten.
Gezamenlijke schulden met de aanvrager kunnen in principe via de schuldenaanpak van
de aanvrager al grotendeels worden opgelost.
De details van de schade- en schuldenregeling worden momenteel verder uitgewerkt en
zijn afhankelijk van uitvoeringstoetsen en selectie van uitvoerders. Er is nog geen
besluit genomen over de uitvoerder van de aanvullende schaderegeling. Dat betekent
dat hiermee nog onzekerheid bestaat of en op welke termijn de aanvullende schaderegeling
voor ex-partners uitvoerbaar is. Zoals eerder aan de Kamer is aangekondigd, wordt
er voor de uitvoering van de aanvullende schaderegeling in de eerste plaats gekeken
naar andere uitvoerders, om verdere belasting van de Commissie Werkelijke Schade (CWS)
te voorkomen.
In de aanbiedingsbrief bij het wetsvoorstel Wet hersteloperatie Toeslagen is aangegeven
dat beoogd wordt om de ex-partnerregeling in april 2023 via een aanvullend wetsvoorstel
in te dienen. Het streven is inwerkingtreding per 1 juli 2023. Daarbij dient te worden
opgemerkt dat dit afhankelijk is van de snelheid van de wetsbehandeling en de reacties
van de verschillende adviesorganen. Dit betekent dat er pas vanaf dat moment een wettelijke
basis is om vast te kunnen stellen wie de ex-partners zijn en om hen te kunnen helpen.
Indien noodzakelijk kunnen ex-partners zich in de tussentijd wenden tot de reguliere
hulp die wordt geboden door de gemeenten.
Vaststellingsovereenkomst (VSO)
De VSO-route lijkt een kansrijke verbetermaatregel die mogelijk versnelling kan bieden
aan gedupeerde ouders. Het Kabinet hecht hieraan en zal werk maken van de VSO-route.
Deze zomer start een eerste praktijktest op basis waarvan een vijftiental ouders de
schikkingsroute/VSO gaat doorlopen. De uitkomsten van de praktijktest worden vervolgens
geëvalueerd. Bij gebleken succes wordt er verder gefaseerd opgeschaald.
Een schikking/VSO kan een bijdrage leveren aan meer gelijkwaardigheid in het proces
voor gedupeerde ouders. Dat vindt het Kabinet met vele ouders en veel Kamerleden van
groot belang. Voor het Kabinet zijn belangrijke indicatoren een toename in oudertevredenheid
op elementen als het gevoel van regie, tevredenheid omtrent de tegemoetkoming en het
vermogen om de problemen met de kinderopvangtoeslag af te sluiten. Dit zal het Kabinet
wegen in combinatie met indicatoren als snelheid van het proces, uitvoerbaarheid op
grotere schaal en rechtsgelijkheid. Recent heeft een constructieve informatiebijeenkomst
met ouders plaatsgevonden, waarbij ouders aangaven positief te staan ten opzichte
van de test en wat leidde tot meerdere aanmeldingen voor deelname aan de praktijktest.
Meer ruimte voor PZB-ers
Het Kabinet blijft ook verder werken aan het verbeteren en versnellen van het proces
van de integrale beoordelingen. Het is belangrijk om te bezien waar de rol van de
persoonlijk zaakbehandelaar (PZB-er) verbeterd of verruimd kan worden. De ambitie
is om met een geoptimaliseerde rol van de persoonlijk zaakbehandelaar het proces voor
ouders te verbeteren en te versnellen. Het vierogen principe blijft daarbij een uitgangspunt,
maar er wordt wel gekeken naar de inrichting van dat proces. UHT is in gesprek met
het Ouderpanel over de rol van de persoonlijk zaakbehandelaar teneinde hun suggesties
mee te nemen bij de verbetermaatregelen. Over het uitwerken van deze maatregelen en
de eerste stappen die daarbij worden gezet om ze in de praktijk te beproeven, zal
de Kamer in de 12e VGR worden geïnformeerd.
Het Kabinet blijft zich inspannen om ervoor te zorgen dat ouders zo snel als mogelijk
een integrale beoordeling of beslissing op bezwaar krijgen. Daarbij onderneemt het
Kabinet verschillende acties die gericht zijn op het verbeteren en versnellen van
het proces. In de vorige en huidige voortgangsrapportage en in de brief4 over de herijking aanpak hersteloperatie kinderopvangtoeslag wordt hierop ingegaan.
Maar het ligt helaas niet in de lijn van de verwachtingen dat deze maatregelen zullen
voorkomen dat er termijnen worden overschreden.
Reeds (met compensatie) afbetaalde schulden
Het Kabinet wil ouders die hun ontvangen compensatie hebben ingezet voor het aflossen
van schulden die anders kwijtgescholden of afbetaald zouden worden tegemoet komen.
De uitvoering hiervan is momenteel in ontwikkeling. SBN heeft een verkenning met pilot
uitgevoerd om te onderzoeken of dit haalbaar is. Op basis daarvan heeft SBN aangegeven
dat het opzetten van een portaal voor al betaalde schulden uitvoerbaar is. De condities
en risico’s staan verwoord in paragraaf 3.5 van de VGR. Het streven is dat het loket
eind september 2022 wordt geopend. De precieze details van de uitvoering worden in
de zomer in samenwerking met SBN en de Kredietbanken verder uitgewerkt. De communicatie
over dit loket met ouders zal de komende maanden, in aanloop naar de openingsdatum,
opgestart worden.
Dossiers
Het beschikbaar zijn van geanonimiseerde dossiers is een voorwaarde voor de uitvoering
van diverse processen bij UHT, onder andere voor beoordelingen. Eerder is al gemeld
dat er knelpunten zijn met betrekking tot dossiers. De in de 10e VGR ingezette maatregelen, waaronder opschaling van UHT en het uitbesteden van onderdelen
van het proces, worden daarom voortgezet. De opschaling is in gang gezet maar gaat
niet gemakkelijk, want de krapte op de arbeidsmarkt vormt hierin een aanzienlijke
beperking. Het Kabinet wil daarom fundamenteler kijken naar de mogelijkheden om verbetering
aan te brengen bij het leveren van dossiers. Het Kabinet ziet concrete verbetermogelijkheden
in het sneller aanleveren van dossiers en werkt daaraan. Er wordt een proef gestart
met het extern aanbesteden van de werkzaamheden omtrent dossiers. Ook zal de mogelijkheid
van verdergaande automatisering van het lakproces nader worden uitgewerkt. Andere
meer onorthodoxe maatregelen, zoals het inzien van dossiers op locatie en het leveren
van ongelakte dossiers worden verkend. Op dit moment wordt er prioriteit gegeven aan
het verstrekken van bezwaardossiers en dossiers voor urgente situaties. Het opleveren
van geanonimiseerde dossiers blijft een groot knelpunt vanwege de arbeidsintensiviteit
van het proces en de beperkte capaciteit die daarvoor op dit moment aanwezig is bij
UHT.
Beroepen niet-tijdig beslissen
In eerdere voortgangsrapportages bent u geïnformeerd over de ontwikkeling van het
aantal ouders dat zich heeft aangemeld en de situatie bij de afhandeling van bezwaren.
Hierdoor kan UHT bij de integrale beoordelingen en bezwaren veelal niet binnen de
wettelijke termijn een beslissing nemen. Zoals in de 9e en 10e Voortgangsrapportage (Kamerstuk 31 066, nrs. 932 en 1003) is aangegeven, kan een aanvrager UHT hiervoor in gebreke stellen en daarna een beroep
niet tijdig beslissen indienen bij de rechter. Na de gerechtelijke uitspraak moet
UHT de zaak behandelen binnen de door de rechter gestelde termijn, op last van een
dwangsom. Het met voorrang beoordelen van deze ouders betekent dat UHT steeds minder
ouders op basis van de volgorde van aanmelddatum kan oppakken. Op 5 juli 2022 (Kamerstuk
31 066, nr. 1091) is uw Kamer geïnformeerd dat UHT in augustus 2022 een omslagmoment voorziet waarna
de behandelcapaciteit voor de integrale beoordelingen geheel aangewend moet worden
om uitvoering te geven aan vonnissen van rechters in dit soort beroepszaken, met uitzondering
van ouders in urgente situaties.
Ouders hebben ook behoefte aan inzicht wanneer zij aan de beurt zijn voor een integrale
beoordeling. Het afgeven van een planning voor de integrale beoordeling voor ouders
is echter complex. UHT heeft in juni 2022 een indicatieve planning op haar website
opgenomen. Deze zal naar verwachting nog wijzigen. Dit heeft te maken met verschillende
ontwikkelingen en onzekerheden die spelen. Enerzijds zijn dat de verbeteringen van
de herijking en de maatregelen die worden ingezet om verschillende knelpunten in het
herstelproces aan te pakken. Anderzijds is dat de stijging van het aantal ingediende
beroepen bij de rechter vanwege niet tijdig beslissen en de invloed die dit heeft
op de volgorde van behandelen. UHT beziet de komende maanden wat de verwachte doorwerking
van deze verschillende ontwikkelingen op de planning voor de tweede helft 2022 en
verder is. Het Kabinet blijft zich inspannen om ervoor te zorgen dat ouders zo snel
als mogelijk een integrale beoordeling of beslissing op bezwaar ontvangen. Voor beide
besluitvormingsprocessen onderneemt UHT diverse acties om te verbeteren en te versnellen
(zie paragraaf 2.1 en 2.4 van de VGR).
Commissie Werkelijke Schade
Ondanks de aangekondigde verbeteringen in de tussenevaluatie van de Commissie Werkelijke
Schade (CWS) is de aandacht voor het functioneren van de CWS onverminderd urgent.
Dit betreft de consistentie en motivering van de adviezen, het berekeningsmodel voor
de toekenning van immateriële schade en de verkorting van de doorlooptijden. De coördinerend
voorzitter die was aangesteld om verbeteringen te begeleiden en te bewerkstelligen
dat de commissieleden en voorzitters zich kunnen focussen op de advisering, heeft
op 30 mei 2022 zijn opdracht teruggegeven. De behandeling door de CWS vormt zowel
emotioneel als financieel een cruciaal onderdeel van het herstelproces. Daarom is
besloten om ABD Topconsult om advies te vragen. Naar aanleiding van dit advies en
de huidige problemen wordt deze zomer bezien welke structurele verbeteringen op welke
wijze kunnen worden aangebracht. De Kamer zal na de zomer of uiterlijk in de 12e VGR worden geïnformeerd over de uitkomsten van deze adviesopdracht.
Rol van ouders, jongeren en kinderen
Natuurlijk blijft het Kabinet in gesprek met ouders, jongeren en kinderen. We hebben
met meer dan honderd jongeren en kinderen gesproken over wat zij nodig hebben om hun
leven op de rit te krijgen. Ouders hebben ook een aantal voorstellen voor initiatieven
gedaan die bijdragen aan emotioneel herstel. Het Kabinet wil die ondersteunen en daarmee
tevens uitvoering te geven aan de motie van het lid Paul c.s.5 die oproept om voorzieningen te ontwikkelen waarmee initiatieven van ouders en kinderen
gesteund kunnen worden, bijvoorbeeld financieel of door ontsluiting van netwerk of
kennis. Hierover wordt uw Kamer uitgebreider geïnformeerd in een volgende VGR. De
Stichting Lotgenotencontact helpt daarnaast niet alleen ouders maar organiseert sinds
kort in verschillende plaatsen ook bijeenkomsten voor jongeren, in samenwerking met
gemeenten.
De voorzitter van het Ouderpanel, de heer Zuurmond, heeft aangegeven na ruim twee
jaar terug te treden. Het Kabinet is hem zeer erkentelijk voor zijn grote bijdrage
aan het laten horen van het standpunt van de ouders en het organiseren van hun bijdrage
aan de hersteloperatie. Ook is het Kabinet hem dankbaar voor zijn kritische blik en
betrokkenheid met betrekking tot de concrete uitvoering van de verschillende herstelregelingen
en de impact daarvan op de gedupeerde ouders en kinderen. Het Kabinet zal de komende
periode op zoek gaan naar een waardige vervanger, in overleg met het Ouderpanel.
Financiën
Zoals in de 10e VGR is aangegeven, maakt de hersteloperatie Toeslagen voor een deel van de benodigde
financiële middelen onderdeel uit van de 1e suppletoire begroting, samenhangend met de Voorjaarsnota. Daarin is budgettaire dekking
voor onder andere de verbetervoorstellen uit de herijking, integraal herstel en hulp
ten behoeve van emotioneel herstel. Ook de opschaling van UHT en de regeling voor
ouders in het buitenland maken onderdeel uit van het budget. Inmiddels hebben beide
Kamers de 1e suppletoire begroting van 2022 goedgekeurd.
Tot slot
Op 1 januari 2022 is de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) opgericht.
De eerste observaties «Startpunt voor dialoog» heeft de Kamer op 20 juni jl. (Kamerstukken
31 066 en 31 934, nr. 1062) ontvangen. Daarin worden vijf thema’s benoemd, waaronder het vereenvoudigen van
de complexe fiscale en toeslagenwetgeving, het toepassen van de menselijke maat door
uitvoeringsdiensten en de gedupeerde ouder weer in het middelpunt van het herstel
zetten. De inspecteur-generaal merkt op dat er nog veel terug wordt gekeken en wellicht
te weinig vooruit. Een dialoog over de eerste observaties tussen Kabinet, Kamer en
inspectie is van groot belang. Samen met de Staatssecretaris voor Fiscaliteit en Belastingdienst
zal ik deze observaties nader bestuderen en inmiddels heeft een eerste gesprek met
IBTD plaatsgevonden. Na het zomerreces ontvangt de Kamer een inhoudelijke reactie.
Opnieuw zijn er de afgelopen maanden stappen gezet waarmee het herstel van ouders,
jongeren en kinderen door het bieden van financieel herstel en brede hulp verder mogelijk
wordt gemaakt. Maar er moet ook nog heel veel gebeuren. De inzet blijft onverminderd
hoog om deze stappen de komende tijd in de praktijk tot uitvoering te brengen. Daarvoor
zal ik mij ook de komende tijd weer volledig inzetten. Na het zomerreces zal ik met
de Kamer verder spreken over de 11e VGR en over het Wetsvoorstel herstel Toeslagen.
In de loop van oktober zal ik de Kamer de 12e VGR aanbieden over het derde kwartaal van 2022. Daarin wordt verder ingegaan op de
versnelling en verbetering van het financiële herstel en het aanpakken van knelpunten
daarin.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
Indieners
-
Indiener
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.