Brief regering : Monitor Betaalmijnen Overheid 2021 en inventarisatie doorlooptijden betaling van Rijksoverheid in bouwsector
31 490 Vernieuwing van de rijksdienst
Nr. 320 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2022
Het is voor ondernemers van belang dat zij op tijd worden betaald door hun afnemers.
Snellere betaling biedt ondernemers meer financiële ademruimte.
In dat kader heb ik, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, op 15 maart 2022
een wetsvoorstel ingediend om de maximale betaaltermijn voor grote bedrijven in relatie
tot mkb-ondernemingen te verkorten naar 30 dagen. Dit wetsvoorstel (Kamerstuk 35 769) is op 29 maart 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 23, item 3) door de Eerste Kamer aangenomen en treedt per 1 juli 2022 in werking.
Het op tijd betalen van facturen door de rijksoverheid, provincies en gemeenten is
van wezenlijke invloed op de financiële positie van ondernemingen en daarmee op de
economische kracht, zowel lokaal als landelijk. Overheden zijn sinds 2013 wettelijk
verplicht hun rekeningen binnen 30 dagen te betalen. De overheid heeft niet alleen
een wettelijke verplichting om tijdig te betalen, maar vervult hierin ook een voorbeeldfunctie.
Jaarlijks informeer ik uw Kamer met een monitor over het betaalgedrag van de rijksoverheid,
provincies en gemeenten. Deze onderstaande monitor betreft het overzicht van de gerealiseerde
betaaltermijnen in het jaar 2021.
De informatie over betaaltermijnen van de rijksoverheid is aangeleverd door de departementen,
de informatie over betaaltermijnen van de provincies heb ik ontvangen via het Interprovinciaal
Overleg (IPO) en de informatie over betaaltermijnen van gemeenten is verkregen via
een onderzoek dat ik heb laten uitvoeren door het onderzoeksbureau Altares Dun & Bradstreet
(Altares – D&B).
Daarnaast wil ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, informeren over de resultaten
van de inventarisatie naar de doorlooptijden van betaling in de bouwsector door Rijksvastgoedbedrijf,
Rijkswaterstaat en ProRail.
Naar aanleiding van onderzoek van brancheorganisatie Bouwend Nederland dat het gemiddeld
75 dagen duurt voordat het uitgevoerde werk in de infrasector wordt betaald door Rijksvastgoedbedrijf,
Rijkswaterstaat en ProRail heb ik in het in het Tweede Kamer commissiedebat Ondernemen
en Bedrijfsfinanciering van 6 april 2022 (Kamerstuk 32 637, nr. 494) toegezegd om met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de
Minister van Infrastructuur en Waterstaat te inventariseren waar in het proces (eventuele)
problemen ontstaan met betrekking tot de betaling en hoe we dat kunnen versnellen.
De belangrijkste bevindingen van deze inventarisatie deel ik in deze brief en in de
bijlage vindt uw Kamer de gehele inventarisatie1.
Monitor Betaalmijnen Overheid 2021
Rijksoverheid
De betaaltermijnen van de rijksoverheid (Kamerstuk 31 490, nr. 226) worden sinds 2009 gemonitord. Per departement wordt gekeken in hoeverre de wettelijke
betaaltermijn van 30 dagen wordt gehaald.
In 2016 heeft de rijksoverheid de ambitie verhoogd van 90% naar 95% betalingen voor
ingekochte goederen en diensten die binnen 30 dagen moeten zijn afgerond.
Over het boekjaar 2021 is de gemiddelde score voor de rijksoverheid 96,7% waarmee
het Rijk aan de norm voldoet. Drie departementen voldoen niet aan de norm van 95%.
Een overzicht van de gerealiseerde betaaltermijnen is opgenomen in de Jaarrapportage
Bedrijfsvoering Rijk 2021 die op 18 mei 2022 aan uw Kamer is aangeboden.2
Betaaltermijnen rijksoverheid
% tijdig (binnen 30 dagen)
2021
2020
2019
2018
Algemene Zaken
99,0
98,8
98,7
98,0
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
92,7
92,4
91,2
89,6
Buitenlandse Zaken
99,3
99,2
99,0
98,0
Defensie
94,0
89,4
90,5
87,6
Economische Zaken en Klimaat
97,9
96,4
95,8
97,6
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
98,0
98,0
96,0
97,6
Financiën
98,2
97,4
97,0
97,9
Infrastructuur en Waterstaat
97,0
97,4
96,6
95,8
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
98,2
97,7
97,6
96,6
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
96,0
94,9
95,7
93,6
Justitie en Veiligheid
96,7
94,9
95,9
96,3
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
94,0
96,0
96,0
94,9
Gemiddeld (ongewogen)
96.7
96,0
95,8
95,1
Provincies
De provincies zijn op grond van artikel 124 lid 1 van de Grondwet autonoom in hun
bedrijfsvoering. De verantwoordelijkheid voor het betaalgedrag van de provincies berust
om deze reden bij de provinciale staten. Om op duidelijke en gestructureerde wijze
inzicht te krijgen in het betaalgedrag van de provincies, heb ik net als in voorafgaande
jaren het Interprovinciaal Overleg (IPO) gevraagd mij de cijfers te verstrekken. Hieronder
treft uw Kamer per provincie een overzicht van het betaalgedrag aan.
Betaaltermijnen provincies
% tijdig (binnen 30 dagen)
2021
2020
2019
2018
Noord-Holland
89,0
96,2
96,8
95,6
Fryslân
96,0
96,5
96,0
94,3
Gelderland
93,2
96,6
96,3
93,3
Utrecht
97,9
94,0
93,7
91,0
Zeeland
96,3
96,0
92,0
95,0
Flevoland
92,8
95,6
95,2
95,3
Drenthe
93,0
95,0
94,0
94,0
Groningen
92,0
93,0
87,0
84,0
Limburg
89,5
90,3
88,4
79,4
Noord-Brabant
97,0
96,2
96,7
96,5
Zuid-Holland
80,0
88,6
86,7
87,0
Overijssel
95,1
95,0
95,0
94,2
Gemiddeld (ongewogen)
92,7
94,4
92,9
91,6
Gemeenten
Het onderzoeksbureau Altares – D&B heeft op basis van de kredietinformatie van toeleveranciers
uit hun administratie een inventarisatie gemaakt van de gemeentelijke betaaltermijnen
over boekjaar 2021. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft deze gegevens
niet zelf uitgevraagd, maar heeft wel kennis genomen van de onderzoeksresultaten van
Altares – D&B.
Gemeenten zijn net als de provincies autonoom in hun bedrijfsvoering en de verantwoordelijkheid
voor het betaalgedrag van de gemeenten berust bij de gemeenteraad. Het overzicht is
samengesteld op basis van ruim 100.000 betaalervaringen in 345 gemeenten. D&B heeft
voor 335 gemeenten voldoende data om aan te geven of zij tijdig betalen. D&B heeft
geen informatie of gemeenten binnen 30 dagen betalen, alleen of zij tijdig betalen
op basis van de door de leverancier gestelde betaaltermijnen.
De monitor maakt op verzoek van uw Kamer de betaaltermijnen inzichtelijk, waarna het
aan de verantwoordelijke besturen is om de passende maatregelen te nemen om dit te
verbeteren.
In de onderstaande tabel zijn de prestaties van de gemeenten op basis van de gegevens
van D&B geaggregeerd weergegeven. De betaaltermijnen lijken aanzienlijk te zijn verbeterd.
Betaaltermijnen gemeenten
2021
2020
2019
Aantal
% tijdig
Aantal
% tijdig
Aantal
% tijdig
>90% tijdig
221
66,0%
202
57%
180
50%
tussen 85% en 90% tijdig
60
17,9%
63
18%
82
23%
tussen 80% en 85% tijdig
30
9,0%
38
11%
50
14%
tussen 70% en 80% tijdig
21
6,3%
38
11%
35
10%
< 70% tijdig
3
0,9%
11
3%
15
4%
Inventarisatie doorlooptijden van betaling in de bouwsector
Cash Discovery heeft het onderzoek in opdracht van brancheorganisatie Bouwend Nederland
uitgevoerd. Cash Discovery heeft in haar onderzoek geanalyseerd wat de doorlooptijden
van betaling zijn in twaalf projecten waarbij Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat
en ProRail opdrachtgever zijn. Hierbij zijn acht projecten meegenomen waarbij Rijkswaterstaat
opdrachtgever is, twee projecten waarbij Rijksvastgoedbedrijf opdrachtgever is, en
twee projecten waarbij ProRail opdrachtgever is. Het onderzoek geeft niet duidelijk
weer op welke basis deze projecten zijn geselecteerd en of zij representatief zijn
voor het gehele projectenportfolio van desbetreffende opdrachtgevers.
Zoals aangegeven in het Tweede Kamer commissiedebat Ondernemen en Bedrijfsfinanciering
van 6 april 2022 neem ik signalen over betaaltermijnen serieus. Daarom heb ik samen
met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat geïnventariseerd waar in het proces (eventuele) problemen ontstaan met
betrekking tot de betaling en hoe we dat kunnen versnellen. Voor de volledige inventarisatie
verwijs ik graag naar de bijlage «Inventarisatie doorlooptijden van betaling door
Rijk in bouwsector»3.
Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit de inventarisatie:
• Uit de inventarisatie blijkt dat de doorlooptijden vanaf uitgevoerd werk tot aan betaling
kunnen worden opgesplitst in twee delen: i) uitvoering van werk tot ontvangst factuur, en ii) ontvangst factuur tot en met betaling.
o Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat registreren geen doorlooptijden van de uitvoering
van werk tot ontvangst factuur. ProRail registreert wel deze doorlooptijden, echter
is het niet mogelijk om binnen een kort tijdsbestek een overzicht van deze doorlooptijden
van ProRail aan te leveren.
o Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat en ProRail registreren of facturen binnen 30
dagen na ontvangst worden betaald. Uit de inventarisatie blijkt dat in boekjaar 2021
Rijkswaterstaat 98% van de facturen binnen 30 dagen heeft betaald, Rijksvastgoedbedrijf
heeft 92% van de facturen binnen 30 dagen betaald en ProRail heeft 98% van de facturen
binnen 30 dagen betaald. Rijkswaterstaat en ProRail voldoen hierdoor aan de 95% streefwaarde
van het Rijk, Rijksvastgoedbedrijf voldoet hier niet aan.
• Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat en ProRail maken in de regel gebruik van algemene
voorwaarden, de Uniforme administratieve voorwaarden (UAV 2012 en UAV-GC 2005). Deze
zijn in de bouwsector door opdrachtgevers en opdrachtnemers gezamenlijk opgesteld.
• Op basis van deze voorwaarden is een schatting gemaakt binnen hoeveel dagen Rijksvastgoedbedrijf,
Rijkswaterstaat en ProRail uitgevoerd werk betalen. De bandbreedte van betaling van
uitgevoerd werk is groot. Het duurt naar schatting in ieder geval 9 dagen om uitgevoerd
werk te betalen en het duurt maximaal 78 dagen.
• De geschatte doorlooptijden worden veroorzaakt door de volgende elementen in het proces:
o Duur van de uitvoering en afronding van werkzaamheden. Opdrachtgever moet wachten
tot afloop van de termijn die is afgesproken. Rijkswaterstaat en Rijksvastgoedbedrijf
hanteren meestal termijnen van vier weken. ProRail laat de opdrachtnemer zelf een
termijn bepalen met een maximum van 18 termijnen in één jaar.
o De opdrachtnemer moet een verzoek indienen tot het afgeven van een prestatieverklaring
met bijbehorende gegevens en onderbouwing.
o De opdrachtgever moet controleren of de afgeronde werkzaamheden, zoals contractueel
zijn overeengekomen, aantoonbaar zijn uitgevoerd en de opdrachtgever geeft de prestatieverklaring
af.
o De opdrachtnemer moet een factuur indienen nadat de prestatieverklaring is afgegeven.
o De opdrachtgever moet de factuur controleren en daarna betalen.
• Op basis van het bovenstaande is zichtbaar dat een deel van de geschatte doorlooptijden
mede wordt bepaald door opdrachtnemers zelf voordat zij hun factuur indienen.
• Uit de inventarisatie komt verder duidelijk naar voren dat de doorlooptijden beïnvloed
worden door een zorgvuldige beoordeling van de geleverde prestaties. De rechtmatigheids-
en doelmatigheidseisen mogen niet ten koste gaan van de snelheid waarmee facturen
worden betaald. Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf en ProRail maken gebruik van
een beperkt aantal termijnen om de administratieve lasten te beperken.
• Het is lastig om over de doorlooptijden conclusies te trekken. Uit de inventarisatie
blijkt dat de, door Cash Discovery gestelde, doorlooptijd van betaling van 75 dagen
in sommige gevallen kan voorkomen. Het Cash Discovery onderzoek gaat uit van 12 projecten.
De gehele projectenportfolio van de opdrachtgevers bevat vele projecten. Het is niet
duidelijk op welke basis de 12 geselecteerd zijn en of het beeld daarmee representatief
is. Een doorlooptijd van 75 dagen betreft het gehele proces vanaf afronding van een
inspanning tot en met betaling. Indien er sprake is van een lange doorlooptijd spelen
er verschillende factoren die te maken hebben met vertragingen, bijvoorbeeld omdat
het moeilijk is om de rechtmatigheid vast te stellen. Het streven is dat het proces
voorafgaande aan de betaling rechtmatigheid en doelmatigheid combineert. In voorkomende
gevallen dat een doorlooptijd lang duurt wordt besproken waar dat aan ligt.
Vervolg
Op basis van de bovenstaande informatie gaan Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf
en ProRail graag met elkaar in gesprek (als opdrachtgevers onderling) om te bezien
of de goede elementen in het bovenstaande proces kunnen worden toegepast binnen de
eigen regelingen van de verschillende organisaties. Daardoor kunnen bestaande processen
worden geoptimaliseerd. Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf en ProRail zijn reeds
in gesprek met diverse brancheorganisaties over betere processen die voor zowel opdrachtnemer
als opdrachtgever passend zijn, gelet op administratieve belasting en snelle betaling.
Dit zullen zij ook in de toekomst blijven doen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat