Brief regering : Transitievangnet 2023 en gesprekken met de OV-sector
23 645 Openbaar vervoer
Nr. 767 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2022
Afgelopen week heb ik op meerdere momenten met de OV-sector gesproken in het Nationaal
Openbaar Vervoer Beraad (NOVB). Tijdens deze bijeenkomsten hebben we constructieve
gesprekken gehad over voldoende, veilig en betrouwbaar OV in 2023 en het sluiten van
een bestuursakkoord voor de toegankelijkheid van ons openbaar vervoer.
Het NOVB heeft op 15 juni afgesproken nader onderzoek te doen naar de verwachte situatie
in 2023 in de verschillende OV-concessies. Deze beelden over 2023 zijn afgelopen week
besproken. Gegeven de onzekerheid in de sector en gegeven de gewijzigde vraag vanuit
de OV-reizigers, heb ik vervolgens besloten een gezamenlijk transitievangnet voor
het OV voor te stellen. Daarmee kunnen we ook in 2023 de reiziger een voldoende, veilig
en betrouwbaar OV bieden en kan de OV-sector de noodzakelijke transitie maken.
De decentrale overheden hebben mij vandaag in het NOVB laten weten mijn voorstel om
een gezamenlijk transitievangnet voor 2023 in te stellen, af te wijzen. Ik vind dit
teleurstellend, omdat het voorgestelde transitievangnet de reiziger zekerheid biedt
en grofmazige afschaling van het OV in 2023 voorkomt. Gegeven mijn verantwoordelijk
heb ik vervolgens besloten zelf een transitievangnet in te stellen. Ik zal een regeling
daartoe, uiterlijk op 1 oktober 2022 vaststellen en daarmee het vangnet voor 2023
«ophangen». Voor de OV-partijen blijft het mogelijk om aan te sluiten bij dit vangnet.
Bijzondere karakter van de OV-sector
Sinds het opheffen van alle coronabeperkingen in de maatschappij en het OV is het
OV gebruik eerst snel toegenomen, maar is de bezetting nu al een tijd redelijke stabiel
op ongeveer 80% van het aantal reizigers t.o.v. 2019. Het OV als vitale sector lijkt
hiermee een uitzonderlijke positie in te nemen.
Immers, in veel andere sectoren is de bezetting weer op of boven het niveau van 2019.
De belangrijkste verklaring voor deze situatie lijkt dat met name de forenzen vaker
thuiswerken. Wellicht dat ook een deel van de forenzen gebruikmaakt van de auto in
plaats van het OV.
De regionale OV-sector verwacht dat er in 2023 gemiddeld 82% reizigers zijn t.o.v.
2019. In dat scenario geven de vervoerders aan dat forse bezuinigingen noodzakelijk
zijn om grootschalige verliezen te beperken. Deze forse bezuinigen kunnen leiden tot
een grofmazige afschaling van het OV-aanbod voor de reizigers, aldus de OV-sector.
Door de OV-sector is daarom gevraagd om een vangnet om deze onzekerheid te ondervangen.
Forse bezuinigingen op personeel en materieel, zullen serieuze consequenties kunnen
hebben voor de dienstregelingen, en dus voor OV-gebruikers en de bereikbaarheid van
Nederland. Daarnaast voorzien de lange termijn prognoses van het Kennisinstituut voor
Mobiliteitsbeleid (KiM) en de andere partijen allemaal een grote toename in het OV
gebruik op de middellange termijn. Bezuinigingen bij vervoerders -met afschaling van
het OV-aanbod als gevolg- zijn daarom niet alleen nadelig voor de reiziger, maar ook
kosten-inefficiënt op de langere termijn.
Afgewezen voorstel voor gezamenlijk vangnet
Op 5 juli heb ik in het NOVB aan de partijen in de OV-sector voorgesteld om een eenmalig
gezamenlijk vangnet in te stellen met een totale omvang van maximaal € 220 miljoen.
Dit vangnet biedt OV-bedrijven zekerheid voor de meest sombere prognose over de reizigersaantallen
in 2023 (gemiddeld 82% t.o.v. 2019).
In het voorstel staat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat garant voor
maximaal 150 miljoen euro. De overige 1/3 van de dekking van het transitievangnet
wordt ingevuld per concessie in overleg tussen concessieverlener en concessiehouder.
Transitievangnet 2023
Gegeven de opstelling van de andere partijen in de OV-sector en gegeven mijn verantwoordelijkheid
heb ik besloten een eenmalig transitievangnet voor 2023 in te stellen. Dit vangnet
kent een omvang van € 150 miljoen euro en biedt zekerheid aan de reizigers voor voldoende,
veilig en betrouwbaar OV in 2023. Dit vangnet ademt mee met de actuele reizigersontwikkeling.
Wanneer de reizigersaantallen in 2023 hoger zijn daalt de omvang van dit vangnet.
Het vangnet biedt hiermee prikkels en voldoende tijd voor de sector om zich klaar
te maken voor het «nieuwe normaal» waarbij vraag en aanbod weer in balans worden gebracht.
Als beroep op de regeling gedaan moet worden, dan wordt hiervoor dekking gevonden
in het Mobiliteitsfonds. Dit betekent dat er minder middelen beschikbaar zullen zijn
voor aanleg en/of onderhoud van (nieuwe) infrastructuur.
Doorbraakscenario
Het transitievangnet is geen antwoord op een uitzonderlijke omstandigheid van een
ernstige doorbraakvariant van het virus met ingrijpende sluiting van substantiële
delen van de economie tot gevolg. Voor dit geval geldt de toezegging van het kabinet
in de brief 1 april 2022 over het verkennen en uitwerken van gerichte, sectorale instrumenten
zodat, als dat nodig is, een effectief instrumentarium voorhanden is.1
Vervolg
Helaas is het niet gelukt om met de andere partijen in de OV-sector tot afspraken
komen over een gezamenlijk vangnet voor het OV in 2023. Desalniettemin biedt het Transitievangnet
2023 in mijn ogen voldoende garantie gegeven de onzekerheid omtrent het aantal en
het gedrag van de OV-reizigers in 2023.
Ik blijf uiteraard met de sector in gesprek over de ontwikkelingen in het OV, zoals
ik dat tot nu toe steeds heb gedaan.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat