Brief regering : Reactie op moties inzake Nationaal Programma Kanker
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
31 765
Kwaliteit van zorg
Nr. 630
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2022
Bij het Notaoverleg Preventie van 1 februari 2021 (Kamerstuk 32 793, nr. 545) is de motie van het lid Kuik c.s. (Kamerstuk 32 793, nr. 517) en op 9 februari 2021 is de motie van de leden Jansen en Agema (Kamerstuk 32 793, nr. 541) aangenomen. De motie van het lid Kuik c.s. verzoekt de regering samen met onder
andere KWF Kankerbestrijding een gezamenlijk nationaal actieplan kanker op te stellen,
waarbij uitgegaan wordt van een gezamenlijke verantwoordelijkheid en in ieder geval
onderzoek naar nieuwe behandelingen geïntensiveerd wordt, maar ook aandacht gegeven
wordt aan preventie, laagdrempelige toegang tot kennis en nazorg. De gewijzigde motie
van de leden Jansen en Agema verzoekt de regering een Nationaal Programma Kankerbestrijding
in te stellen ten einde de kankerbestrijding in alle opzichten te optimaliseren.
Tijdens het commissiedebat over Leefstijlpreventie op 24 maart 2022 (Kamerstuk 32 793, nr. 604) heeft de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport namens mij toegezegd
dat ik uw Kamer voor de zomer informeer over de stand van zaken van deze moties. Dat
heb ik nogmaals herhaald tijdens het verzameldebat over de acute zorg op 25 mei jl.
Ten slotte is tijdens het commissiedebat over medische preventie, verslavingszorg
en drugpreventie van 7 juni jl. (Kamerstukken 32 793 en 24 077, nr. 612) nogmaals door de Staatssecretaris ingegaan op de stand van zaken rond de moties.
Tijdens het wetgevingsoverleg over het Jaarverslag en Slotwet VWS van 30 juni 2022
heb ik tot slot toegezegd dat ik uw Kamer hierbij ook informeer over mijn plannen
om de verbindingen binnen het departement en tussen het departement en het veld te
verbeteren en een reflectie te geven op hoe op het Europese niveau de processen zijn
ingericht.
Met deze brief geef ik, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, gevolg aan deze toezeggingen. Allereerst neem ik u mee in de huidige beleidsinzet
van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS). Via een «interne verkenning»
is namelijk de inzet op het gebied van de preventie, vroegsignalering, diagnose &
behandeling en nazorg (waaronder palliatieve zorg) van kanker in kaart gebracht. In
het tweede gedeelte schets ik initiatieven van veld- en uitvoeringspartijen, die gericht
zijn op het verbeteren van de kankerzorg. In het derde gedeelte benoem ik de verbeteringen
die nodig zijn in de oncologische zorg en hoe ik daar invulling aan geef. In het vierde
gedeelte, tot slot, licht ik mijn plannen toe om de verbindingen binnen het departement
en tussen het departement en het veld te verbeteren.
Huidige beleidsinzet op kanker door het Ministerie van VWS
Kanker is een ziekte met een grote impact voor degene die het krijgt en voor diens
naasten. Het aantal patiënten stijgt met name door groei en vergrijzing van de bevolking
en risicofactoren. Vanuit het Ministerie van VWS wordt op de volle breedte van de
kankerbestrijding (preventie, vroeg signalering, diagnose & behandeling en nazorg,
waaronder palliatieve zorg) ingezet om de impact van kanker te verkleinen. Wat betreft
preventie ten aanzien van kanker gaat het om de hepatitis B vaccinatie, de HPV-vaccinatie,
het zonkrachtactieplan, het Nationaal Preventieakkoord en het Nationaal Sportakkoord.
Nederland is daarnaast lid van het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek,
dat internationale samenwerking op kankeronderzoek op gebied van preventie en beteugeling
van kanker bevordert. Op gebied van vroegsignalering zijn er de bevolkingsonderzoeken
naar baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker.
Qua diagnose en behandeling bestaat het project moleculaire diagnostiek (gericht op
het verbeteren van de toegang voor patiënten hiertoe) en verleent VWS instellingssubsidies
aan respectievelijk het Nederlands Kankerinstituut (NKI), het Integraal Kankercentrum
Nederland (IKNL) en het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief
(PALGA). Tevens ondersteunt VWS het Oncode Institute en ontvangt het Prinses Maxima
Centrum voor kinderoncologie via de Beschikbaarheidbijdrage Academische Zorg (BBAZ)
financiële middelen voor onderzoek en innovatie. Ook de universitair medische centra
ontvangen financiële middelen via de BBAZ die zij onder meer besteden aan onderzoek,
innovatie en patiëntenzorg ten aanzien van oncologie. Daarnaast is er binnen het Citrienfonds
het programma naar regionale oncologienetwerken, is er de Veelbelovende Zorg en Voorwaardelijke
Toelating en is er beleidsinzet op het gebied van protonentherapie, transparante oncologische
netwerkzorg, het voorschrijven van medicatie door oncologieverpleegkundige en digitale
gegevensuitwisseling tussen zorgprofessionals. In de fase nazorg en palliatieve zorg,
tot slot, is er de Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis.
Voor een uitgebreide toelichting op deze punten verwijs ik u naar de bijlage van deze
brief. Hierin staan ook de Europese initiatieven geschetst. Het EU Beating Cancer
plan heeft vier pijlers: preventie, vroegtijdige opsporing, diagnose en behandeling
en levenskwaliteit van kankerpatiënten en overlevenden van kanker. In Nederland vinden
op dit moment op elk van de vier pijlers initiatieven plaats.
Inzet veld- en uitvoeringspartijen
Voor de verkenning naar de inzet van diverse veld- en uitvoeringspartijen op kanker
zijn gesprekken gevoerd met KWF, het Zorginstituut Nederland, het Kankercentrum van
Sciensano (Belgisch federaal onderzoekscentrum voor o.a. volksgezondheid), Nivel en
het Platform Oncologie-SONCOS. Uit de gesprekken blijkt dat in elke fase van kanker
organisaties actief zijn die initiatieven ontplooien om de zorg voor mensen met kanker
of die kanker hebben gehad, beter te maken. Er lopen binnen het veld al verschillende
agenda’s en initiatieven, zoals het traject «Passende Zorg voor mensen met kanker»
en de Taskforce oncologie. 1
In het traject «Passende zorg voor mensen met kanker» brengt Zorginstituut Nederland
samen met betrokken partijen belangrijke (maatschappelijke) thema’s en uitdagingen
in de zorg rondom kanker van vandaag in beeld. Daarnaast worden sinds 2014 vanuit
de Taskforce Oncologie verbeterpunten in de zorg voor kankerpatiënten geagendeerd
met als doel om deze samen met veldpartijen te realiseren.
Uit de verkenning blijkt dat er onvoldoende verbinding is op alle lopende initiatieven
in het veld. Er zijn veel partijen met verschillende projecten bezig en dit vraagt
om goede coördinatie. Er wordt, zoals in de vorige alinea aangegeven, in het veld
ook gewerkt aan betere verbinding en coördinatie. Het opzetten van nieuwe initiatieven
die bestaande werkzaamheden doorkruisen kan contraproductief zijn, omdat dan in verschillende
initiatieven aan hetzelfde probleem gewerkt wordt.
Verbeteren van oncologische zorg
Ik interpreteer de twee in de inleiding genoemde moties als een oproep om de oncologische
zorg in Nederland te verbeteren. De oncologische zorg staat namelijk voor grote uitdagingen.
Het aantal patiënten stijgt, met name door groei en vergrijzing van de bevolking en
bepaalde risicofactoren. Hoewel de inzet op en de uitgaven voor kankerzorg hoog zijn,
kan de kwaliteit van de oncologische zorg in Nederland beter. Nederland zit bijvoorbeeld
ten aanzien van overleving van verschillende soorten van kanker niet in de Europese
top drie. Er is in Nederland veel verschil in de behandeling van kanker en er is te
weinig samenwerking. Met name bij hoogcomplexe laagvolumezorg, zoals bepaalde oncologische
behandelingen, geldt dat concentratie van de zorgverlening bij een beperkt aantal
gespecialiseerde zorgaanbieders kan leiden tot een betere kwaliteit van zorg. Om patiënten
goede oncologische zorg te bieden met de beste kwaliteit, zal samenwerking en netwerkvorming
centraal moeten staan. Toegang tot de beste kwaliteit ongeacht waar je als patiënt
binnenkomt, dat moet de belofte zijn. Voor de organisatie van de oncologische zorg
zal in de komende jaren de netwerkvorming verder verbeterd moeten worden. Daarnaast
zullen de richtlijnen en volumenormen moeten worden aangepast.
Ik roep veldpartijen op om samen te werken om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden.
Op het gebied van de kwaliteit van de kankerzorg (curatief en palliatief) kom ik daarbij
zelf met een aantal concrete doelstellingen en maatregelen in het kader van het Integraal
Zorg Akkoord.
Daarnaast is het van belang om meer in te zetten op de preventie van kanker. In het
coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is daarom opgenomen dat het kabinet extra investeert in onderzoek naar en de aanpak
van Alzheimer, obesitas en kanker. Momenteel ben ik bezig met de uitwerking hiervan.
Daarbij wordt gekeken naar het invullen van de lacunes die er zijn in de kankerzorg.
Rond Prinsjesdag informeer ik uw Kamer over de uitwerking van de coalitieakkoordmiddelen
voor deze volksziekten.
Versterken van verbinding
Zoals u eerder in deze brief heeft kunnen lezen, vindt in elke fase van kanker veel
beleidsinzet vanuit het Ministerie van VWS plaats. Ik vind het belangrijk dat deze
beleidsinzet en de initiatieven vanuit het veld goed in verbinding staan met elkaar.
Uit de verkenning blijkt dat deze verbinding er nog onvoldoende is. Dit vraagt actie
in de verbindingen binnen het departement, tussen het departement en de initiatieven
in het veld en ook onderling in het veld. Om de verbinding binnen het departement
en tussen het departement en het veld te verbeteren, ben ik voornemens om de interne
coördinatie op kanker te versterken. Ik sta hierbij ook open om met de sector in gesprek
te gaan over plannen om deze verbinding verder te verbeteren.
Wat betreft de onderlinge verbinding in het veld, lopen – zoals in het vorige gedeelte
van de brief aangegeven – binnen het veld al verschillende brede zorginhoudelijke
trajecten rond kanker, gericht op verbinding van de partijen in de sector. Ik steun
deze bestaande initiatieven en wil deze niet doorkruisen. Initiatieven vanuit het
veld kunnen goed door het veld zelf uitgevoerd worden.
Tot slot roepen de in de inleiding genoemde moties op om (samen met KWF Kankerbestrijding)
een gezamenlijk nationaal actieplan kanker op te stellen. KWF Kankerbestrijding, het
Integraal Kankercentrum Nederland en de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties
hebben het initiatief genomen stappen te zetten om een Nederlandse Kankeragenda op
te zetten. Ik vind het mooi om te zien dat deze partijen een aanzet hebben gegeven
tot een landelijke aanpak. Net zoals de indieners van de in de inleiding vermelde
moties, hecht ik belang aan het optimaliseren van de kwaliteit van de kankerzorg in
Nederland. Ik ga graag na de zomer met deze partijen in gesprek om te bekijken hoe
hun initiatief en mijn hierboven geschetste plannen elkaar kunnen versterken.
Met de in deze brief genoemde plannen geef ik uitvoering aan de motie van het lid
Kuik c.s. en de gewijzigde motie van de leden Jansen en Agema.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport