Brief regering : Nederlandse inzet op technologieoverdracht in het buitenland
31 793 Internationale klimaatafspraken
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 208 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2022
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking, over hoe Nederland klimaatactie in het buitenland bevordert
via technologieoverdracht. Uw Kamer wordt via meerdere kanalen op de hoogte gehouden
van de Nederlandse klimaatinzet in het buitenland. In deze brief wordt specifiek ingegaan
op technologieoverdracht, zoals is toegezegd aan het lid Bontenbal (CDA) tijdens het
Commissiedebat Klimaat en Energie van 17 november (Kamerstuk 32 813, nr. 955) vorig jaar. Aan de hand van specifieke voorbeelden van programma’s en projecten
schets ik hoe middels technologieoverdracht mitigatie van klimaatverandering in met
name ontwikkelingslanden wordt bevorderd.
Klimaatactie in het buitenland
Nederland heeft zichzelf ambitieuze doelen gesteld om te voldoen aan de Overeenkomst
van Parijs. Daarbij hoort een actief buitenlandbeleid; klimaatverandering werkt immers
over landgrenzen heen. Voor Nederland is het daarom van groot belang dat alle landen
mee kunnen komen in de klimaat- en energietransitie. Het kabinet gebruikt onder meer
haar diplomatiekanalen om de klimaatambities van landen te verhogen en om in specifieke
sectoren de transitie naar netto nul broeikasgasuitstoot te stimuleren. Dit gebeurt
bilateraal en multilateraal, via klimaattoppen en internationale coalities. Uw Kamer
wordt hierover onder meer jaarlijks geïnformeerd via de Kamerbrief over de stand van
zaken van de klimaatdiplomatie1, welke in de tweede helft van dit jaar verschijnt. Ook presenteert het kabinet na
de zomer een internationale klimaatstrategie, met daarin focusgebieden voor de Nederlandse
klimaatinzet in het buitenland.
Inzet op technologieoverdracht
De klimaatopgave wereldwijd is groot. Volgens het laatste IPCC-rapport2 moeten mondiale broeikasemissies zo snel mogelijk naar beneden om de opwarming te
beperken tot 1,5 graden aan het einde van deze eeuw. Hiervoor zijn betaalbare maatregelen
beschikbaar in alle sectoren.3 Nederland loopt in veel van deze sectoren voorop wat betreft innovatieve en duurzame
technieken en draagt ook actief bij aan het verder verspreiden van deze kennis en
technologie, om zo klimaatmitigatie wereldwijd te bevorderen. Hierin staat het Rijk
niet alleen, ook kennisinstellingen en bedrijven doen mee. Zo heeft de Nederlandse
Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek, TNO, een eigen Tech Transfer
programma en ook een Innovation for Development programma, waarin wordt gefocust op lage en middeninkomenslanden.4
Technologieoverdracht en overdracht van kennis zijn belangrijke instrumenten voor
economische groei in ontwikkelingslanden. Technologieoverdracht en overdracht van
kennis staan echter nooit op zichzelf, en kunnen alleen succesvol plaatsvinden als
er voldaan wordt aan andere elementen en randvoorwaarden zoals de aanwezigheid van
een regulerend raamwerk, de capaciteit om kennis te absorberen en lage transactiekosten.
Dit geldt ook op klimaatgebied. Om technologieoverdracht en overdracht van kennis
aangaande de klimaattransitie te faciliteren draagt Nederland daarom bij aan capaciteitsopbouw
in ontwikkelingslanden. Veelal is de scheidslijn tussen initiatieven op technologie-
of kennisoverdracht en capaciteitsopbouw niet heel duidelijk en dragen programma’s
op meerdere manieren bij aan het versterken van de daadkracht van ontwikkelingslanden
op het gebied van klimaatactie. Zo wordt er door in te zetten op overdracht van technologie
ook bijgedragen aan capaciteitsopbouw, ontwikkelingen op innovatie en het delen van
kennis. Technologieoverdracht wordt hierin niet gezien als doel op zich, maar als
middel om verhoogde klimaatambities te bereiken.
Internationale samenwerking
Nederland is actief in meerdere internationale samenwerkingsverbanden om technologische
ontwikkeling in de essentiële sectoren voor de klimaattransitie in opkomende economieën
en ontwikkelingslanden te stimuleren. Hier volgen enkele voorbeelden:
Glasgow Breakthroughs: tijdens de klimaattop van de Verenigde Naties COP26 in Glasgow vorig jaar zijn er
initiatieven gelanceerd gericht op internationale samenwerking om de ontwikkeling
en uitrol van schone en duurzame technologieën te versnellen. Nederland heeft zich
in dit kader aangesloten bij de Glasgow Breakthroughs5 voor schone energie, voor nul-emissie voertuigen en voor betaalbare en duurzame waterstof.
Internationaal Energie Agentschap (IEA): het IEA doet onderzoek, verzamelt data, analyseert en rapporteert. De informatie
die dit oplevert speelt een belangrijke rol in het internationale energie- en klimaatbeleid.
Op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat nemen adviseurs van
de Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RVO) vanuit hun expertise deel aan een aantal
Technology Collaboration Programmes (TCP’s) van het IEA. Een TCP is een groep (internationale) experts die één energietechnologie
behandelt en overheden en industrieën wereldwijd helpt om deze technologie verder
te ontwikkelen. Elke TCP waar Nederland aan meedoet heeft een eigen missie die past
binnen de doelen van het IEA, waaronder energiezekerheid, bescherming van de omgeving,
economische groei, en het betrekken van invloedrijke organisaties. Zo bespoedigen
deze TCP’s de wereldwijde overgang naar een schonere energietoekomst.
Naast deelname aan TCP’s heeft Nederland financieel bijgedragen aan meerdere onderzoeksrapporten
onder het Clean Energy Transitions Programme van het IEA. Dit programma richt zich op het versnellen van de energietransitie in
ontwikkelingslanden.
Clean Energy Ministerial (CEM): Nederland is lid van de CEM, dat als doel heeft om in internationaal verband bestaande
schone energie technologieën te stimuleren om daarmee klimaatverandering tegen te
gaan. Dit gebeurt door middel van campagnes en initiatieven met betrokkenheid van
zowel publieke als private partijen. Het bedrijfsleven en kennisinstellingen worden
hier zoveel mogelijk bij betrokken. Nederland is het afgelopen jaar actief betrokken
geweest bij werkgroepen en campagnes over o.a. de uitrol van technologieën voor zon-
en windenergie, waarbij kostenverlaging een belangrijk speerpunt is.
Gelinkt aan de CEM, is het internationaal samenwerkingsverband Mission Innovation, waarin innovatie centraal staat. Via dit verband werkt Nederland bijvoorbeeld samen
met India aan innovatieve oplossingen om de commercialisering van geïntegreerde bioraffinaderijen
te versnellen. Het doel is om in 2030 tien procent van de fossiele grondstoffen en
chemicaliën te vervangen door biobased alternatieven.
Nederlandse programma’s
Onder het Raamwerkverdrag inzake Klimaatverandering van de Verenigde Naties (United Nations Framework Convention on Climate Change, UNFCCC) rapporteert Nederland iedere vier jaar via een Nationale Communicatie over
onder meer de buitenlandse activiteiten met betrekking tot capaciteitsopbouw en technologieoverdracht.
De meest recente Nationale Communicatie komt uit 2017. Momenteel wordt gewerkt aan
de volgende rapportage die eind dit jaar wordt ingediend bij de Verenigde Naties.
De lijst met buitenlandse activiteiten uit deze rapportage is niet limitatief, maar
geeft een beeld van het scala aan activiteiten op het gebied van technologieoverdracht
dat wordt ondernomen vanuit de Nederlandse rijksoverheid.
Via RVO werken verschillende departementen samen om hierop in het buitenland stappen
te zetten. Onder meer via publiek-private samenwerkingen werkt Nederland aan een duurzame
toekomst in andere landen en zet het tegelijkertijd Nederlandse bedrijven met al hun
kennis en kunde op de kaart. Daar waar dit leidt tot internationale handels- en investeringskansen
kunnen Invest International en Atradius Dutch State Business met hun financierings- en verzekeringsdiensten (aanvullend op de markt) ondersteuning
bieden. Het leidende principe hierbij is inzetten op de kracht van Nederland. Dit
doen we door het Nederlandse bedrijfsleven te ondersteunen bij internationaal ondernemen,
met bijzondere aandacht voor sectoren waar Nederland toegevoegde waarde heeft met
technologieoplossingen in sectoren als water, energie (wind, zon, waterstof), duurzame
mobiliteit, voedselzekerheid en de agrosector. Het postennet wereldwijd en RVO vervullen
een cruciale rol bij de ondersteuning van het internationaal opererende Nederlandse
bedrijfsleven. Zo organiseert Nederland via RVO jaarlijks meerdere innovatiemissies
naar het buitenland6 met focus op het verkennen en benutten van Research & Development samenwerking en
kennisuitwisseling. Delegaties van het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen
gaan daarbij naar een land (kan ook digitaal), vaak herhaaldelijk, op zoek naar potentiële
partners om kennis te halen of te brengen en om samen aan nieuwe technologie of innovatie
te werken. De afgelopen jaren waren er ook (digitale) innovatiemissies op het gebied
van klimaat en energie naar bijvoorbeeld de VS, Japan en Zuid-Korea, alle drie met
focus op waterstof. Daarnaast was er een innovatiemissie naar India met focus op smart agriculture. De kennisintensieve bedrijven en kennisinstellingen uit Nederland die deelnamen
aan deze innovatiemissies worden geholpen om partnerschappen te verkennen en om concrete
projecten op te zetten met focus op technologieoverdracht en technologieontwikkeling,
die uiteindelijk moeten gaan bijdragen aan de wereldwijde energietransitie en het
bestrijden van klimaatverandering.
Deze innovatiemissies richten zich met name op hoge inkomenslanden. De Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking financiert daarnaast verschillende
programma’s, onder meer via RVO, waarin klimaatmitigatie en adaptatie in ontwikkelingslanden
wordt gestimuleerd, onder andere door middel van technologieoverdracht door bedrijven.
Hier volgen een aantal voorbeelden:
Energising Development (EnDev): op internationaal niveau wordt er in samenwerking met andere donorlanden ingezet
op toegang tot duurzame energie voor de armste huishoudens in ontwikkelingslanden,
die nu geen toegang hebben tot elektriciteit of schoon koken. EnDev7 is een strategisch partnerschap bestaande uit verschillende donoren en partners,
waaronder o.a. Nederland, Duitsland, Noorwegen en Zwitserland. EnDev investeert in
capaciteitsopbouw en technologieoverdracht voor marktontwikkeling voor decentrale
energieoplossingen zoals zonne-energiesystemen en oplossingen voor schoon koken. Het
programma richt zich op huishoudens, sociale instellingen en het midden- en kleinbedrijf
in ontwikkelingslanden en ondersteunt de marktontwikkeling voor moderne energiefaciliteiten,
met name in rurale gebieden. EnDev heeft als doel om eind 2022 voor 27,5 miljoen mensen
toegang tot duurzame energie te hebben gefaciliteerd. In 2021 is er via dit programma
toegang tot moderne energie gerealiseerd voor 25,8 miljoen mensen, 30.900 sociale
infrastructuren en 81.700 bedrijven.
Energy Sector Management Assistance Programma (ESMAP): ESMAP (een programma van de Wereldbank) helpt overheden in ontwikkelingslanden met
kennis, beleidsondersteuning en projectvoorbereiding voor het versnellen van de energietransitie
en het bereiken van universele toegang tot energie. ESMAP levert daarmee een belangrijke
bijdrage om ontwikkelingslanden toegang te geven tot duurzame energietechnologie en
investeringen, onder andere op het gebied van zon- en wind, geothermie, elektriciteitsopslag,
schoon koken en groene waterstof. Ook helpt ESMAP landen bij het uitfaseren van fossiele
brandstoffensubsidies.
Consultative Group for International Agricultural Research (CGIAR): Nederland ondersteunt sinds lange tijd het CGIAR financieel en heeft zich recent
(november 2021) gecommitteerd dat ook voor de periode 2022–2027 te doen. Sinds 2017
is daar een specifiek partnerschap programma bijgekomen dat Nederlandse wetenschap,
private sector samenwerking en kennis en kunde verbindt aan het CGIAR onderzoek ten
behoeve van wereldwijde voedselzekerheid. Daarmee wordt zogenoemde leverage gecreëerd voor deze Nederlandse wetenschappelijke kennis en aanpak binnen dit mondiale
systeem. Dit partnerschap wordt beheerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek (NWO). In de nieuwe 2030 strategie van de CGIAR staat klimaatverandering
centraal als context van het onderzoek op het gebied van voedselzekerheid.
Energie Transitie Faciliteit (ETF): met dit programma heeft Nederland van 2017 tot begin 2022 landen in het Midden-Oosten
en Noord-Afrika ondersteund in de overgang naar duurzame energie. Vanuit Nederlandse
diplomatieke missies werd er samen met landen ingezet op concrete oplossingen, die
goed passen in de lokale context. Dit werd gedaan door middel van kennisdeling, beleidsadvisering
en capaciteitsopbouw op thema’s zoals zonne-energie, circulaire economie, offshore
windenergie en hernieuwbare waterstof.
Met deze voorbeelden heb ik getracht om een zo goed mogelijk beeld te geven van de
activiteiten van de rijksoverheid om technologieoverdracht op het gebied van klimaatmitigatie
wereldwijd te bevorderen. Het werk van het Rijk staat echter niet op zichzelf. Bedrijven
en kennisinstellingen zijn vaak ook zelf actief in het buitenland en daarbij vindt
ook overdracht van kennis en expertise plaats.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie