Brief regering : Reactie op de gewijzigde motie van het lid Alkaya c.s. over alles in het werk stellen om een verdere verschraling van de dienstregeling in het openbaar vervoer te voorkomen (Kamerstuk 31305-359)
31 305 Mobiliteitsbeleid
Nr. 360
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2022
Op 6 juli 2022 heb ik een motie van het lid Alkaya c.s. (Kamerstuk 31 305, nr. 355), ontraden.
Ook op 6 juli ontving ik een gewijzigde motie van het lid Alkaya c.s. (Kamerstuk
31 305, nr. 359), die de regering verzoekt om alles in het werk te stellen om ernstige verschraling
van dienstregelingen in het openbaar vervoer te voorkomen.
Zoals gezegd tijdens het tweeminutendebat over Duurzame Mobiliteit, deel ik de wens
van de Kamer dat we voldoende, betrouwbaar, toegankelijk en veilig openbaar vervoer
nodig hebben. Ook in 2023. Met alle partijen in de OV sector ben ik intensief in gesprek
om te bezien wat we samen kunnen doen om het aanbod aan bussen, trams en treinen beter
aan te laten sluiten op de veranderende vraag naar openbaar vervoer. Ik hoop op korte
termijn tot afspraken te komen.
De gewijzigde motie van het lid Alkaya c.s. die gedrukt stond onder nummer 355 geef
ik «oordeel Kamer» omdat ik de motie zie als een aanmoediging om te komen tot de hierboven
genoemde afspraken.
Ik verwacht u op korte termijn te kunnen informeren over het resultaat van de gesprekken
met de OV-partijen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat