Brief regering : Monitor Integriteit en Veiligheid 2022 en voortgang weerbaar bestuur
28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie
Nr. 247
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2022
Hierbij stuur ik uw Kamer de Monitor Integriteit en Veiligheid 2022 die vandaag is
verschenen. Deze monitor wordt iedere twee jaar uitgebracht en geeft een beeld van
integriteit en weerbaarheid van ons openbaar bestuur. Dit zijn vitale elementen voor
het goed en betrouwbaar functioneren van onze democratische rechtsstaat.
Bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren, moeten hun ambt of functie te
allen tijde op deskundige en integere wijze kunnen uitvoeren. Als zij daarbij te maken
krijgen met agressie en intimidatie kan dat veel en onnodig leed met zich meebrengen
voor betrokkenen zelf en voor hun naasten. Dat is onaanvaardbaar.
De cijfers van de monitor geven inzicht in de mate waarin decentrale politieke ambtsdragers
(decentrale bestuurders en volksvertegenwoordigers) en ambtenaren het afgelopen jaar
te maken kregen met agressie en intimidatie en de mate waarin zij zich bewust zijn
van de integriteitsregels en deze ook nageleefd zien worden. Hieronder deel ik de
opvallendste uitkomsten uit de monitor en beschrijf ik de acties en stappen die ik
zet in het kader van de intensiveringen van weerbaar bestuur.
Opvallende uitkomsten uit de monitor
Begin 2022 is een meting gehouden onder politieke ambtsdragers van alle provincies,
waterschappen en gemeenten en onder ambtenaren (zowel in dienst van het Rijk als van
het decentraal bestuur). De eerste indruk van de resultaten is zorgwekkend en laat
onder andere een stijgende trend zien van ervaren agressie en intimidatie ten opzichte
van voorgaande jaren. Opvallende uitkomsten zijn:
– Ervaringen met agressie en geweld zijn zowel onder decentrale politieke ambtsdragers
als onder ambtenaren gestegen1. 35% van de politieke ambtsdragers rapporteerde in 2020 met enige vorm hiervan in
aanraking te zijn geweest; in 2022 is dit gestegen naar 49%. Onder ambtenaren is 33%
minimaal één keer slachtoffer geworden van agressie, bedreiging of intimidatie.2 Een groot aandeel van de stijging onder politieke ambtsdragers wordt veroorzaakt
door online agressie en intimidatie3. Tegelijkertijd is er onder ambtenaren sprake van een stijging van incidenten via
e-mail;
– Het percentage decentrale politieke ambtsdragers en ambtenaren dat ook melding maakt
van een incident laat een kleine stijging zien. Daarentegen worden er minder incidenten
organisatiebreed geregistreerd;
– Het aantal politieke ambtsdragers dat melding maakt van vermoedens van niet-integer
gedrag van collega-ambtsdragers in het decentraal bestuur is licht gestegen sinds
de eerste meting in 20164. Vermoedens van niet-integer gedrag onder ambtenaren zijn daarentegen afgenomen ten
opzichte van 2016;
– Decentrale politieke ambtsdragers zijn goed bekend met onderdelen van integriteitsbeleid,
zoals de gedragscode. Over het algemeen zijn overheidsmedewerkers eveneens bekend
met onderdelen van het integriteitsbeleid.
Voor een nadere duiding van de resultaten uit de monitor ga ik via het Netwerk Weerbaar
Bestuur in gesprek met provincies, gemeenten, beroeps- en belangenverenigingen van
het decentraal bestuur en verschillende organisaties uit het veiligheidsdomein. Een
aandachtspunt daarbij is de impact van de afgelopen Covid-periode, waarin veel meer
online gewerkt en gecommuniceerd werd dan voorheen en de mogelijke gevolgen daarvan
voor een verschuiving van incidenten tijdens direct fysiek contact naar online incidenten.
Het eerste beeld van de cijfers en de verontrustende trends bevestigen voor mij in
elk geval de urgentie van de intensiveringen van weerbaar bestuur, waar ik uw Kamer
in de brief van 8 maart jl.5 al uitgebreider over informeerde.
Ervaringen met agressie en geweld
In reactie op eerdere signalen over een forse toename van het aantal ervaringen met
(online) agressie en intimidatie onder politieke ambtsdragers en ambtenaren heb ik
recent al verschillende maatregelen genomen. Zo blijf ik de kosteloze training «Omgaan
met intimidatie en bedreiging»6 aanbieden aan decentrale overheden. Ook investeer ik in het vergroten van de bewustwording
over het belang van goede ondersteuning na een incident. Dit wordt onder andere gedaan
door de tour die het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur na de zomer start langs raden
en staten. Daarnaast ga ik samen met Stichting de Goede Zaak een verdiepend onderzoek
uitvoeren naar de impact en verbeteracties bij online intimidatie en bedreiging van
met name vrouwelijke politieke ambtsdragers en politieke ambtsdragers met een migratieachtergrond.
Voor een inclusief en divers openbaar bestuur moet er een veilige werkomgeving voor
iedereen zijn. In het verlengde daarvan wordt ook onderzocht hoe ambtenaren zich beter
kunnen verweren tegen online intimidatie.
Het bestrijden van intimidatie, bedreiging, agressie en andere vormen van ondermijnende
invloeden is een gezamenlijke uitdaging voor gemeenten, provincies, waterschappen
en de rijksoverheid. Zoals ik al schreef in de brief over de intensiveringen2, hebben met name (kleinere) gemeenten vaak weinig capaciteit voorhanden voor het
inrichten van een registratiesysteem voor meldingen, vernieuwing van het Bibob-beleid
en het voorkomen en versterken van kwetsbaarheden. Dit terwijl de opgaven onverminderd
groot zijn.7 Om gemeenten te ondersteunen bij deze organisatiebrede preventieve aanpak, richt
ik me op korte termijn daarom nadrukkelijk op het versterken van hun slagkracht tegen
ondermijnende invloeden.
Met de provincies bereid ik een impuls van 5 miljoen euro voor die wordt verstrekt
bij septembercirculaire van het Provinciefonds, waarmee zij bovenlokaal en passend
bij de lokale behoeften die extra slagkracht kunnen gaan organiseren. Hiermee kunnen
ze bijvoorbeeld de onderlinge samenwerking versterken en trainingen opzetten om gevallen
van ondermijning te herkennen en tegen te gaan.
Ook wil ik de informatiepositie van decentrale overheden in de strijd tegen ondermijning
vergroten. Het dashboard «Zicht op Ondermijning», dat op buurtniveau data en analyses
over ondermijning inzichtelijk maakt, wordt daarom doorontwikkeld en breder ingezet.
Voor gemeenten die nog niet direct betrokken zijn, wordt een zelfscan «Verhogen informatiepositie
gemeenten» ontwikkeld die hen helpt om data bij de preventieve aanpak te gebruiken
en gestructureerd in kaart te brengen.
Daarnaast werk ik aan een structurele invulling van de ondermijningsgelden voor weerbaar
bestuur, langs de lijnen van mijn voorgaande brief8. De plannen en verkenningen hiervoor worden momenteel samen met het Ministerie van
Justitie en Veiligheid en de eerder genoemde partners en het Netwerk Weerbaar Bestuur
uitgewerkt. Het gaat onder andere om het versterken van kwetsbare processen bij decentrale
overheden, het bieden van benodigde juridische ondersteuning en maatregelen voor de
woningbeveiliging van decentrale bestuurders. Begin 2023 informeer ik uw Kamer over
de uitwerking van de structurele inzet van deze intensiveringen.
Melding en registratie van incidenten
Een belangrijk doel van de intensiveringen van weerbaar bestuur is om meer aan de
voorkant te komen bij het bestrijden van ondermijnende invloeden en andere vormen
van oneigenlijke druk op de mensen en processen binnen het openbaar bestuur. In dat
licht wordt samen met het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur gewerkt aan brede bewustwording
onder politieke ambtsdragers en het vergroten van de meldingsbereidheid en registratie
van incidenten. Meldingen zijn essentieel om zicht te krijgen op kwetsbare processen
en onveilige situaties in het werk en maken het mogelijk om, waar nodig, ondersteuning
te verlenen aan betrokken personen en hun naasten. Daarom wordt hier na de zomer veel
aandacht aan besteed tijdens de bewustwordings-sessies voor alle nieuwe raden van
het «Ondersteuningsteam on Tour». Ook worden het stappenplan melding en aangifte voor
politieke ambtsdragers en de geactualiseerde veiligheidspakketten voor burgemeesters
verder verspreid.
De monitor laat zien dat ook de meldingsbereidheid van ambtenaren en de organisatie-brede-registratie
van meldingen verhoogd moet worden. Dit vormt een belangrijk onderdeel van de aanpak
Veilig Werken, waarmee ik me nadrukkelijk inzet voor het creëren van een agressie-
en geweldsvrije werkomgeving voor ambtenaren. Het doel van de aanpak is drieledig:
het beter voorkomen van incidenten, het adequaat optreden bij een incident en het
verlenen van goede en adequate nazorg. Het uitdragen dat melden normaal is en het
verbeteren van de meldingsregistratie en -afhandeling maken hier integraal onderdeel
vanuit.
In de aanpak wordt de focus gelegd op normstellen vanuit de organisatie en het uitdragen
hiervan. Zo wordt duidelijkheid geschapen voor medewerkers én voor burgers, kunnen
ambtenaren de regie houden in het dienstverleningsproces en kunnen de juiste acties
ondernomen worden wanneer de grens wordt overschreden. Het ontwikkelen van trainingen,
het versterken van processen die kwetsbaar zijn voor ondermijning en oneigenlijke
druk en het ontwikkelen van een aanpak tegen online intimidatie horen ook bij de aanpak.
Integriteit en vermoedens van niet-integer gedrag
Uit de monitor komt een lichte toename van vermoedens van niet-integer gedrag door
collega-ambtsdragers in het decentraal bestuur naar voren. Ofschoon het lastig is
om conclusies over deze cijfers te trekken9, maken de cijfers duidelijk dat het belangrijk is om de bestuurlijke integriteit
blijvend onder de aandacht te brengen.
Om de integriteit binnen het decentraal bestuur te bevorderen zet ik onder meer in
op nieuwe wetgeving. Een eerste wetsvoorstel, de wet bevorderen integriteit en functioneren
decentraal bestuur, is reeds aangenomen door uw Kamer; hierin wordt onder meer geregeld
dat een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht wordt voor wethouders en gedeputeerden
en worden de regels inzake belangenverstrengeling aangescherpt.10 Een tweede wetsvoorstel is in voorbereiding, dat zal voorzien in de wettelijke verankering
van een risicoanalyse integriteit voor kandidaat-wethouders en -gedeputeerden voorafgaand
aan hun benoeming.11
Naast wetgeving is er ook flankerend beleid nodig om de bewustwording over waar de
grens tussen integer en niet-integer gedrag ligt verder te vergroten. Ik zet daarbij
in op het structureel bevorderen dat decentrale politieke ambtsdragers met elkaar
in gesprek zijn over het integriteitsbesef en de bewustwording van eventuele risico’s
en kwetsbaarheden, met specifieke aandacht voor het voorkomen van (de schijn van)
belangenverstrengeling. Ook werk ik aan een overzichtelijk en goed toegankelijk instrumentarium
van handreikingen, gedragscodes en opleidingsprogramma’s voor politieke ambtsdragers.
De burgemeester en de commissaris van de Koning hebben elk een bijzondere verantwoordelijkheid
ten aanzien van de integriteit van decentrale politieke ambtsdragers. Mijn ministerie
zal actief het land in blijven gaan om met de burgemeesters, commissarissen, beroeps-
en belangenverenigingen en de bestuurdersverenigingen van de politieke partijen te
spreken over hoe blijvend invulling te geven aan integriteit binnen het decentraal
bestuur. Over de acties ter bevordering van de integriteit binnen het decentraal bestuur
zal ik uw Kamer nader informeren, in ieder geval in de door mij in het commissiedebat
van 10 maart jl. toegezegde overkoepelende visie op de integriteit van het decentraal
bestuur, bewindspersonen en de Rijksdienst.
De ambtelijke integriteit heeft eveneens mijn blijvende aandacht. Binnen de rijksoverheid
wordt nu ingezet op het bevorderen van de sociale veiligheid en het bestrijden van
ongewenste omgangsvormen. Recent heb ik uw Kamer hier per brief nader over geïnformeerd12. In deze brief wordt ook ingegaan op de aanpak Veilig Werken en de ontwikkeling van
een pilot persoonlijke weerbaarheidsscan.
Tot slot
Met gebundelde krachten en in afstemming met andere doelgroepen met een publieke taak
blijf ik me de komende tijd inzetten voor een openbaar bestuur dat dienstbaar en benaderbaar
blijft voor inwoners en tegelijk grenzen stelt aan onacceptabel gedrag en ondermijnende
invloeden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties