Brief regering : Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022
28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid
Nr. 370
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2022
Hierbij bied ik uw Kamer de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 2022 (hierna: Nota
2022) aan. De Nota 2022 bevat het beleid voor de invulling van het aandeelhouderschap
door de staat en vervangt de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 2013. Zoals ik
heb toegezegd, wil ik uw Kamer nauw betrekken bij het deelnemingenbeleid en de invulling
daarvan. Ik ga daarom graag met uw Kamer in gesprek over deze Nota. In deze brief
licht ik mijn visie op het deelnemingenbeleid toe.
Publieke belangen
De enige reden voor de staat om een aandelenbelang in een onderneming te nemen, is
het publieke belang. Maar wat we beschouwen als een publiek belang, is niet in beton
gegoten en kan door de jaren heen veranderen. De wereld is veranderd sinds het verschijnen
van de Nota in 2013 (Kamerstuk 28 165, nr. 165). Dit vraagt om een herwaardering van wat we als publieke belangen zien en de rol
die staatsdeelnemingen moeten spelen. Meer dan voorheen zie ik een opdracht voor deelnemingen
om bij te dragen aan de transformatie die de maatschappij en economie de komende jaren
en decennia moeten ondergaan. Zo is het slagen van de energie- en klimaattransitie
van essentieel belang voor de leefbaarheid voor toekomstige generaties en voor het
in stand houden van de concurrentiekracht van de Nederlandse economie. Een ander terrein
waar publieke belangen zich de laatste tijd steeds duidelijker aftekenen is economische
veiligheid.
De staat kan publieke belangen op verschillende manieren borgen. Wet- en regelgeving
en instrumenten als gedrags- en financiële sturing zijn hiervoor de eerstaangewezen
instrumenten. Maar soms zijn publieke belangen zo veelzijdig en veranderlijk dat deze
niet goed omschreven of afgebakend kunnen worden. Wet- en regelgeving zijn in die
gevallen niet altijd voldoende flexibel om snel en slagvaardig in te kunnen spelen
op ontwikkelingen. Het aandeelhouderschap van de staat in een onderneming kan in die
gevallen bijdragen aan de borging van de publieke belangen. De Nota 2022 bevat een
afwegingskader dat inzichtelijk maakt in welke gevallen ik vind dat aandeelhouderschap
door de staat geschikt is om een publiek belang te borgen en in welke gevallen niet.
Actief aandeelhouderschap
Activiteiten die deelnemingen uitvoeren staan op afstand van de overheid en de politiek.
De staat als aandeelhouder gaat niet over de dagelijkse bedrijfsvoering van deze ondernemingen,
dat is aan de deelnemingen zelf. Maar als aandeelhouder heeft de staat in belangrijke
mate invloed. Ik vind het dan ook de verantwoordelijkheid van de staat om al zijn
bevoegdheden als aandeelhouder in te zetten om het publiek belang zo goed mogelijk
te borgen. Deelnemingen zijn immers van ons allemaal. Dit kabinet vervult het aandeelhouderschap
daarom op een actieve manier, waarbij het publieke belang centraal staat. Hieronder
licht ik toe op welke wijze de staat als aandeelhouder dat doet.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Dit kabinet vindt maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) belangrijk. Ik leg
de lat daarom hoog voor deelnemingen. Ik verwacht dat zij een voorbeeldrol vervullen
in hun eigen sector bij het nastreven van een positieve impact op mens, maatschappij
en milieu. Zo verlang ik bijvoorbeeld van deelnemingen dat zij internationale MVO-richtlijnen
naleven en ambitieuze doelen stellen. Deelnemingen dienen aandacht te besteden aan
de thema’s klimaat en milieu, veilige werkomgeving (inclusief brede diversiteit),
mensenrechten en financiële transparantie & anti-corruptie. Bij het uitvoeren van
de aandeelhoudersbevoegdheden, zoals het consultatierecht bij de strategie en het
goedkeuringsrecht bij investeringen, wordt MVO sterk verankerd. Het ambitieniveau
van deelnemingen op MVO zal ik periodiek toetsen.
Strategie en langetermijnwaardecreatie
Het bestuur ontwikkelt een visie op langetermijnwaardecreatie van de vennootschap
en formuleert een daarbij passende strategie. Om de betrokkenheid van de staat als
aandeelhouder te borgen bij de strategieherziening, wordt de staat geconsulteerd bij
de strategie. Binnen langetermijnwaardecreatie komen brede maatschappelijke onderwerpen
terug zoals MVO, werkgelegenheid in brede zin en verantwoordelijkheid nemen voor de
hele keten waarin de organisatie zich bevindt. Daarnaast komen ook aspecten terug
die zich richten op de werknemers van de deelnemingen (zoals acceptabele arbeidsvoorwaarden
en een leefbaar loon). Het is aan het bestuur om deze onderdelen in te vullen. Maar
in lijn met de motie van het lid Alkaya1 zal ik de deelnemingen hier nadrukkelijk op blijven bevragen en verwacht ik ook hier
van deelnemingen een voorbeeldrol.
Investeringen en financiële positie
Ik vind dat investeringen van deelnemingen moeten bijdragen aan het publiek belang
én tegelijkertijd financieel rendabel moeten zijn. Als aandeelhouder ga ik de investeringsvoorstellen
daarop toetsen. Anders dan voorheen zal ik daarnaast aandacht besteden of de investeringen
in lijn zijn met de voorbeeldrol die van deelnemingen mag worden verwacht op MVO-gebied.
Ook voor investeringen in de energietransitie kijk ik in een breed perspectief naar
de risico-rendementsafweging. Eventuele maatschappelijke gevolgen van het niet doorgaan
van een investering worden meegewogen in de besluitvorming. De Nota 2022 bevat daarnaast
een kader dat inzicht geeft in hoe ik naar branchevreemde of buitenlandse activiteiten
kijk. Activiteiten die alleen een winstoogmerk hebben en niet ondersteunend zijn aan
de publieke belangen of gelieerd zijn aan de Nederlandse kernactiviteiten, kunnen
niet op mijn goedkeuring rekenen. Als aandeelhouder blijf ik oog houden voor een gezonde
financiële positie van deelnemingen. Dat is belangrijk, omdat deelnemingen in staat
moeten blijven om hun activiteiten ook op de langere termijn uit te kunnen voeren.
Benoemingen en beloningen
Mijn bevoegdheden rondom benoemingen en het beloningsbeleid wil ik aanwenden om ervoor
te zorgen dat er deskundige commissarissen en bestuurders aan het roer van de deelnemingen
staan. Bestuurders en commissarissen zijn immers cruciaal voor het functioneren van
de onderneming. Het kabinet vindt het van belang dat de samenstelling van een raad
van bestuur en een raad van commissarissen divers en evenwichtig is. Het gaat daarbij
niet alleen om genderdiversiteit, maar ook om aspecten als culturele achtergrond,
leeftijd, seksuele oriëntatie en arbeidsbeperkingen. De staat als aandeelhouder kan
hier een positieve bijdrage aan leveren door hierover het gesprek aan te gaan met
de deelnemingen.
Het succesvol uitvoeren van dit deelnemingenbeleid en de daarin vastgelegde ambities
kan ik niet alleen. Een constructieve dialoog en samenwerking met de deelnemingen
is essentieel. Ook zie ik ernaar uit om met uw Kamer in debat te gaan over de invulling
van dit deelnemingenbeleid. Tot slot hecht ik er waarde aan dat landen van elkaar
kunnen leren over het zo goed mogelijk borgen van publieke belangen via aandeelhouderschap
van de staat. Daarom zal ik nog meer de samenwerking zoeken met andere landen en ga
ik dit deelnemingenbeleid ook uitdragen in internationaal verband.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.