Brief regering : Aanpak verkeersveiligheid Rijks-N-wegen
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1014
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2022
Verkeersveiligheid is één van de prioriteiten van het kabinet. Er is vanuit het Coalitieakkoord
vanaf 2023 € 200 miljoen gereserveerd voor het verder verbeteren van de verkeersveiligheid
op Rijks-N-wegen. Met deze brief informeer ik u over de uitgewerkte aanpak en de trajecten
waar met deze middelen de komende jaren gewerkt gaat worden aan het verbeteren van
de verkeersveiligheid. Daarmee geef ik ook invulling aan de motie van het lid Koerhuis
over de N361 en de toezegging om de Tweede Kamer voor de zomer te informeren over de aanpak van
verkeersveiligheid op Rijks-N-wegen2.
De afgelopen maanden is een prioritering van verkeersveiligheidsrisico’s en mogelijke
maatregelen op de Rijk-N-wegen uitgewerkt. Daarbij is voortgebouwd op de mogelijke
maatregelen zoals uiteengezet in de Kamerbrief over het stappenplan verkeersveiligheid
Rijks-N-wegen d.d. 2 november 20213. In genoemde brief zijn drie soorten maatregelen onderscheiden: het verbeteren van
de bermveiligheid, het toepassen van fysieke rijrichtingscheiding op enkelbaans Rijks-N-wegen
en het aanpakken van resterende knelpunten zoals bijvoorbeeld gelijkvloerse kruisingen
met het onderliggend wegennet. Bij de prioritering is gebruik gemaakt van de inzichten
uit de Integrale Mobiliteitsanalyse (IMA)4 en het onderzoek van Arcadis naar fysieke rijrichtingscheiding op enkelbaans Rijks-N-wegen5.
De prioritering heeft geleid tot een aanpak in tranches. Door de aanpak in tranches
is het mogelijk om maatregelen van beperktere omvang op korte termijn tot uitvoering
te brengen en tegelijkertijd te starten met de voorbereiding van een grootschalige
aanpak. Er is daarom een onderverdeling gemaakt in twee tranches. Voor tranche 1 is
€ 24,2 miljoen gereserveerd. Voor tranche 2 is € 170,5 miljoen gereserveerd. Daarnaast
is € 5,3 miljoen gereserveerd voor proces- en programmakosten. De uitgewerkte tranches
worden hieronder toegelicht. De gereserveerde middelen zijn taakstellend, dat wil
zeggen dat de uitvoering van het programma binnen het budget van € 200 miljoen dient
te blijven. Indien overschrijding dreigt, dan zullen daarvoor passende beheersmaatregelen
getroffen worden (bijvoorbeeld bijsturing, nadere prioritering of versobering).
De € 200 miljoen die beschikbaar is gesteld vanuit het Coalitieakkoord staat gereserveerd
op de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën. De middelen worden overgeheveld
naar het Mobiliteitsfonds bij de Ontwerpbegroting 2023. Deze wordt met de Miljoenennota
gepubliceerd aan uw Kamer.
Tranche 1: snelle uitvoering/quick-wins
In deze tranche is geprioriteerd op een snelle uitvoerbaarheid, zodat op korte termijn
stappen gezet kunnen worden in het verbeteren van de verkeersveiligheid op Rijks-N-wegen.
Daarom is geïnventariseerd op welke Rijks-N-wegen in de komende jaren reeds onderhoudsmaatregelen
zijn gepland en waar voor de voorbereiding en uitvoering van maatregelen aangesloten
kan worden in een bestaande projectorganisatie. Daarbij is ook gekeken in hoeverre
zich een hoog ongevalsrisico voordoet op deze wegen, o.a. aan de hand van de IMA.
Voor het inventariseren van de te treffen verkeersveiligheidsmaatregelen is gebruik
gemaakt van inzichten van de regionale diensten van Rijkswaterstaat over bestaande
verkeersveiligheidsknelpunten, de bestaande aanpak gericht op het verbeteren van de
bermveiligheid op Rijks-N-wegen en het vorig jaar afgeronde verkeersveiligheidsonderzoek
naar de N9, N99 en N2506 (de N250 betreft een provinciale N-weg en loopt niet mee in de aanpak van Rijks-N-wegen).
Dit pakket omvat zowel bermmaatregelen als het aanpakken van overige, regio-specifieke
knelpunten, zoals gelijkvloerse kruisingen. De start van de uitvoering van dit pakket
is voorzien in de jaren 2023 en 2024. De totale omvang bedraagt € 24,2 miljoen, waarvan
10% gereserveerd voor onvoorziene kosten. Daarmee worden maatregelen uitgevoerd op
de volgende trajecten:
TRANCHE 1
Traject
Maatregel
Budget
N9
Op dit traject worden diverse verkeersveiligheidsmaatregelen getroffen, waaronder
het aanleggen van een fietstunnel i.c.m. een turborotonde bij de kruising N9/Kogendijk.
€ 4 miljoen
N99
Op dit traject worden diverse verkeersveiligheidsmaatregelen getroffen, waaronder
het aanbrengen van bermverharding en het aanpassen van in- en uitvoegmogelijkheden.
€ 6,2 miljoen
N33
Op dit traject worden diverse verkeersveiligheidsmaatregelen getroffen, waaronder
het aanleggen van twee rotondes.
€ 6,2 miljoen
N18
Op dit traject wordt het laatste ongeregelde kruispunt voorzien van verkeerslichten.
€ 1,5 miljoen
N57 en N59
Op deze trajecten wordt over een lengte van ca. 67 km een onderbroken, lage scheidingsmarkering
(gebra-balkjes) aangebracht tussen de rijstroken
€ 2 miljoen
N11, N18, N31, N32, N33, N35, N50, N57, N59 en N61
Op deze trajecten worden diverse bermmaatregelen getroffen, zoals het aanbrengen van
geleiderails.
€ 2,1 miljoen
Reservering onvoorziene kosten (10%)
€ 2,2 miljoen
Totaal tranche 1
€ 24,2 miljoen
Tranche 2: grootschalige integrale aanpak
In deze tranche wordt gekozen voor een grootschalige en integrale aanpak van een beperkt
aantal trajecten. Dit heeft als voordeel dat er op deze trajecten een optimaal effect
op de verkeersveiligheid worden gerealiseerd. Het zwaartepunt ligt hierbij op het
aanbrengen van fysieke rijrichtingscheiding. Op basis van het vorig jaar aan uw Kamer
gestuurde onderzoek van Arcadis7 is een nadere prioritering aangebracht, waarbij naast objectieve verkeersveiligheidscriteria
ook is gekeken naar de geraamde kosten en kosteneffectiviteit van fysieke rijrichtingscheiding.
Daarnaast is voor de prioritering in tranche 2 gebruik gemaakt van de resultaten uit
de IMA. De start van de uitvoering van het maatregelpakket in tranche 2 wordt voorzien
vanaf de jaren 2025 en 2026. De totale omvang bedraagt ca. € 170,5 miljoen, waarvan
10% gereserveerd voor onvoorziene kosten. Deze aanpak leidt tot het treffen van maatregelen
op de volgende trajecten:
TRANCHE 2
N36 (Almelo/Wierden-Ommen)
Grootschalige aanpak met fysieke rijrichtingscheiding als uitganspunt
€ 115 miljoen
N50 (Kampen-Ramspol)
Grootschalige aanpak met fysieke rijrichtingscheiding als uitganspunt
€ 19 miljoen
N44, N14, N59, N915
Nader uit te werken maatregelen
€ 21 miljoen
Reservering onvoorziene kosten (10%)
€ 15,5 miljoen
Totaal tranche 2
€ 170,5 miljoen
Waarom deze trajecten?
Voor het aanbrengen van deze prioritering is gebruik gemaakt van het eerder genoemde
onderzoek van Arcadis. Delen van de N9, N14, N35, N36, N48, N50, N57, N59, N99 en
N915 scoren in dit onderzoek hoog op twee van de drie onderzochte verkeersveiligheidsaspecten
(risicocijfers, VIND-score8, prioritering RWS-regio’s). Voor alle genoemde wegen blijkt uit de IMA bovendien
dat in 2040 – zonder aanvullende maatregelen – het (gemonetariseerd) slachtofferrisico
in de hoogste klasse valt9. Het aanleggen van fysieke rijrichtingscheiding op genoemde trajectdelen kost tenminste
€ 245 miljoen. Rekening houdend met de onzekerheidsmarge van 30% die Arcadis noemt
in het onderzoek, zouden de kosten kunnen oplopen tot € 318,5 miljoen. Om verder te
prioriteren, om zo binnen de beschikbare middelen te blijven, is daarom ook gekeken
naar de maatschappelijke kosten-batenverhouding van de maatregel fysieke rijrichtingscheiding
voor de genoemde trajecten. Uit het onderzoek van Arcadis blijkt dat de maatschappelijke
kosten-baten voor delen van de N14, N35, N36 en N50 positief zijn. Het is wenselijk
ook aaneengesloten trajectdelen mee te nemen om te komen tot een eenduidige weginrichting.
Omdat het aanbrengen van fysieke rijrichtingscheiding op elk van deze trajecten het
beschikbare budget overstijgt, zijn betreffende trajecten nader vergeleken:
• Voor de N14 geldt dat deze reeds is vormgegeven als 2x2-weg met een moeilijk overrijdbare
rijbaanscheiding (een verhoging tussen de rijbanen). Fysieke rijrichtingscheiding
is relatief gemakkelijk en tegen lage kosten te realiseren i.v.m. de reeds aanwezige
lage rijbaanscheiding. Daarnaast is op delen van de N14 het risicocijfer bovengemiddeld.
De maatregel fysieke rijrichtingscheiding krijgt op twee van de drie onderzochte trajectdelen
echter een lage prioritering door de RWS-regio. Het treffen van andersoortige maatregelen
is op dit traject mogelijk effectiever.
• Het deel van de N35 waar rijrichtingscheiding kosteneffectief kan worden aangebracht
(hmp 25,7 – 32,0 tussen Mariënheem en Nijverdal) kent een bovengemiddeld risicocijfer.
Voor de N35 geldt dat op verschillende delen reeds verkeersveiligheidsmaatregelen
zijn gepland in het kader van het verkeersveiligheidsproject N35 Wijthmen-Nijverdal.
Ook is in maart 2022 de startbeslissing N35 Wijthmen – Nijverdal getekend, waarbij
Rijk en regio ieder € 100 miljoen hebben gereserveerd voor aanpak van dit traject.
Hiertoe worden verschillende alternatieven uitgewerkt10. De verwachting is dat er de komende jaren daarmee reeds een grote impuls aan de
verbetering van de verkeersveiligheid op de N35 kan worden gegeven.
• Voor de N36 geldt dat deze opvalt door een hoge prioritering door de RWS-regio over
elk trajectdeel, op delen een bovengemiddelde VIND-score kent en de maatregel op delen
van het traject kosteneffectief is. De Tweede Kamer heeft eerder met een motie van
het lid Koerhuis aangegeven de N36 een hoge prioritering te willen geven binnen de
€ 200 miljoen die beschikbaar is voor verkeersveiligheid op Rijks-N-wegen11. Gegeven de grote lengte van de onderzochte trajectdelen, het feit dat de het wegprofiel
over een groot gedeelte verbreed zal moeten worden en hierbij ook obstakels aanwezig
zijn die verbreding bemoeilijken, zijn de kosten voor het realiseren van fysieke rijrichtingscheiding
hoog.
• Voor de N50 tussen Kampen-Ramspol (hmp 251,2 – 257,3) geldt dat deze opvalt door een
bovengemiddeld risicocijfer en positieve kosten-baten over het gehele onderzochte
gedeelte. Het wegprofiel zal verbreed moeten worden voor een veilige toepassing van
de fysieke rijrichtingscheiding, maar er zijn geen objecten in de berm die dit bemoeilijken.
Bovenstaande analyse heeft uiteindelijk geleid tot het selecteren van de N36 en de
N50 voor een grootschalige aanpak met het aanbrengen van fysieke rijrichtingscheiding
als uitgangspunt.
Naast de N36 en de N50 die zijn geselecteerd op basis van het onderzoek naar de maatregel
fysieke rijrichtingscheiding, is binnen tranche 2 ook naar de top-5 trajecten met
het hoogste gemonetariseerde slachtofferrisico in 2040 uit de IMA gekeken. De maatschappelijke
kosten van slachtofferongevallen liggen, afgezet tegen de afgelegde voertuigkilometers,
het hoogst op delen van de N65, N44, N14, N59 en N915. Een deel van de N65 wordt de
komende jaren opnieuw ingericht. Voor de vier overige trajecten zijn vooralsnog geen
(grootschalige) maatregelen voorzien. Binnen tranche 2 is daarom een bedrag van € 21
miljoen gereserveerd voor het treffen van maatregelen op de N44, N14, N59 en N915.
Welke maatregelen hier – gegeven dit budget – op kosteneffectieve wijze getroffen
kunnen worden, wordt vanaf dit najaar nader onderzocht door Rijkswaterstaat.
Vervolg
Rijkswaterstaat is voornemens om in de loop van 2023 te starten met het treffen van
de eerste maatregelen uit tranche 1. Parallel aan het voorbereiden van de maatregelen
uit tranche 1, zal Rijkswaterstaat de komende periode een plan van aanpak uitwerken
voor de benodigde maatregelen op de N36 en de N50, waarbij ook de medeoverheden betrokken
zullen worden zodat een gedragen uitwerking ontstaat en mogelijke meekoppelkansen
geïdentificeerd kunnen worden. Ook zal een nadere analyse uitgevoerd worden naar mogelijke
maatregelen op de N14, N44, N59 en N915. Ik verwacht uw Kamer voor de zomer van 2023
nader te kunnen informeren over de uitkomsten hiervan, alsmede over de exacte budgetverdeling
en een planning voor de te treffen maatregelen in tranche 2.
Tot slot
Met de nu beschikbare € 200 miljoen kan de komende jaren op zestien verschillende
Rijks-N-wegen gewerkt worden aan het verbeteren van de verkeersveiligheid. Een groot
aantal van de geselecteerde wegen bevindt zich in de top-15 van trajecten met het
hoogste gemonetariseerde slachtofferrisico zoals opgenomen in de IMA. Deze maatregelen
komen bovenop de bermmaatregelen waar de komende jaren nog aan wordt gewerkt op basis
van de € 25 miljoen die het vorige kabinet hiervoor beschikbaar heeft gesteld en de
investeringen die vanuit het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
(MIRT) worden getroffen in Rijks-N-wegen. Met het treffen van deze maatregelen kan
de komende jaren een grote impuls worden gegeven aan het terugdringen van ernstige
ongelukken en het verminderen van het aantal verkeersslachtoffers op Rijks-N-wegen.
Naast het investeren in verkeersveiligheidsmaatregelen, blijven het Ministerie van
IenW en Rijkswaterstaat de ontwikkeling van verkeersveiligheid op het Rijkswegennet
monitoren. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de IMA, de monitor Veilig over Rijkswegen
en de jaarlijkse rapportage van de SWOV over verkeersdoden op Rijkswegen. Op deze
wijze wordt ook in de toekomst blijvend invulling gegeven aan een risicogestuurde
aanpak van verkeersveiligheid op het Rijkswegennet om daarmee het aantal verkeersslachtoffers
te verminderen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat