Brief regering : Evaluatie van het beleid rond consumentenvuurwerk
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 702
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2022
Zoals ik in mijn brief van 7 juni jl. heb aangekondigd (Kamerstuk 28 684, nr. 701), stuur ik u hierbij de evaluatie van het beleid rond consumentenvuurwerk. Daarnaast
informeer ik u over een signaalrapportage over onjuist geclassificeerd consumentenvuurwerk
die de ILT onlangs opgesteld heeft. Tot slot informeer ik u over de voortgang van
de P11 beschikking om oneigenlijk gebruik van pyrotechnische artikelen tegen te gaan.
Evaluatie beleid consumentenvuurwerk
Afgelopen jaren zijn diverse maatregelen getroffen om letsel en overlast van consumentenvuurwerk
terug te dringen, met als doel bij te dragen aan een veilige jaarwisseling. In opdracht
van het Ministerie van IenW is een evaluatie uitgevoerd naar de effecten en werking
van de getroffen maatregelen in de periode 2015–2021.
Evaluatie algemeen vuurwerkbeleid
Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat ondanks grote verdeeldheid over inhoudelijk
aspecten van het beleid rond consumentenvuurwerk, de doelstelling van een veilige
jaarwisseling door alle belanghebbenden wordt onderschreven. Aanbevolen wordt om samen
met stakeholders een strategische routekaart voor de komende 5–10 jaar te ontwikkelen
zodat er duidelijkheid en rust gecreëerd wordt. Ook stelt een routekaart ondernemers
in staat tijdig voor te bereiden en zich aan te passen aan eventuele nieuwe wet- en
regelgeving. Bij alle beleidsmaatregelen zijn effecten zichtbaar en kunnen ze beoordeeld
worden op doeltreffendheid en doelmatigheid. De onderzoekers kunnen geen concluderende
uitspraak doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het totaal aan beleidsmaatregelen.
Zij raden aan om de effecten van het verbod op het knalvuurwerk, de vuurwerkpijlen,
enkelschotsbuizen en categorie F3 vuurwerk tijdens de volgende jaarwisseling te meten.
Verder wordt geconstateerd dat de maatschappelijke problematiek rondom vuurwerk breder
is dan consumentenvuurwerk. Aanbevolen wordt de beleidsinstrumenten voorlichting en
internationale inzet doelgericht in te zetten. De onderzoekers zien dat het maatschappelijke
en politieke debat omtrent vuurwerk leidt tot onrust in de uitvoering en dat de uitvoering
versterkt kan worden door prestatieafspraken te maken over de productveiligheid van
consumentenvuurwerk en door middel van het delen van best practices.
Ik werk aan een veilige jaarwisseling door een mix van beleidsinstrumenten in te zetten
zoals nationale en internationale wet- en regelgeving, informatie- en kennisuitwisseling,
voorlichting en subsidies. Ik doe hierbij ook een beroep op de verantwoordelijkheid
van de vuurwerkbranche en de consument. Ik neem de aanbeveling van de onderzoekers
over om een strategische routekaart op te stellen. Onderzoek, het verloop van de jaarwisseling
en de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen bepalen hierbij mede mijn inzet.
Door corona zijn de effecten van het vuurwerkverbod2 op vuurpijlen en knalvuurwerk nog niet zichtbaar. Door de tijdelijke vuurwerkverboden
van afgelopen twee jaarwisselingen, heeft de evaluatie van het verbod op knalvuurwerk
en vuurpijlen niet plaats kunnen vinden. Dat zou aanvankelijk ook onderdeel uitmaken
van de evaluatie van het vuurwerkbeleid. Op dit moment vindt de behandeling van het
initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks en de Partij voor de Dieren over een vuurwerkverbod
voor consumenten plaats(Kamerstuk 35 386). De invulling van de routekaart is mede afhankelijk van de uitkomst van de behandeling
dit initiatiefwetsvoorstel. Daarnaast zijn er op internationaal vlak ontwikkelingen.
Deze worden later in deze brief toegelicht. Komende jaarwisseling versterk ik de inzet
op voorlichting en communicatie, onder andere door de verbreding van doelgroepen en
inzet van social media.
Evaluatie van twee subsidieregelingen
Het is gebruikelijk om subsidieregelingen te evalueren. Daarom zijn ook twee subsidieregelingen
in dit onderzoek specifiek geëvalueerd: de Tijdelijke subsidie restantvoorraden vuurwerk
(TSRV) en de subsidie aan VeiligheidNL (onderzoek letsels en lespakket).
TSRV
Uit het onderzoek blijkt dat door de regeling TSRV minder vuurwerk, dat per 1 december
2020 is verboden, op de markt is gekomen. Aanbevolen wordt de benutting van de beschikbare
subsidiegelden te optimaliseren. De onderzoekers hebben geen aantoonbaar causaal verband
tussen de TSRV en de vermindering van letsel, overlast en milieuverontreiniging kunnen
aantonen. Aanbevolen wordt de doeltreffendheid te vergroten door meer eigen regie
te nemen op het realiseren van beoogde effecten. De doelmatigheid van de TSRV beoordelen
de onderzoekers voor detailhandelaren als aannemelijk, maar voor vuurwerkbedrijven
is het niet te beoordelen. De doelmatigheid kan volgens de onderzoekers vergroot worden
door het verminderen van de administratieve lasten.
De ervaringen die zijn opgedaan met de TSRV heb ik benut bij het opstellen van de
tijdelijke subsidieregelingen in verband met corona en het tijdelijke vuurwerkverbod.
De branche is geconsulteerd bij de ontwikkeling en de aanvraag is vereenvoudigd. Bij
een eventuele volgende subsidieregeling neem ik ook deze aanbevelingen van harte over.
Subsidie aan VeiligheidNL
Tot slot is de subsidie aan VeiligheidNL geëvalueerd. De conclusie is dat het uitvoeren
van onderzoek leidt tot inzicht in cijfers over aankoop, gebruik, letsel, letseloorzaken,
slachtoffers en de publieke opinie over vuurwerk. De doeltreffendheid kan door het
verhogen van de subsidiemiddelen voor het uitvoeren van onderzoek vergroot worden.
Het is nog niet mogelijk om vast te stellen dat de subsidie voor het geven van voorlichting
leidt tot veiliger gedrag, minder letselgevallen onder de jeugd en minder overlast
door de jeugd. De aanbeveling is het bereik van de activiteiten te vergroten door
het verhogen van de subsidiemiddelen voor het geven van voorlichting. De bijdrage
van de subsidie aan de daling van letsel en overlast is indirect en bovendien niet
te onderscheiden van de bijdrage van andere factoren. Aanbevolen wordt de doeltreffendheid
te vergroten door het versterken van de effecten van de subsidie via aanvullende maatregelen
zoals een modelmatige benadering zodat de onderzoeksresultaten een voorspelende waarde
krijgen. De doelmatigheid van de subsidie aan VeiligheidNL is voor het uitvoeren van
onderzoek aannemelijk, maar voor de voorlichting niet te beoordelen. Het onderzoek
geeft opties aan om de doelmatigheid te vergroten door een andere financieringsvorm
van VeiligheidNL te overwegen.
De onderzoeken van VeiligheidNL geven mij inzicht in belangrijke gegevens zoals letselcijfers
en informatie over vuurwerkaankoop en -gebruik. Daarmee zijn deze onderzoeken een
belangrijke indicator om een beeld te krijgen of de doelstelling van een veilige jaarwisseling
bereikt wordt. Ik ga bekijken of onderzoeksvragen aangevuld kunnen worden om de doeltreffendheid
te verhogen. Voor het lespakket zal komend jaar een effectonderzoek uitgevoerd worden.
Ondeugdelijke gaasverpakking zorgt voor onjuiste gevaarindeling consumentenvuurwerk
De ILT is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op de classificatie van vuurwerk.
Onlangs heeft de ILT een signaalrapportage opgesteld in verband met het aantreffen
van enkele ondeugdelijke gaasverpakkingen waardoor het betreffende consumentenvuurwerk
onjuist geclassificeerd is. Bij het testen van gaasverpakkingen werd tevens door de
ILT geconstateerd dat een aantal vuurwerkproducten die geclassificeerd waren als 1.4G,
in enkele gevallen massa-explosief reageerden, classificatie 1.1.
In Nederland mag alleen consumentenvuurwerk van een relatief lage gevarenklasse (klasse
1.4G en 1.4S) worden vervoerd en opgeslagen. Om dit te bewerkstelligen worden sommige
vuurwerkartikelen, die normaliter in de hogere gevarenklasse 1.3 zouden vallen, voorzien
van een speciale verpakking (gaasverpakking) waardoor bepaalde gevaarseigenschappen
worden verminderd. Op deze manier wordt gerealiseerd dat zij in de relatief lage gevarenklassen
1.4G en 1.4S terechtkomen, waardoor andere vervoerseisen gelden dan bij een zwaardere
gevarenklasse.
Uit onderzoeken, uitgevoerd door de ILT en TNO, blijkt dat deze speciale gaasverpakking
bij een aantal geteste vuurwerkartikelen onvoldoende functioneert en dat bepaalde
composities in vuurwerkartikelen feitelijk zwaarder geclassificeerd zouden moeten
worden. Dit houdt in dat er verhoogde risico’s voor zowel de opslag als het transport
van bepaalde typen consumentenvuurwerk kunnen bestaan. De fabrikant, als afzender
van de vuurwerkartikelen, is verantwoordelijk voor de juiste classificatie van het
vuurwerk en kent een classificatiecode3 toe aan een product ten behoeve van het transport.
Naar aanleiding van de rapportage zijn door de ILT verschillende stappen genomen.
De importeurs van vuurwerk dat massaexplosief reageerde, zijn door de ILT aangeschreven
om het vuurwerk te classificeren conform de uitkomsten van de testen, niet meer op
Nederlands grondgebied te brengen en/of op te slaan en over te brengen naar vergunde
locaties in het buitenland. Deze vuurwerkpartijen staan nu in Duitsland opgeslagen.
Het bevoegd gezag in Duitsland is geïnformeerd over de overgebrachte artikelen.
De ILT geeft in haar signaalrapportage aan dat de bevindingen van dit onderzoek internationaal
onder de aandacht moeten worden gebracht. De resultaten uit het onderzoek van de ILT
worden door Nederland geagendeerd op de eerstvolgende internationale VN-vergadering
die toeziet op de classificatie van vuurwerk met de vraag aan andere lidstaten of
deze problematiek breder herkend wordt. Dat kan de basis vormen om internationaal
draagvlak te krijgen om verdere actie te ondernemen.
Ook de andere vervolgacties die in de signaalrapportage worden genoemd zijn door de
ILT in gang gezet. Zo zijn importeurs, omgevingsdiensten, Veiligheidsregio’s en andere
EU-landen4 geïnformeerd. Tevens doet de ILT nader onderzoek naar de mogelijke oorzaken van de
massa-explosieve reacties, nu nog geen eenduidige conclusie kon worden getrokken over
de oorzaak hiervan en is documentenonderzoek naar aanverwante risicovolle producten
in gang gezet. In aanvulling hierop ga ik in gesprek met vuurwerkimporteurs om onderzoeksresultaten
te bespreken en te vragen hoe de importeurs ervoor willen zorgen dat de kwaliteit
van de geproduceerde partij vuurwerk in de toekomst overeenkomt met de certificaten.
Naar aanleiding van voorgaande acties zal ik in overleg met de relevante partijen
bezien of nadere acties noodzakelijk zijn.
Benelux-aanpak illegaal gebruik vuurwerk
Met de andere Benelux-landen wordt samengewerkt om illegaal gebruik van vuurwerk tegen
te gaan. Met dit doel is gekomen tot twee Benelux-beschikkingen: de invoering van
de Pyro-pass (beschikking Pyro-pass5) zodat professioneel vuurwerk alleen verkocht kan worden aan professionals die beschikken
over het juiste document, en het tegengaan van de oneigenlijke aanwending van pyrotechnische
artikelen bedoeld voor het grote publiek (beschikking oneigenlijk gebruik6). De beschikking Pyro-pass is in 20207 ondertekend. De tekst wordt op een aantal punten aangescherpt voor betere en efficiëntere
doelbinding, zoals bijvoorbeeld het gebruik van minder persoonsgegevens. Het idee
van de Pyro-pass is mede tot stand gekomen in samenwerking met de branche. Ook tijdens
de implementatie wordt de branche betrokken.
De beschikking oneigenlijk gebruik wordt rond september 2022 ondertekend. Met deze
beschikking wordt het bezit, gebruik en/of de verkoop van verschillende pyrotechnische
knalartikelen (P1)8 artikelen verboden, behalve voor personen met gespecialiseerde kennis.
Daarnaast worden de productspecificaties voor bepaalde producten aangescherpt. Deze
aanscherping is nodig omdat vuurwerk bedoeld voor professionals zoals F3 en F4 artikelen
vaak oneigenlijk als P1 worden gecategoriseerd.
Tot slot
In mijn brief van 7 juni jl. waarin uw vragen van het commissiedebat van 12 mei (Kamerstuk
28 684, nr. 700) zijn beantwoord, heb ik toegezegd u in deze brief te informeren over de ontwikkelingen
rond de Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod covid-19 opslag en vervoer 2. Op
dit moment zijn er geen nieuwe ontwikkelingen te melden. Ik houd uw Kamer en de branche
op de hoogte van de voortgang.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat