Brief regering : Needle spiking
24 077 Drugbeleid
Nr. 496
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2022
In het voorjaar en zeer recent, zoals afgelopen weekend nog, is veel media aandacht
geweest voor het fenomeen needle spiking. Een aantal mogelijke gevallen van needle spiking zorgden voor gevoelens van onveiligheid
in het uitgaansleven. Tijdens het commissiedebat drugsbeleid op 12 mei jl.1 heb ik uw Kamer toegezegd voor het zomerreces terug te komen met een stand van zaken
rondom dit fenomeen. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
Needle spiking
Er is reden voor alertheid nu in Nederland meerdere (vermeende) incidenten van needle
spiking gemeld zijn. Met needle spiking wordt bedoeld dat mensen (in het uitgaansleven)
ongemerkt met een naald gedrogeerd worden. Allereerst wil ik mijn medeleven uitspreken
met de melders van deze incidenten. Zij hebben ongetwijfeld een bijzonder nare ervaring
gehad. Het uitgaansleven moet voor iedereen een veilige plek zijn. Het drogeren van
anderen is mishandeling en daarmee onacceptabel en altijd strafbaar. Dat geldt ook
al voor het steken van een naald in een ander als die persoon daar niet om gevraagd
heeft. Needle spiking is een manier van drogeren.
Bij de politie en andere betrokken partijen ben ik nagegaan wat over het fenomeen
needle spiking bekend is, wat men ziet gebeuren en wat eventuele knelpunten in de
aanpak van dit fenomeen zouden kunnen zijn. Bij de politie zijn in 2022 tot dusver
45 incidenten bekend waarbij iemand gemeld heeft mogelijk slachtoffer te zijn van
needle spiking. Bij het merendeel van de geregistreerde incidenten is iemand onwel
geworden in bijvoorbeeld een café of discotheek. Soms heeft de persoon ook een verdachte
plek gevonden op het lichaam. In veel gevallen is er geen bloed- of urineonderzoek
verricht om aan te tonen dat er drugs in het lichaam aanwezig zouden zijn, of volgde
hier een negatieve uitslag op. In sommige gevallen is er door de politie vervolgonderzoek
gedaan, bijvoorbeeld door camerabeelden te bekijken van de locatie waar het voorval
zou hebben plaatsgevonden. Aanvullend onderzoek door de politie (bijv. bloed- of urineonderzoek
of het uitkijken van camerabeelden in uitgaansgelegenheden) leverde bij geen van deze
incidenten feiten of omstandigheden (bewijs) op dat daadwerkelijk sprake is geweest
van needle spiking.
Mede daardoor is er voor deze incidenten (vooralsnog) geen opsporingsindicatie en
volgt er geen nader onderzoek. Daarmee zijn er op dit moment geen bewijsbare gevallen
van needle spiking in Nederland.
In de eerste helft van 2022 is het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum tot
nu toe zes keer geraadpleegd over mogelijke incidenten van needle spiking. Het is
bij deze meldingen onbekend of er een onderzoek naar de aanwezigheid van substanties
in het bloed (toxscreening) heeft plaatsgevonden en zo ja, wat daar de uitslag van
was. Andere oorzaken voor de genoemde symptomen zijn daarom niet uit te sluiten. Er
kan dus niet worden vastgesteld dat in die gevallen daadwerkelijk sprake is geweest
van needle spiking.
Er zijn meerdere knelpunten bij het onderzoeken van een (mogelijke) drogering door
needle spiking. Wanneer iemand met een intoxicatie op de spoedeisende hulp (of andere
plek in zorg) komt, staat het leveren van goede zorg voorop. Er wordt dan gehandeld
op basis van het klinisch beeld. Als het voor het leveren van deze zorg nodig is,
wordt een bloed- of urinetest afgenomen. Maar ziekenhuizen houden zich in principe
niet bezig met het verzamelen van bewijslast en als een test niet nodig is voor een
medische behandeling, doen ze dat dus niet.
Het vaststellen van drugs in het bloed is bovendien vaak lastig of onmogelijk, omdat
het lichaam drugs afbreekt.
Het is niet bekend hoeveel mensen in Nederland denken slachtoffer te zijn geweest
van drogeren. Vermoedelijk doet niet iedereen die dit vermoeden heeft aangifte. Volgens
het Trimbos-instituut zijn hiervoor een aantal redenen: Het is moeilijk om onderscheid
te maken tussen de effecten van (veel) alcohol en de effecten van drugs. Slachtoffers
ervaren soms effecten die niet matchen met het effect dat zij verwachten bij het drinken
van «een paar drankjes», maar deze effecten zijn toch vaak niet toe te schrijven aan
drugs.
De context waarin gedronken wordt en hoe iemand zich voelt, hebben grote invloed op
hoe alcohol «valt». Alcohol kan ook zorgen voor black-out. Wanneer mensen bang zijn,
kan dat ook fysieke reacties geven. Hierdoor krijgen mensen het gevoel gedrogeerd
te zijn.
Mensen die denken dat ze gedrogeerd zijn, doen vaak geen aangifte als ze zich bijvoorbeeld
schamen, twijfelen of ze wel of niet gedrogeerd zijn of last hebben van geheugenverlies.
Er zijn nog meer redenen te noemen om geen aangifte te doen. Zonder aangifte volgt
er geen verder (toxicologisch) onderzoek.
We kunnen dus stellen dat needle spiking een lastig te duiden fenomeen is, zowel qua
omvang als qua ernst. Op dit moment zijn er geen bewijsbare gevallen van needle spiking
in Nederland. Het is van belang dat we hier de komende tijd beter zicht op krijgen.
Daarvoor worden de volgende stappen gezet. Vanaf heden wordt door het Nationaal Vergiftigingen
Informatie Centrum aan zorgverleners aangeraden om bij elke melding van een (mogelijke)
needle spiking casus een algemene toxscreening te verrichten en de uitslagen te melden
bij het Centrum. Het is hierbij wel van belang om op te merken dat het welzijn van
het slachtoffer voor het onderzoek gaat. Medische hulp heeft altijd voorrang. Er wordt
navolging gegeven aan de meldingen door het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
om zo meer informatie te vergaren over het fenomeen. De politie beraadt zich over
hoe om te gaan met dit nieuwe, nog redelijk onbekende fenomeen en zal de gevallen
van needle spiking beter gaan registreren.
De politie heeft mensen opgeroepen die vermoeden slachtoffer te zijn van needle spiking
om aangifte te doen. Daarnaast heeft de eenheid Amsterdam het initiatief genomen om
een handelingsprotocol te ontwikkelen.
Aan de hand van de gegevens van NVIC en politie hoop ik een beter beeld te krijgen
van de aard en omvang van needle spiking. Ook de actuele (vermeende) incidenten worden
onderzocht en meegenomen in de inventarisatie. Zodra we een beter beeld hebben van
het fenomeen, zal ik samen met de betrokken partijen bezien wat er eventueel nodig
is om het probleem aan te pakken. Ik zal uw kamer in het najaar informeren over de
voortgang.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Indieners
-
Indiener
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.