Brief regering : Evaluatie Wet Algemeen Pensioenfonds

Nr. 588
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2022

Bij de behandeling van de Wet algemeen pensioenfonds (APF) is toegezegd twee jaar
na inwerkingtreding van de wet een tussenrapportage uit te voeren en vijf jaar na
inwerkingtreding een evaluatie uit te voeren1. De evaluatie is inmiddels afgerond en bij deze brief gevoegd. Met deze brief informeer
ik uw Kamer over de inhoud van de evaluatie op hoofdlijnen. Een nadere beleidsreactie
op de evaluatie verwacht ik rond de zomer naar uw kamer te zenden.

Een APF is een pensioenuitvoerder en heeft, kort gezegd, tot doel om werkgevers en
pensioenfondsen een aanvullende keuzemogelijkheid te geven in de consoliderende pensioenmarkt,
die hen in staat moet stellen met behoud van eigenheid een reductie van kosten en
governancelasten te realiseren.

In de evaluatie is gekeken of de doelstellingen zijn gerealiseerd die in het wetgevingstraject
zijn geformuleerd.2 Op hoofdlijnen blijkt het volgende. Algemeen pensioenfondsen spelen een belangrijke
rol in de uitvoering van pensioenregelingen, met name bij de consolidatie van pensioenfondsen3. Bij de keuze voor een APF boven alternatieve uitvoeringsvormen blijkt behoud van
eigenheid vaak doorslaggevend. De besturen van een APF hebben de opdracht om in volledige
onafhankelijkheid van de oprichtende instanties en in het belang van deelnemers van
het APF te handelen. Door partijen waarmee gesprekken zijn gevoerd, wordt aangegeven
dat zij daarin slagen. Dat geldt in algemeenheid ook ten aanzien van het functioneren
van belanghebbendenorganen binnen de APF’en. Verder zijn de kosten bij APF’en lager
dan bij kleinere en middelgrote ondernemingspensioenfondsen. Alhoewel de kosten lager
zijn, is de kostenreductie niet zo groot als in eerste jaren was verwacht en was opgenomen
in de Wet APF.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten