Brief regering : Ontwerpbesluit vaststelling van het wettelijk minimumloon en inkomensondersteuning AOW-ers teneinde de inkomensondersteuning te verlagen
29 544 Arbeidsmarktbeleid
D/ nr. 1108
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer ontvangen op 17 juni 2022.
De voordracht tot de maatregel kan worden gegeven op uiterlijk 27 juni 2022 of zoveel
eerder als beide Kamers te kennen hebben gegeven dat geen verdere inlichtingen worden
verlangd.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2022
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot vaststelling van het wettelijk minimumloon met ingang van 1 januari 2023 vanwege
een bijzondere verhoging van 2,5% en de halfjaarlijkse indexatie en tot wijziging
van het Besluit inkomensondersteuning AOW-ers teneinde de inkomensondersteuning te
verlagen. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de nota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
in artikel 14, achtste en dertiende lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de bijzondere verhoging
van het wettelijk minimumloon in het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering
van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan tien dagen nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
Het UWV voert op dit moment een toets uit op de uitvoerbaarheid van de bijzondere
minimumloonsverhoging per 1 januari 2023 uit dit ontwerpbesluit. De conclusies van
deze toets zijn nog niet beschikbaar en worden verwerkt in het ontwerpbesluit voor
adviesaanvraag bij de Raad van State. Omdat de bijzondere minimumloonsverhoging per
1 januari 2023 op een regulier indexatiemoment plaatsvindt en de gebruikelijke doorwerking
op met het minimumloon samenhangende regelingen heeft, worden geen complicaties voor
de uitvoering door UWV verwacht.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.