Brief regering : Aanspraak van Oekraïense ontheemden op toeslagen
36 045 Situatie in de Oekraïne
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 95 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN EN VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN
EN WERKGELEGENHEID EN VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2022
In deze brief informeren de Staatssecretaris van Financiën, Toeslagen en Douane, de
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening, mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
uw Kamer over de aanspraak van Oekraïense ontheemden op toeslagen.
Huidige regelgeving
Nederland vangt ontheemden uit Oekraïne ruimhartig op, waarbij de inzet voor nu is
om iedereen zo goed als mogelijk van onderdak en de eerste levensbehoeften te voorzien.
In eerdere brieven heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over de inspanningen die
daartoe worden geleverd op het gebied van onder andere het bieden van onderdak, zorg,
onderwijs en leefgeld1.
Oekraïense ontheemden hebben momenteel in beginsel geen aanspraak op toeslagen. Zij
komen daarvoor pas in aanmerking op het moment dat een (tijdelijke) verblijfsvergunning
is verstrekt na het doorlopen van de volledige asielprocedure2. Dit geldt ook voor reguliere asielzoekers.
Uitzondering voor de tussenliggende periode is wanneer de ontheemde aan het werk gaat.
Oekraïense ontheemden die naar Nederland zijn gevlucht, kunnen sinds 1 april 2022
deelnemen aan de Nederlandse arbeidsmarkt op basis van de vrijstelling op de plicht
voor werkgevers om een tewerkstellingsvergunning te regelen voor zover het gaat om
arbeid in loondienst.
Door het aanvaarden van werk komen ontheemden in de kring van verzekerden voor de
volksverzekeringen, waaronder de kinderbijslag. Hierdoor ontstaat ook aanspraak op
kindgebonden budget, waarvoor één van de voorwaarden het ontvangen van kinderbijslag
is. Voor het aanvragen van kindgebonden budget voor deze groep gelden daarnaast de
andere reguliere voorwaarden. Door het aanvaarden van werk komen ontheemden tevens
in de kring van verzekerden voor de Zorgverzekeringswet. Indien zij een zorgverzekering
afsluiten, ontstaat daarmee ook aanspraak op zorgtoeslag. Ook hier gelden bij het
aanvragen de reguliere voorwaarden. Het ligt volgens het kabinet niet in de rede om
de kring van verzekerden uit te breiden naar niet-werkenden. Niet-werkende Oekraïense ontheemden ontvangen leefgeld en zorg in natura.
Voor kinderopvangtoeslag en huurtoeslag is er op dit moment geen expliciete regeling
die maakt dat Oekraïense ontheemden hier aanspraak op kunnen maken, ook niet als zij
werken.
Aanspraak op huurtoeslag en kinderopvangtoeslag
Gezien de onzekerheid over het voortduren van de situatie is het belangrijk dat de
Oekraïense ontheemden zich desgewenst ook buiten de (nood)opvang kunnen vestigen in
een eigen woning, dichterbij werk of andere voorzieningen.
De Oekraïense ontheemden zijn aangewezen als groep die op grond van de Richtlijn 2001/55/EG
tijdelijke bescherming geniet3. Hierdoor zijn Oekraïense ontheemden binnen de EU en dus ook binnen Nederland verblijfsgerechtigd
(zolang de tijdelijke bescherming geldt). Op grond van de richtlijn moeten Oekraïners
onder meer in staat worden gesteld om te werken tijdens de duur van de tijdelijke
bescherming en moeten de lidstaten ervoor zorgen dat zij een fatsoenlijk onderkomen
krijgen of middelen om huisvesting te vinden. Als er woonruimte beschikbaar is en
de huurlasten van een huurwoning te hoog zijn in relatie tot de inkomsten, is ondersteuning
wenselijk. Uiteraard zijn hierbij de reguliere voorwaarden voor de huurtoeslag, zoals
een lagere financiële draagkracht, van kracht. Het maakt daarbij, net als normaal
gesproken voor de huurtoeslag, niet uit of zij werken of niet.
Ook de toegang tot de kinderopvang is een aandachtspunt, zoals aangegeven in de Verzamelbrief
opvang ontheemden uit Oekraïne van 17 maart4. Momenteel heeft deze groep volgens de geldende wet- en regelgeving geen aanspraak
op kinderopvangtoeslag, terwijl dit wel een belangrijke voorwaarde is om werk en zorg
voor de kinderen te kunnen combineren.
Het kabinet is daarom voornemens wettelijk te regelen dat Oekraïense ontheemden aanspraak
kunnen maken op kinderopvangtoeslag en huurtoeslag. Dit zal niet gaan gelden voor
reguliere asielzoekers. Er zijn belangrijke verschillen tussen Oekraïense ontheemden
en reguliere asielzoekers. Anders dan bij reguliere asielzoekers kan de verblijfsstatus
van Oekraïense ontheemden niet plotseling veranderen en mogen zij zonder tewerkstellingsvergunning
arbeid in loondienst verrichten. De zekerheid wat betreft de verblijfsstatus van ontheemden
is gekoppeld aan de toepasselijkheid van de tijdelijke bescherming die een ontheemde
geniet. Dit is in beginsel voor 1 jaar met mogelijk verlenging tot in totaal 3 jaren.
Gelet hierop wil het kabinet voor deze groep ook het gebruik van kinderopvang mogelijk
maken, zodat zij arbeid en zorg voor jonge kinderen ook daadwerkelijk kunnen combineren.
Aanspraak op kinderopvangtoeslag voor ouders met een partner buiten de EU5
Voor veel Oekraïense gezinnen die naar Nederland komen, geldt dat het vooral vrouwen
met kinderen betreft: vanwege de dienstplicht in Oekraïne is hun partner achtergebleven.
In de Wet kinderopvang is echter vastgelegd dat ouders met een partner buiten de EU
geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag6. Hierdoor zullen in de praktijk weinig ontheemde Oekraïners gebruik kunnen maken
van hun aanspraak op kinderopvangtoeslag. Het bredere knelpunt dat ouders met een
partner buiten de EU geen gebruik kunnen maken van KOT is eerder gesignaleerd in de
inventarisatie van knelpunten in het kader van de motie van de leden Lodders enVan
Weyenberg7 (Kamerstuk35 572, nr. 49).
Het kabinet wil tevens de regel uit de Wet kinderopvang dat een werkende ouder met
een partner buiten de EU niet in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag laten vervallen.
Daarmee krijgt iedereen met een partner buiten de EU aanspraak op kinderopvangtoeslag,
mits voldaan wordt aan de overige voorwaarden8. Met de twee bovengenoemde wetswijzigingen komen Oekraïense ontheemden die aan het
werk gaan in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Als de voorgenomen wettelijke regelingen
zijn gerealiseerd, houdt het kabinet een vinger aan de pols bij de uitwerking in de
praktijk. Mocht de wet onverwacht onbedoelde effecten hebben, zal deze worden heroverwogen.
Uitvoering en betrekken parlement
In de praktijk is het reeds mogelijk voor de Oekraïense ontheemden om een aanvraag
voor toeslagen te doen. De aanvragen voor kinderopvangtoeslag en huurtoeslag worden
nu nog handmatig tegengehouden door Toeslagen, omdat er op dit moment nog geen aanspraak
op bestaat. Het kabinet realiseert zich dat deze voorgestelde wetswijzigingen in de
Wet kinderopvang en de Wet op de huurtoeslag nog tot stand moeten worden gebracht,
met onder andere behandeling door de Tweede en Eerste Kamer. Tegelijk wil het kabinet,
gezien het belang van kinderopvangtoeslag en huurtoeslag, het mogelijk maken dat Oekraïense
ontheemden hier nu gebruik van kunnen maken. Het kabinet zal daarom zo spoedig mogelijk,
maar op een gedegen manier met een wetsvoorstel komen. Vooruitlopend hierop zal Toeslagen
worden gevraagd om al conform de voorgenomen wetswijzigingen te handelen. Dit betekent
dat Toeslagen voorschotten zal verstrekken. Op 20 juni 2022 vindt de uitbetaling van
de voorschotten van zorgtoeslag en kindgebonden budget voor werkende ontheemden uit
Oekraïne plaats. Hier is al een wettelijke grondslag voor. Op 2 juli 2022 zullen de
eerste beschikkingen voor de kinderopvangtoeslag en huurtoeslag worden afgegeven.
Uitbetaling van de voorschotten vindt plaats vanaf 20 juli 2022. De definitieve toekenning
vindt volgend jaar plaats. Daarmee wordt een beroep gedaan op lid 2 van artikel 2.27
van de Comptabiliteitswet (CW) 2016. Tevens geldt het voorbehoud voor (budgettaire)
besluitvorming door de Kamer. Op korte termijn zullen de budgettaire gevolgen van
deze voorgestelde maatregelen aan uw Kamer worden voorgelegd. In de communicatie zal
worden benadrukt dat de hier voorgestelde wetswijzigingen nog moeten worden behandeld
door uw parlement.
De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën -
Medeindiener
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Medeindiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.