Brief regering : Reactie op twee moties over informatievoorziening en overdracht
35 724 Initiatiefnota van het lid Palland over familiebedrijven
Nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2022
Bijgaand stuur ik uw Kamer mijn reactie op twee moties ingediend tijdens het Notaoverleg
familiebedrijven van 11 oktober 2021 (Kamerstuk 35 724, nr. 14).
Achtergrond bedrijfsoverdrachten bij (familie)bedrijven
Elke ondernemer komt op een gegeven moment voor de vraag te staan wie hem/haar gaat
opvolgen in het (familie)bedrijf. Het is niet meer een vanzelfsprekendheid dat kinderen
of familie het bedrijf overnemen. Hierbij spelen verschillende factoren een rol. Er
wordt misschien zakelijker naar het bedrijf gekeken en kinderen hebben soms andere
interesses.
De markt voor bedrijfsovernames is momenteel volop in beweging. Bedrijven breiden
uit, nemen andere bedrijven over of laten zich overnemen ten behoeve van opschaling,
expansie en internationale activiteiten. De keuze wordt ingegeven door de dynamiek
in het bedrijfsleven, schaalvergroting en de onderlinge concurrentie. Zo blijkt uit
een recent onderzoek van Marktlink1dat een recordaantal Europese ondernemers de verkoop van het bedrijf overweegt. In
Noord-Europa is bijna 80 procent van de ondernemers van plan om het bedrijf binnen
tien jaar over te dragen. Dit percentage was nog nooit zo hoog. Ook in Nederland blijft
dit fors, namelijk 73 procent. Gelijktijdig dachten Nederlandse bedrijfseigenaren
ook niet eerder zo nadrukkelijk na over het kopen van een onderneming: 70 procent
speelt momenteel met die gedachte. Een kwart van de Nederlandse ondernemers geeft
de voorkeur aan bedrijfsopvolging door een familielid. Driekwart van de Nederlandse
ondernemers verkoopt het bedrijf meteen aan een derde partij als de juiste prijs wordt
geboden. Dit kan zijn aan een ander (familie)bedrijf, een private equity partij of
aan een medewerker.
Motie-Amhaouch-Stoffer
De motie van de leden Amhouach en Stoffer (Kamerstuk 35 724, nr. 9) verzoekt de regering, in overleg met relevante partijen, zoals de Kamer van Koophandel,
FBNed en andere ondernemersorganisaties, de mogelijkheden te verkennen om bedrijfsoverdracht
bij ondernemers beter en breder onder de aandacht te brengen.
Een ondernemer moet tijdig beginnen het bedrijf verkoop klaar te maken. Meestal neemt
een overdracht 5 tot 7 jaar in beslag. De levensvatbaarheid van een bedrijf speelt
een rol bij de verkoop. Bij familiebedrijven spelen emotionele aspecten door de familierelaties
mee. Grotere bedrijven hebben vaak de kennis in huis om een dergelijk proces goed
vorm te geven of weten makkelijker de juiste kennispartners te vinden. Bij kleine
bedrijven verloopt dit proces moeizamer. Op de site van KVK/Ondernemersplein staat
informatie over bedrijfsopvolging c.q. bedrijfsoverdrachten. Hier kunnen ondernemers
informatie vinden hoe het proces van overdracht vorm te geven.
Een voorbeeld om kleine ondernemers te helpen bij bedrijfsoverdrachten is de aanpak
met een pilot en beleid door Provincie Utrecht. Uit de pilot bleek dat ondernemers
met name moeite hebben om los te laten en het overnameproces onderschatten. Dit maakt
dat overnemende partijen of opvolgers ook blijven aarzelen en niet doorpakken. De
waan van de dag laat geen ruimte om na te denken.
Bij een bedrijfsoverdracht zijn vaak meerdere adviseurs betrokken. Ondernemers die
nog geen adviseur hebben in hun netwerk of niet weten welke adviseurs nodig zijn bij
een bedrijfsoverdracht kunnen terecht op de KVK-website: Hulp bij bedrijfsoverdracht (kvk.nl). Voor familiebedrijven is het belangrijk dat er bij de advisering ook aandacht wordt
besteed aan de onderlinge relaties in een familie c.q. emotionele kant. Om hier op
in te spelen hebben adviseurs voor familiebedrijven zich verenigd in het Nederlands
Gilde van Familiebedrijfsspecialisten.
Ondernemersorganisaties besteden via hun communicatiekanalen (o.a. websites en nieuwsbrieven)
regelmatig aandacht aan familiebedrijven en alle aspecten die daarbij een rol spelen
zoals het belang van een familiestatuut. Bij onder andere FBNed kunnen ondernemers
van een familiebedrijf opleidingen en trainingen hierover volgen. Ook commerciƫle
partijen bieden dit aan.
Motie-Amhaouch-Grinwis
De motie van de leden Amhaouch en Grinwis (Kamerstuk 35 724, nr. 10) verzoekt de regering om samen met het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging
Nederlandse Gemeenten andere decentrale initiatieven rondom familiebedrijven te verkennen
en goede voorbeelden te verzamelen en te delen.
Er zijn tal van initiatieven in het land om ervaringen met het leiden van een familiebedrijf
of het overdragen ervan te delen. De in de motie genoemde MKB-deals van Overijssel
en Limburg besteden aandacht aan familiebedrijven en bedrijfsopvolging (zie ook Kamerstuk
35 724, nr.4). De Jonge Noordelijke Ondernemers (JNO) en VNO-NCW MKB Noord hebben vorig jaar een
bijeenkomst georganiseerd over het opvolgen of overdragen van het familiebedrijf met
als doel om ervaringen en inzichten over bedrijfsoverdracht te delen in een kleine,
vertrouwde en interactieve setting. Er bestaan in Limburg, Brabant, Zeeland, Noord-Holland
en Gelderland gildes voor familiebedrijven die een platform leveren aan de deelnemers
om ervaringen uit te wisselen. In de bijlage vindt uw Kamer een overzicht van initiatieven
op het gebied van (bedrijfsopvolging bij) familiebedrijven. Aan dit overzicht hebben
meerdere partijen meegewerkt en het is gedeeld met nationale en regionale beleidsmakers
via het Kennisnetwerk Regionale Economie van het Platform31.
Hiermee is de dienstverlening vanuit overheid rondom bedrijfsoverdracht / bedrijfsopvolging
op orde. Gezien de vele mogelijkheden die er reeds zijn voor familiebedrijven, zie
ik geen reden om aanvullende activiteiten vanuit de overheid te ontplooien.
Ten aanzien van de evaluatie van de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen, verwijs
ik naar mijn brief aan de Tweede Kamer van 25 mei 2022 (Kamerstuk 35 925 IX, nr. 30) waarmee het kabinet de resultaten van het onderzoek deelt en aangeeft dat er op
een later moment een inhoudelijke reactie komt.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat