Brief regering : Steun aan (vrouwelijke) slachtoffers van oorlogsmisdaden in Oekraïne
36 045 Situatie in de Oekraïne
Nr. 89
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2022
Tijdens het Vragenuur van 10 mei is aan uw Kamer toegezegd dat wij verder onderzoeken
wat Nederland kan doen voor Oekraïense vrouwen die slachtoffer zijn van verkrachting
door Russische soldaten, specifiek als het gaat om toegang tot veilige abortuszorg
(Handelingen II 2021/22, nr. 77, mondelinge vragen van lid Sjoerdsma over onbeantwoorde schriftelijke vragen inzake
het bericht dat een Poolse mensenrechtenactiviste een celstraf boven het hoofd hangt).
Daarnaast is uw Kamer tijdens het Commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken op 12 mei
een brief toegezegd over de brede steun aan en opvang van (vrouwelijke) slachtoffers
van oorlogsmisdaden in Oekraïne, inclusief de mogelijkheden in VN-verband (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2494).
In deze brief gaan wij in op wat wij weten over de situatie, wat Nederland extra gaat
doen gezien de grote noden en lichten wij toe wat er met internationale partners reeds
gebeurt.
Tevens gaat de brief in op de toezegging gedaan tijdens het Commissiedebat Noodhulp
d.d. 14 april jl.1 om nader te verkennen hoe Nederland nog meer kan bijdragen aan betere bescherming
en het bereiken van de meest kwetsbare groepen, inclusief de LHBTIQ+ gemeenschap,
in Oekraïne.
De situatie in Oekraïne
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat Russische troepen, als onderdeel van breder geweld
tegen de Oekraïense bevolking, op grote schaal seksueel geweld hebben gebruikt en
gebruiken als oorlogswapen. Overlevers vertellen over groepsverkrachtingen, verkrachting
onder schot en in het bijzijn van kinderen. De mate waarin dit plaatsvond en -vindt
is uiteraard nog niet bekend en moet onderzocht worden. De Oekraïense ombudsman voor
mensenrechten, Lyudmyla Denisova, gaf aan dat zij alleen al in de eerste twee weken
van april 400 meldingen van verkrachting door Russische soldaten ontving. Verschillende
hulporganisaties waarschuwen voor verhoogde risico’s op seksuele uitbuiting, misbruik
en mensenhandel van ontheemden binnen en vluchtelingen buiten Oekraïne. Veruit de
meeste slachtoffers/overlevers zijn vrouwen en meisjes, maar de ervaring leert dat
iedereen in een oorlog slachtoffer kan worden van seksueel geweld. Seksueel geweld
tijdens conflict staat al lang op de internationale agenda, maar is helaas nog altijd
wijdverbreid en de internationale aanpak ervan blijft wereldwijd achter bij de noden.
De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Michelle Bachelet, heeft tijdens een speciale
zitting van de VN Mensenrechtenraad aandacht gevraagd voor het conflict-gerelateerde
seksuele geweld in Oekraïne. Humanitaire organisaties en de Speciaal Vertegenwoordiger
van de Secretaris-Generaal van de VN voor Seksueel Geweld in Conflict, Pramila Patten,
geven aan dat er een grote behoefte is aan opvang en steun voor overlevers, inclusief
geestelijke gezondheidszorg en psychologische steun; toegang tot recht en vervolging
van daders; het verbeteren van het functioneren van de veiligheidssector in de omgang
met seksueel geweld; een betere aanpak van mensenhandel; en bepleiten dat een staakt-het-vuren
of vredesakkoord ingaat op de vervolging van seksueel geweld. Er is behoefte aan extra
capaciteit voor de Oekraïense overheid en maatschappelijke organisaties en goede coördinatie
tussen lokale, nationale en internationale actoren. Dit geldt ook voor de buurlanden.
Patten’s kantoor heeft samenwerkingsafspraken gemaakt met de Oekraïense overheid om
deze misdaden te onderzoeken en de daders te straffen. Tevens werken Patten en de
Oekraïense overheid samen aan de ondersteuning van overlevers van seksueel – en gendergerelateerd
geweld, o.a. op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidszorg, geestelijke
gezondheidszorg, juridische ondersteuning en steun in het levensonderhoud van overlevers.
Voor slachtoffers/overlevers van verkrachting die zwanger zijn, is toegang tot veilige
abortus in Oekraïne wettelijk geregeld en zijn er abortusklinieken. Toegang tot seksuele
en reproductieve gezondheidszorg is uiteraard ingewikkeld vanwege de oorlogssituatie.
Honderden medische faciliteiten zijn door Russische aanvallen vernietigd.
De situatie in buurlanden en Nederland
Er zijn ook zorgen over de toegang tot veilige abortus voor vluchtelingen uit Oekraïne
die verblijven in (buur)landen waar de abortuswetgeving restrictief is, zoals Polen,
maar ook Slowakije en Hongarije. In Polen is abortus alleen toegestaan wanneer het
leven of de gezondheid van de zwangere vrouw gevaar loopt; of wanneer de zwangerschap
volgt uit een strafbaar feit, zoals verkrachting (dan slechts tot 12 weken). Het strafbare
feit moet echter bewezen worden, wat meestal onmogelijk is – vooral in zo’n kort tijdsbestek.
De facto is veilige abortuszorg in Polen daarmee zeer lastig, dan wel onmogelijk, te verkrijgen.
Zoals eerder met u gedeeld2 maakt het kabinet zich zorgen over de toenemende restrictieve druk op vrouwenrechten,
ook binnen de EU. Een voorbeeld is de in 2020 verder aangescherpte abortuswetgeving
in Polen. Nederland bepleit daarom het belang van vrouwenrechten, gendergelijkheid
en SRGR, inclusief toegang tot veilige en legale abortus, in Europees en bilateraal
verband in landen waar veilige abortus onder druk staat.
Oekraïense vrouwen die naar Nederland gevlucht zijn, kunnen hier terecht bij abortusklinieken.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport werken samen om een regeling te treffen voor toegang tot medische zorg voor
deze groep, zoals dit ook georganiseerd is voor asielzoekers3. Abortuszorg wordt meegenomen in dit traject.
Extra Nederlandse inzet
Verderop lichten wij graag toe wat er met Nederlandse steun al wordt gedaan voor overlevers
van seksueel geweld en onderzoek en vervolging van deze misdaden. Allereerst willen
wij graag toelichten wat wij extra gaan doen, gezien de enorme noden. Hierbij sluiten
wij aan bij bestaande initiatieven, zoals door Speciaal Vertegenwoordiger Patten en
andere experts wordt geadviseerd.
Nederland kiest ervoor EUR 2 miljoen bij te dragen aan UNFPA voor hun respons in Oekraïne
en de buurlanden, gericht op het verlenen van steun aan overlevers van seksueel en
gender-gerelateerd geweld. Hulp bestaat onder meer uit levensreddende medische en
seksuele en reproductieve gezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg en het bieden
van opvanglocaties. UNFPA biedt bijvoorbeeld toegang tot testen en behandeling van
SOA’s, de morning-after-pil en veilige abortus, waar wettelijk toegestaan, alsook psychosociale steun.
Op het gebied van accountability versterken wij de inzet waar het gaat om seksueel
geweld tegen vrouwen. Nederland zal een extra bijdrage doen aan de inzet van de Oekraïense
justitieketen om, in samenwerking met het kantoor van Speciaal Vertegenwoordiger Patten,
seksueel geweld tegen vrouwen te onderzoeken en de daders te vervolgen. We zijn in
overleg met de EU hoe we hier het effectiefst aan kunnen bijdragen. Wij zullen de
Kamer informeren zodra wij meer kunnen delen over deze extra bijdrage.
Daarnaast zal er ook speciaal aandacht worden besteed aan seksueel geweld tegen vrouwen
tijdens de internationale accountability conferentie die Nederland samen met het Internationaal
Strafhof zal organiseren. Deze conferentie zal zich richten op de inzet van de internationale
gemeenschap om aansprakelijkheid voor grove mensenrechtenschendingen en schendingen
van het humanitair oorlogsrecht begaan in Oekraïne sinds het begin van de Russische
invasie te bewerkstelligen.
Internationale en Nederlandse inzet: humanitaire hulp, SRGR en MHPSS
Humanitaire hulp
Humanitaire hulp wordt verleend op basis van noden en is gericht op de meest kwetsbaren
in een crisis. Hulporganisaties bepalen samen met getroffen gemeenschappen welke groepen
op welke wijze geholpen worden.
Nederland heeft in totaal bijna EUR 40 miljoen beschikbaar gesteld voor de humanitaire
respons in de Oekraïne-crisis, waarmee partners zoals VN-organisaties en de Dutch Relief Alliance (DRA) in staat worden gesteld hulp te verlenen. EUR 20 miljoen daarvan is beschikbaar
gesteld aan het door OCHA beheerde Ukraine Humanitarian Fund. Dit fonds heeft de inzet
ten behoeve van voornamelijk ontheemde vrouwen en meisjes die geraakt worden door
vijandelijkheden sinds de aanvang van het conflict in februari 2022 geïntensiveerd.
Deze inzet richt zich op bestrijding van gendergerelateerd geweld en toegang tot seksuele
en reproductieve gezondheidszorg. Via deze programmering beoogt OCHA bijna 200.000
vrouwen en meisjes in 24 regio’s in Oekraïne te bereiken.
Ook de ongeoormerkte humanitaire steun van Nederland aan VN organisaties zoals UNHCR
en UNICEF en humanitaire VN-fondsen komt ten goede aan kwetsbare vrouwen en meisjes
in het conflict in Oekraïne. Zo heeft het Central Emergency Response Fund (CERF),
waar Nederland consistent tot de groep van vijf grootste donoren behoort, sinds de
aanvang van het conflict ruim USD 60 miljoen beschikbaar gesteld voor de humanitaire
respons in Oekraïne. Daarvan is in maart bijna USD 3 miljoen aan UNFPA verstrekt om
acute noden op het terrein van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, gender-gerelateerd
geweld en MHPSS te lenigen, in Oekraïne en buurlanden. Met deze bijdrage beoogt UNFPA
ruim 500.000 mensen in Oekraïne te bereiken, onder wie vrouwen, meisjes en mensen
met een beperking.
UNHCR en UNICEF hebben in de buurlanden van Oekraïne onder meer 27 kinder- en gezinsbeschermingscentra
opgezet. Deze centra bieden kinderen, gezinnen en mensen met speciale behoeften een
veilige haven waar zij toegang hebben tot essentiële diensten, zoals juridisch advies
en psychologische eerste hulp. Ze verwijzen mensen die te maken hebben met gendergerelateerd
geweld waar nodig door. UNHCR heeft ook een «Blijf veilig»-campagne gelanceerd, gericht
op mensen die Oekraïne ontvluchten. De campagne vestigt de aandacht op de risico’s
van gendergerelateerd geweld en mensenhandel en heeft naar schatting ongeveer 1,4
miljoen mensen bereikt.
In de gehele humanitaire respons is aandacht voor de geestelijke gezondheid en psychosociale
steun voor vluchtelingen en getroffen gemeenschappen. Omdat Mental Health and Psychosocial Support (MHPSS) in verschillende onderdelen van de respons moet worden geïntegreerd, is coördinatie
van groot belang. Nederland zette daarom in 2019 het Dutch Surge Support for MHPSS op, waarmee MHPSS experts voor drie tot zes maanden naar crisisgebieden kunnen worden
gestuurd om de integratie van MHPSS in verschillende onderdelen van noodhulprespons
te ondersteunen en te coördineren. Voor de crisis in Oekraïne zijn dankzij dit programma
reeds drie MHPSS experts uitgestuurd naar Hongarije, Litouwen en Polen.
Conform de toezegging tijdens het Commissiedebat Noodhulp op 14 april jl. is nader
verkend hoe Nederland nog meer kan bijdragen aan betere bescherming en het bereiken
van de meest kwetsbare groepen in Oekraïne en buurlanden. Het betreft vrouwen en meisjes,
maar ook bijvoorbeeld de LHBTIQ+ gemeenschap en mensen met een beperking.
Allereerst richt de humanitaire respons zich op onder meer deze kwetsbare groepen.
De humanitaire organisaties die zich onder leiding van de Hoge Commissaris voor de
Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) bezighouden met bescherming van de meest
kwetsbaren tijdens humanitaire crises hebben een centrale rol in de humanitaire respons
in Oekraïne, evenals in de vluchtelingenrespons in buurlanden. Deze organisaties kennen
de risico’s voor gemarginaliseerde groepen en gebruiken programma’s op maat om toegang
tot noodhulp te vergroten. Daarbij worden aanwezigheid en noden van kwetsbare groepen
in kaart gebracht. Ook wordt contact gezocht met lokale organisaties die toegang hebben
tot gemarginaliseerde groepen die zich niet altijd openlijk kenbaar willen en kunnen
maken, zoals bijvoorbeeld de LHBTIQ+ gemeenschap.
Naast de humanitaire respons bestaat er aandacht voor kwetsbare groepen, zoals de
LHBTIQ+ gemeenschap maar ook mensenrechtenverdedigers en journalisten, vanuit het
perspectief van het mensenrechtenbeleid. Oekraïne heeft een sterk maatschappelijk
middenveld dat onder meer via het Matra-fonds en gedelegeerde middelen van het Mensenrechtenfonds
via de ambassade steun krijgt van Nederland. Deze projecten worden waar mogelijk,
eventueel in gewijzigde vorm, voortgezet.
Veel van de internationale humanitaire organisaties beschikten al over een uitgebreid
lokaal netwerk voor aanvang van het conflict in februari jl. en hebben dat sindsdien
verder uit kunnen breiden. Het contact tussen lokale organisaties in Oekraïne en de
humanitaire partners van het ministerie is geïntensiveerd. Ook deelde de Nederlandse
ambassade in Kyiv hun contacten uit het eigen lokale netwerk met de Dutch Relief Alliance
(DRA) en de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO). Het ministerie blijft zoals te doen
gebruikelijk in contact met humanitaire organisaties, zowel in Den Haag als in Oekraïne
en zal onder meer de samenwerking met lokale organisaties en het bereiken van de meest
kwetsbare groepen onder de aandacht blijven brengen.
Specifiek aanpak geweld tegen vrouwen
Nederland draagt per jaar EUR 4 miljoen ongeoormerkt bij aan UN Women. In Oekraïne
draagt UN Women bij aan de coördinatie van de humanitaire inzet van de VN, waarbij
het zich in het bijzonder richt op de noden van vrouwen en meisjes. UN Women richt
zich hierbij op de aanpak van gendergerelateerd geweld, inclusief conflict-gerelateerd
seksueel geweld.
Nederland draagt ook ongeoormerkt EUR 2 miljoen bij aan het UN Trust Fund to End Violence
Against Women. Dit fonds ondersteunt ook activiteiten in Oekraïne, zoals bij voorbeeld
de activiteiten van de ngo Club Eney, die de toegang tot essentiële diensten voor
overlevers van seksueel geweld uit risicogroepen (bv. vrouwen met HIV, sekswerkers,
vrouwen die drugs gebruiken, ontheemde vrouwen) versterkt.
Inzet op vrouwenrechten
De financiële steun aan lokale organisaties uit Matra en de gedelegeerde middelen
van het Mensenrechtenfonds worden voortgezet en waar mogelijk aangepast aan de gewijzigde
omstandigheden in Oekraïne. Het gaat onder meer om projecten met vrouwen- en LHBTIQ+
organisaties, die gericht zijn op antidiscriminatie en versterking van rechtsbescherming,
o.a. tegen gendergerelateerd geweld. De Nederlandse ambassade in Kyiv onderzoekt op
dit moment of er bij bestaande projecten extra ingezet kan worden op vrouwenrechten.
Daarnaast wordt bekeken of er nieuwe projecten opgestart kunnen worden die aansluiten
op actuele behoeften, waaronder op het gebied van MHPSS.
Inzet op accountability
Uiteraard moeten deze misdaden onderzocht worden en de daders gestraft. Nederland
zet uitgebreid in op accountability voor de oorlogsmisdaden in Oekraïne. Nederland
spreekt zich hier in EU- en VN-verband consequent over uit, en heeft daarbij specifiek
aandacht voor seksueel en gendergerelateerd geweld. In het mandaat van de door VN
Mensenrechtenraad opgerichte International Commission of Inquiry staat expliciet de «genderdimensie» benoemd waar het gaat om de bewijsgaring van schendingen.
Nederland bepleit eveneens consequent, onder meer met Duitsland en België, dat seksueel
geweld onderdeel uitmaakt van het onderzoek van de aanklager het Internationaal Strafhof.
Vrouwen, vrede en veiligheid
Tot slot is het van belang dat wij niet alleen hulp bieden aan overlevers van seksueel
geweld en andere oorlogsmisdaden, maar ook Oekraïense vrouwenorganisaties ondersteunen
om de stem van Oekraïense vrouwen te vertegenwoordigen. Dit doet Nederland naast de
projecten uit het Mensenrechtenfonds en Matra ook via steun uit het Stabiliteitsfonds
met een project op het gebied van vrouwen, vrede en veiligheid van het Ukrainian Women’s
Fund (UWF), een koepelorganisatie voor vrouwenorganisaties. Het project van UWF richt
zich op trainingen voor lokale organisaties, financiële steun voor hun activiteiten
en ondersteuning bij het maken van regionale actieplannen op vrouwen, vrede en veiligheid.
Het UWF werkt hierin samen met de Nederlandse partner WO=MEN.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking