Brief regering : Derde Voortgangsrapportage Toeslagen 2021 en voorstel voor een herijking van de informatievoorziening aan uw Kamer
31 066 Belastingdienst
Nr. 1023
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juni 2022
Met dit schrijven ontvangt u de 3de Voortgangsrapportage (VGR) Toeslagen 20211. Naast een korte toelichting op deze rapportage beschrijft deze brief de aanpak om
de informatievoorziening vanuit Toeslagen richting de Tweede Kamer meer te stroomlijnen.
Voortgangsrapportage Toeslagen (2021)
In deze rapportage treft u de verantwoording aan over dat deel van het jaarplan 2021
Belastingdienst, Douane en Toeslagen dat over Toeslagen gaat. Naar aanleiding van
de ontvlechting van Toeslagen van de Belastingdienst is besloten om voor de Belastingdienst,
Douane en Toeslagen afzonderlijke Voortgangsrapportages op te stellen. Deze VGR blikt
terug op de resultaten en de activiteiten van Toeslagen opgenomen in het jaarplan
Belastingdienst, Douane en Toeslagen 2021, die in 2021 zijn behaald en uitgevoerd.
Zo zijn in 2021 onder andere negen nieuwe steunpunten bij gemeenten geopend, is een
actieknop in de Kinderopvangtoeslag App opgenomen, zijn alle toeslagbeschikkingen
voor 2022 verstuurd en is DG Toeslagen per 1 december een geformaliseerde – in de
basis eigenstandige – organisatie. Deze resultaten en activiteiten treft u aan in
de bijgesloten 3de VGR. Deze VGR besteedt relatief minder aandacht aan de hersteloperatie, waarover
uitgebreid verslag wordt gedaan in de afzonderlijke Voortgangsrapportages Herstel
Toeslagen.
Bij de VGR is ook het onderzoeksrapport van de Auditdienst Rijk meegezonden. Hierin
zijn de bevindingen ten aanzien van de VGR opgenomen.
Zoals u wellicht heeft geconstateerd is er geen 2de VGR aan uw Kamer gestuurd. In november 2021 is de 1ste VGR (Bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 924) verstuurd. Deze VGR was een bundeling van de 1ste en 2de VGR en had betrekking op de periode januari tot en met augustus 2021.
Informatievoorziening aan uw Kamer
Sinds Toeslagen per 1 januari 2021 een zelfstandig directoraat generaal is, ontvangt
uw Kamer een nieuwe (grote) stroom aan informatie over Toeslagen. Naast het feit dat
deze stroom eerst onderdeel uitmaakte van de informatievoorziening vanuit de Belastingdienst
en nu een aparte stroom is geworden, speelt de herstelorganisatie een belangrijke
rol in de toename van de hoeveelheid informatie. Deze informatie wordt vaak gefragmenteerd
aan uw Kamer gestuurd, waardoor structuur en overzicht in de wijze waarop informatie
met uw Kamer wordt gedeeld ontbreekt. Dat maakt het lastig een totaalbeeld te vormen.
Ook de huidige jaarplancyclus van Toeslagen – waarin jaarlijks rond de jaarwisseling
een Jaarplan wordt gedeeld, gevolgd door drie viermaandelijkse voortgangsrapportages
– biedt deze structuur en dit overzicht onvoldoende. De redenen die hieraan ten grondslag
liggen zijn onder andere:
– De VGR volgt de inhoud van het Jaarplan (going concern) en is in zijn huidige opzet
te weinig flexibel om nieuwe onderwerpen te verwerken. De VGR mist daarom op onderdelen
aansluiting met de actualiteit. Over veel onderwerpen wordt uw Kamer daarom met separate
Kamerbrieven geïnformeerd.
– De VGR wordt viermaandelijks opgesteld en vervolgens aangeboden aan de Kamer. Daardoor
wordt een VGR doorgaans pas maanden na de rapportageperiode geagendeerd voor een commissiedebat.
De informatie is dan bij bespreking tijdens een debat niet altijd meer actueel.
Voorstel herijking informatievoorziening
Om de Kamer zo actueel mogelijk te informeren, is het voorstel om periodieke stand-van-zakenbrieven
over Toeslagen te introduceren. Deze bevatten een bundeling van de brieven die anders
verspreid over het jaar aan uw Kamer zouden worden verstuurd en een uitzonderingenrapportage
over de voortgang van het jaarplan Toeslagen. Deze wijze van informatievoorziening
aan uw Kamer sluit aan bij de wijze waarop de Belastingdienst uw Kamer informeert.
Uw Kamer zal de eerste stand-van-zakenbrief voorafgaand aan het eerstvolgende Commissiedebat
Toeslagen op 22 juni 2022 ontvangen. In opbouw en inhoud wordt hierin naar de juiste
verhouding met de reeds door mij aangekondigde prioriteiten in beleid en uitvoering
in de begroting 2022 gezocht. Hierbij wordt gekeken naar een manier waarop vaste onderdelen
als de prestatie-indicatoren uit de begroting een plek zullen krijgen. Daarnaast wordt
bezien hoe de stand-van-zakenbrief zich moet verhouden tot de jaarlijks terugkerende
Stand van de Uitvoering. De stand-van-zakenbrieven krijgen een logische structuur,
waarbij ook de samenhang tussen verschillende onderwerpen beter wordt belicht. Kortom,
het concept van deze brief zal zich nog verder ontwikkelen.
De stand-van-zakenbrieven zullen niet alle separate brieven vervangen. Op basis van
het belang en de urgentie van onderwerpen zullen nog steeds separate Kamerbrieven
worden verstuurd. Het goed en tijdig informeren van uw Kamer staat voorop. Het is
wel denkbaar dat over een bepaald onderwerp eerst een separate brief wordt verzonden
en dat hier vervolgens in de stand-van-zakenbrieven nader over wordt gerapporteerd.
Daarmee vervalt de noodzaak van viermaandelijkse rapportages over het Jaarplan. Wel
blijf ik voorstander van een door de ADR gecontroleerde verantwoordingsrapportage
over het Jaarplan.
Gezien bovenstaande wordt vanaf nu het aantal rapportages beperkt tot twee uitzonderingenrapportages
als onderdeel van de stand-van-zakenbrieven en een door de ADR gecontroleerde jaarrapportage.
Hiermee vervallen de eerste en tweede voortgangsrapportages. De jaarrapportage wordt
ieder jaar gelijktijdig met het jaarverslag op de Rijksbegroting in mei aan uw Kamer
verstuurd.
Uitzondering op het verminderen van het aantal rapportages vormt de rapportage met
betrekking tot Herstel. Over Herstel blijven we ieder kwartaal een rapportage aan
uw Kamer sturen.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
Indieners
-
Indiener
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën