Brief regering : Derde voortgangsrapportage over het Jaarplan 2021 van de Belastingdienst
31 066 Belastingdienst
Nr. 1019 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2022
Hierbij stuur ik uw Kamer de derde voortgangsrapportage over het Jaarplan 2021 van
de Belastingdienst1. In deze rapportage blikken we terug op het jaar 2021. Deze rapportage betreft alleen
de activiteiten van de Belastingdienst. Per 1 januari 2021 zijn Toeslagen en Douane
volwaardige zelfstandige directoraten-generaal geworden. Zij rapporteren dan ook zelfstandig
aan de Tweede Kamer over de voortgang van hun activiteiten uit hun Jaarplan.
Dit is de laatste rapportage in de oude opzet waarin drie keer per jaar over de voortgang
van de activiteiten van het Jaarplan Belastingdienst werd gerapporteerd. Bij het commissiedebat
van 24 maart 2022 (Kamerstuk 31 066, nr. 1002) is met de Tweede Kamer het plan gedeeld om met ingang van 2022 de jaarplancyclus
voor de Belastingdienst te beperken tot een Jaarplan vooraf en een Jaarrapportage
achteraf. Voortaan zal ik gedurende het jaar uw Kamer voorafgaand aan een Commissiedebat
Financiën een stand-van-zakenbrief sturen, waarin een actuele stand van zaken wordt
gegeven op de belangrijkste dossiers op dat moment. Hiermee wordt beoogd de informatievoorziening
aan de Kamer actueler te maken.
Onderzoek door ADR naar onderbouwing voortgangsrapportage
Overeenkomstig toezegging aan uw Kamer heeft de Auditdienst Rijk (ADR) ook dit keer
onderzoek gedaan naar de onderbouwing van deze voortgangsrapportage. Uit het ADR-onderzoek
blijkt dat de onderwerpen uit het Jaarplan Belastingdienst 2021 zijn opgenomen in
deze afsluitende voortgangsrapportage. De ADR heeft verder geconstateerd dat de in
de rapportage opgenomen gegevens in overeenstemming zijn met de onderliggende basisdocumentatie.
Het rapport van de ADR is bijgevoegd2.
Rulings met een internationaal karakter
Ik maak van de gelegenheid gebruik uw Kamer tevens het jaarverslag 2021 «Rulings met
een internationaal karakter»3 te sturen. De Staatssecretaris van Financiën stuurt sinds 2018 een jaarverslag over
de rulingpraktijk aan de Tweede Kamer. Dit jaarverslag ziet op alle rulings met een
internationaal karakter en omvat zowel rulings met grote ondernemingen als met ondernemingen
uit het midden- en kleinbedrijf. Normaliter wordt tevens het jaarlijkse verslag van
de onafhankelijke onderzoekscommissie van haar onderzoek naar de afgegeven rulings
met een internationaal karakter, in dit geval over 2020, meegestuurd, maar dit verslag
is er nog niet gereed. Dit verslag zal na afronding worden nagezonden aan uw Kamer.
Niet-fiscale en duale taken Belastingdienst
Tijdens het commissiedebat van 24 maart jl. heb ik uw Kamer toegezegd om tegelijkertijd
met de 3e voortgangsrapportage te informeren over de toekomstige vormgeving van niet-fiscale
en duale taken die de Belastingdienst reeds uitvoert. Dit ligt in het verlengde van
de aanbevelingen uit het rapport van ABDTOPConsult getiteld «Back to Basics»4. De aanbeveling uit dit rapport om nieuwe verzoeken voor niet-fiscale taken te toetsen
aan de hand van een limitatief afwijkingskader is inmiddels staand beleid. Daarnaast
adviseerde het rapport om ook de niet-fiscale en duale taken die de Belastingdienst
al uitvoert verder te inventariseren. Ten aanzien van deze laatste aanbeveling heb
ik uw Kamer op 31 januari jl. het EY-rapport «Onderzoek inventarisatie taken Belastingdienst»
toegestuurd5.
Mijn doel hiermee is om de Belastingdienst terug te brengen naar waar hij voor is
bedoeld: het uitvoeren van fiscale taken. Door meer zicht te krijgen op het huidige
pakket van niet-fiscale taken zal er naar verwachting meer capaciteit en aandacht
vrijkomen om dit doel te verwezenlijken. Op dit moment breng ik daarom de bestaande
niet-fiscale en duale taken nauwkeuriger in kaart. Om dit te doen wordt er binnen
de Belastingdienst capaciteit vrijgemaakt voor het samenstellen van een onderzoeksteam.
Daarna kan er in samenspraak met andere departementen en uitvoeringsorganisaties een
afweging worden gemaakt of de niet-fiscale en duale taken nog steeds binnen het takenpakket
van de Belastingdienst passen. Ten eerste is het wel belangrijk om op te merken dat
dit niet de enige oplossing is, maar dat dit er – naar verwachting – wel bijdraagt
aan een beter beheersbaar takenpakket. Ten tweede benadruk ik ook dat het onderbrengen
van taken bij andere uitvoerders sterk afhankelijk is van de bereidheid van deze andere
uitvoeringsorganisaties om de betreffende taken op zich te nemen. De daadwerkelijke
uitvoering van de taken mag niet tussen wal en schip belanden. Dit betreft een complex
proces waarbij zorgvuldigheid voorop staat. Tevens vind ik het ook van belang dat
vanuit efficiency-oogpunt goed moet worden afgewogen welke niet-fiscale taken in aanmerking
komen om eventueel bij andere uitvoerders neer te leggen. Ik zal uw Kamer deze zomer
verder over dit traject informeren.
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën