Brief regering : Update activiteiten Europese Investeringsbank in Turkije
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1853
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2022
Hierbij informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Financiën, over mogelijke
activiteiten van de Europese Investeringsbank (EIB) in Turkije op het terrein van
klimaatactie.
Zoals uw Kamer bekend is, is in oktober 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 15, item 6) naar aanleiding van de Turkse operatie in Noordoost Syrië de motie van het lid Klaver
(Kamerstuk 32 623, nr. 284) c.s. aangenomen die de regering verzoekt «te bepleiten dat de Europese Investeringsbank
(EIB) geen nieuwe leningen aan Turkije toekent, en in de heroverweging van de nieuwe
strategie in te zetten op het beëindigen van de samenwerking met Turkije». Dit heeft
geleid tot een afhoudende opstelling van Nederland in de EIB met betrekking tot de
samenwerking tussen de EIB en Turkije. Sindsdien zijn er geen nieuwe projectvoorstellen
ten aanzien van Turkije goedgekeurd door de EIB Raad van Bewindvoerders.
In het licht van de internationale ontwikkelingen acht het kabinet internationale
samenwerking op klimaatterrein op proportionele en omkeerbare wijze van groot belang,
zeker met een belangrijke partner als Turkije. Het kabinet voelt zich daarbij gesterkt
door de ontwikkelingen sinds de aanname van de motie. Tijdens de Europese Raad van
maart en juni 2021 zijn er conclusies aangenomen over een hernieuwde dialoog tussen
de EU en Turkije op onderwerpen van wederzijds belang, zoals migratie, volksgezondheid,
klimaat, terrorismebestrijding en regionale vraagstukken1
2. Hierop volgend zijn er voor wat betreft het tegengaan van mondiale klimaatverandering
en klimaatadaptatie in september 2021 en april 2022 door de EU High Level Dialogues on Climate met Turkije gehouden3
4, mede in opvolging van de Turkse ratificatie van het Parijs Akkoord.
Het kabinet ondersteunt de hernieuwde dialoog van de EU met Turkije op deze terreinen
van wederzijds belang. Zo is internationale samenwerking om de gevolgen van klimaatverandering
aan te pakken van mondiaal belang. Dit past in de bredere relatie tussen Nederland,
de EU en Turkije waarin zowel ruimte is voor samenwerking op terreinen van gemeenschappelijk
belang als voor het bespreken van zaken waarover zorgen bestaan. Zo biedt een dergelijke
samenwerking ook een gelegenheid voor een dialoog met Turkije over de mensenrechten
en de rechtstaat.
Als uitvloeisel van deze inzet van de EU, zal de EIB Raad van Bewindvoerders op 18 mei
a.s. spreken over klimaatactie in Turkije5. Gegeven bovenstaande internationale ontwikkelingen acht het kabinet het van belang
dat eventuele toekomstige EIB activiteiten in Turkije, gericht op het tegengaan van
klimaatverandering en klimaatadaptatie, mogelijk worden.
Zoals met uw Kamer gedeeld in het verslag van de Europese Raad in juni 20216, vindt het kabinet dat het positieve spoor van intensivering van de samenwerking
met Turkije conditioneel dient te zijn aan voortdurend en geïntensiveerd positief
gedrag van Turkije. Het kabinet hecht er daarom bijzonder belang aan dat de Europese
Raad in juni concludeerde dat de rechtsstaat en de mensenrechten in Turkije een kernpunt
van zorg blijven en herhaalde, mede op Nederlands aandringen, dat een dialoog over
mensenrechten en de rechtsstaat een integraal onderdeel van de betrekkingen tussen
de EU en Turkije blijft.
Het kabinet benadrukt dat eventuele beoogde EIB-activiteiten ten aanzien van klimaatactie
zich aan zullen blijven sluiten bij de EU-inzet op Turkije, onderhevig zijn aan uitgebreide
risicoanalyses en individueel moeten worden voorgelegd aan de Raad van Bewindvoerders
voor formele goedkeuring.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.