Brief regering : Verordening betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 557
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2022
Hierbij informeer ik u over de stand van zaken omtrent het Europese voorstel voor
de Verordening betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren (de
Verordening). Daarbij informeer ik u ook over het verloop van de onderhandelingen
in de Raad en hoe de Nederlandse inzet daarin tot uiting is gekomen. Daarbij heb ik
in het bijzonder aandacht voor de aandachtspunten die zijn uitgelicht in het BNC-fiche1 en de reactie van uw Kamer daarop.2
De Verordening is een belangrijk nieuw instrument om de concurrentie tussen ondernemingen
die actief zijn op de interne markt eerlijker te kunnen maken. Nederland heeft de
afgelopen jaren volop ingezet op een dergelijk instrument en hier zelf ook voorstellen
voor gepubliceerd.3 Ik ben dan ook verheugd met de uitkomsten van de onderhandelingen in de Raad en de
snelle voortgang in het proces.
Aanloop
De Europese Commissie (de Commissie) heeft op 5 mei 2021 het voorstel voor de Verordening
gepubliceerd. Vanaf dat moment is hierover in de Raad onderhandeld. In de afgelopen
vier maanden zijn deze onderhandelingen sterk geïntensiveerd en op 4 mei 2022 is overeenstemming
bereikt over een compromistekst van de Verordening binnen de Raad en is dit als Raadspositie
aangenomen.4 Deze Raadpositie vormt de basis voor de trilogen met het Europees parlement (EP)
en de Commissie. Het EP heeft namelijk ook op 4 mei 2022 haar positie ingenomen.
Gelijker speelveld op de interne markt
Subsidies die worden verleend door derde landen en die de concurrentie op de interne
markt kunnen verstoren, blijven momenteel grotendeels ongecontroleerd. Dit terwijl
subsidies die door EU-lidstaten worden verleend onderworpen zijn aan de EU-staatssteunregels.
Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie. Bestaande internationale en Europese instrumenten
bieden niet altijd genoeg aangrijpingspunten om dit probleem op te lossen. Het doel
van de Verordening is de concurrentieverstoring op de interne markt als gevolg van
buitenlandse subsidies beter te kunnen aanpakken.
De Verordening is dan ook een belangrijke aanvulling op bestaande instrumenten, waaronder
het WTO-recht. Specifiek is daarbij de relatie met de WTO-overeenkomst inzake subsidies
en compenserende maatregelen (SCM-overeenkomst) relevant. De SCM-overeenkomst ziet
op subsidies op import van goederen. Subsidies die reeds binnen de reikwijdte van
de SCM-overeenkomst vallen, zijn uitgezonderd van het toepassingsbereik van de Verordening.
De EU-anti-subsidieverordening, die binnen de EU de uitwerking vormt van de SCM-overeenkomst,
is recent herzien en aangescherpt.
Overzicht belangrijkste elementen Verordening (op basis van de Raadspositie)
1. Concentraties
2. Aanbestedingen
3. «Ex-officio»
Meldplicht
1. Omzet over te nemen EU-bedrijf > 600 miljoen euro; EN
2. de (in)directe subsidies > 50 miljoen euro
1. Indien geraamde contractwaarde > 300 miljoen euro; EN
2. De onderneming gedurende drie jaar voor de inschrijving > 5 miljoen euro aan (in)directe
subsidies heeft ontvangen
Geen: de Commissie heeft de bevoegdheid om achteraf een onderzoek in te stellen naar
een marktverstoring als gevolg van een subsidie, ook als deze niet boven de meldingsdrempels
uitkomt.
Consequentie
Partijen mogen de transactie niet tot uitvoering brengen tot de Commissie een eventueel
onderzoek heeft afgerond.
Gedurende een onderzoek door de Commissie mag een opdracht niet gegund worden, tenzij
de winnaar geen onderwerp van het onderzoek van de Commissie is.
De Commissie kan maatregelen en boetes opleggen (zie hieronder). Bij aanbestedingen
kan de opdrachtverlening niet teruggedraaid worden.
Mogelijke maatregelen
Wanneer na onderzoek blijkt dat een subsidie de interne markt verstoort, kan de Commissie
maatregelen opleggen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het verminderen van marktaandeel.
De betrokken onderneming kan daarnaast aanbieden om de geconstateerde verstoring te
verhelpen door toezeggingen te doen. Het is daarbij aan de Commissie om te beoordelen
of deze toezegging de verstoring volledig en effectief zou verhelpen.
Wanneer een bedrijf niet tijdig of foutieve informatie aanlevert, of niet meewerkt
kan de Commissie boetes en dwangsommen opleggen.
«Balancing test»
De Commissie weegt de negatieve effecten van de subsidie af tegen de eventuele positieve
effecten op de betreffende economische ontwikkeling op de EU interne markt, bijvoorbeeld
op het gebied van innovatie of milieubescherming.
Resultaat Nederlandse inzet in onderhandelingen
De Nederlandse inzet bij de onderhandelingen is verwoord in het BNC-fiche, waarbij
ik ook rekening heb gehouden met de reactie van uw Kamer daarop. Uitgangspunt is steeds
geweest dat de Verordening voldoende effectief is, rekening houdend met de administratieve
lasten bij ondernemingen en overheden. Hieronder zal ik ingaan op een aantal belangrijke
thema’s zoals deze in de Raadspositie zijn aangenomen. Het eindresultaat is nog onder
voorbehoud van de onderhandelingen tijdens de trilogen.
Aangrijpingspunt en reikwijdte
De focus van Nederland in de onderhandelingen lag ten eerste bij uitbreiding van de
reikwijdte om de effectiviteit van de Verordening te vergroten. Dit is ook toegelicht
aan uw Kamer.5 In de Raadspositie is de reikwijdte van de Verordening uitgebreid ten opzichte van
het in 2021 gepresenteerde voorstel. Hierdoor moeten ook (i) concurrentievoordelen
vanwege exclusieve of bijzondere rechten die aan een onderneming in een derde land
zijn toegekend en (ii) voordelen die ontstaan vanwege niet marktconforme financieringsconstructies
in derde landen, onder de reikwijdte werking van de Verordening gaan vallen. Nu vallen
constructies waarbij een onderneming een bijzonder of exclusief recht heeft verkregen
onder de reikwijdte. Een voorbeeld hiervan is een onderneming die in een derde land
een concessie verkrijgt, maar daarvoor aan de betreffende concessieverlener (overheidsinstantie)
geen marktconforme tarieven betaalt. Deze onderneming maakt hierdoor niet zoveel kosten
als een onderneming gevestigd op de Europese interne markt, die wel marktconforme
tarieven betaalt. Daardoor heeft de onderneming die deze concessie uitvoert tegen
niet-marktconforme tarieven een voordeel ten opzichte van ondernemingen die wel marktconforme
tarieven betalen. Dit kan de markt verstoren.
Balancing test (EU-belangentest)
Voor de «balancing test» heeft Nederland in de onderhandelingen ingezet op versterking
van de rechtszekerheid vooraf. Deze test moet geen arbitraire of politiek gestuurde
toepassing van de Verordening in de hand werken. In de Raadspositie is nu verduidelijkt
dat regionale of nationale belangen niet doorslaggevend zullen zijn. Hierbij vindt
een vergelijkbare afweging plaats zoals onder de EU-staatssteunregels. Daarnaast komt
de Commissie al voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Verordening met richtsnoeren
zodat er voor betrokken partijen al in een zo vroeg mogelijk stadium duidelijkheid
is over de toepassing van deze test.
Administratieve lasten
De beperking van administratieve lasten is voor Nederland en andere EU-lidstaten van
groot belang. In dit kader is relevant dat de drempelwaarden voor de controle vooraf
op aanbestedingen en overnames relatief hoog zijn. Hierdoor is de verwachting dat
de administratieve lasten voor overheden en het bedrijfsleven, en met name voor het
mkb, beperkt zullen zijn. In de Raadspositie is verder verduidelijkt dat de meldingsprocedures
in het geval van fusies en overnames worden gestroomlijnd met de (gelijklopende) meldingsprocedures
op grond van de Concentratieverordening. Daarnaast is een de-minimis drempel van 200.000
euro per 3 jaar opgenomen, overeenkomstig het EU-staatssteunkader. Dit betekent dat
subsidies onder dit bedrag per land per drie jaar, niet verstorend worden geacht.
Doorlooptijden aanbestedingen
Het kabinet is groot voorstander van de aanbestedingsmodule waarbij grote aanbestedingen
vooraf worden gecontroleerd. Hiermee kan een ongelijk speelveld bij een specifieke
aanbesteding direct worden hersteld. Niet alle EU-lidstaten waren een voorstander
van de module. Nederland heeft samen met de Commissie en het voorzitterschap ingezet
op breder draagvlak. Daarbij heeft Nederland tijdens de onderhandelingen stevig ingezet
op het beperken van vertraging in aanbestedingsprocedures. Mede dankzij Nederlandse
inzet zijn in de Raadspositie de doorlooptijden ingekort en mag gegund worden tijdens
het voor- en diepgaand onderzoek als de Commissie geen onderzoek doet naar de winnende
onderneming. De Commissie geeft aan dat verdere verkorting afbreuk zal doen aan een
effectief instrument. Zij moet tijd hebben voor gedegen onderzoek. Nederland had de
doorlooptijden graag nog korter gezien, maar hecht ook een aan effectief instrument.
Nederland vindt het belangrijk om te volgen hoe deze balans in de praktijk uitpakt
en in welke mate aanbestedingsprocedures daadwerkelijk vertraging ondervinden. Er
zal altijd enige tijd voor onderzoek nodig zijn, en dat onderzoek kan soms complex
zijn.
Boetes
De boetes die kunnen worden opgelegd wanneer bedrijven de Verordening overtreden worden
gebaseerd op een percentage van de wereldwijde omzet van bedrijven, vergelijkbaar
met de systematiek bij het mededingingstoezicht. Nederland had een verhoging van de
boetes zeker kunnen steunen, maar heeft ook begrip voor de consistentie die nu gezocht
wordt met het mededingingstoezicht.
Implementatietermijn
Met Nederlandse steun is in de Raadspositie de implementatietermijn voor bepalingen
die mogelijk uitvoeringswetgeving vergen op 18 maanden nadat de Verordening wordt
aangenomen vastgesteld. Voor de overige bepalingen geldt een termijn van 6 maanden.
Tot slot en vervolg
Met de Verordening moet een belangrijke lacune in de instrumentenmix van de EU worden
gedicht, zodat effectiever kan worden opgetreden tegen buitenlandse subsidies die
de concurrentie binnen de EU verstoren. Het is nu aan het voorzitterschap om tot een
akkoord te komen met het Europees parlement. Ik zal mij daarbij blijven inzetten voor
succesvolle en spoedige afronding van de onderhandelingen in de EU zodat het instrument
in werking kan treden en de Commissie handhavend kan gaan optreden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat