Brief regering : Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 24 mei 2022
21 501-32 DossLandbouw- en Visserijraadiertitel
Nr. 1425
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2022
Op 24 mei aanstaande vindt de Landbouw- en Visserijraad plaats te Brussel. Door middel
van deze brief informeer ik uw Kamer over de agenda van de Raad. Daarnaast maak ik
van deze brief gebruik om uw Kamer te informeren over het puntenrappport eco-regelingen.
I. Agendapunten
Gedachtenwisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten
De Europese Commissie zal een overzicht geven van de situatie op de Europese landbouwmarkten.
Er is (nog) geen stuk voorhanden met de laatste ontwikkelingen, maar de gevolgen van
de Oekraïne-crisis zullen opnieuw centraal staan. Het beeld van hoge kostprijzen voor
de landbouwsectoren als gevolg van de gestegen energie-, kunstmest en voerprijzen
is de afgelopen periode weinig veranderd. De situatie in de Oekraïne zelf blijft daarbij
uiterst zorgelijk met achterblijvende productie en logistieke problemen bij de uitvoer
van landbouwproducten, zoals granen. De blokkade van de havens in de Zwarte Zee heeft
grote effecten op de wereldwijde voedselvoorziening, inclusief Afrika en het Midden-Oosten.
De Commissie onderzoekt mogelijkheden om de uitvoer uit Oekraïne via de EU naar de
wereldmarkt te vergroten middels o.a. logistieke verbeteringen. Ik acht dit van wezenlijk
belang voor de voedselvoorziening in de wereld.
Naar verwachting zal de Commissie de lidstaten daarnaast informeren over de stand
van zaken rond de uitvoering van de genomen maatregelen die onderdeel zijn van de
mededeling voedselzekerheid die op 23 maart jl. is uitgebracht en waarover in de vorige
Landbouwraden is gesproken. De activering van artikel 219 van de Gemeenschappelijke
Marktordening voor aanwending van de landbouwcrisisreserve is in gang gezet, de regeling
omtrent particuliere opslag van varkensvlees is inmiddels op 29 april 2022 gesloten
en de Commissie heeft in het kader van markttransparantie een besluit gepubliceerd
waarmee lidstaten van 1 juli a.s. maandelijks de (commerciële) voorraden rijst, granen
en oliehoudende gewassen en plantaardige oliën moeten rapporteren.
Ik ondersteun de ingezette lijn om op EU-niveau situatie op de landbouwmarkten nauw
te blijven monitoren De ingezette EU-maatregelen kunnen daarbij bijdragen om de transparantie
op de markten te vergroten en de situatie te stabiliseren. In het op 3 mei jl. aan
uw Kamer aangeboden rapport van Wageningen Economic Research (WEcR) (Kamerstuk 35 925-XIV, nr. 151) naar de mogelijke inkomenseffecten van de oorlog in Oekraïne op de bedrijven in
de land- en tuinbouw, blijkt dat de inputprijzen voor de Nederlandse agrariërs substantieel
verhoogd zijn, waaronder in de varkens- en pluimveesectoren vanwege de hoge voerprijzen.
Tegelijk blijkt uit het onderzoek dat tegenover deze stijgende kostprijzen in een
deel van de sectoren stijgende opbrengstprijzen staan. De uitkomsten van dit onderzoek
zijn voor mij mede leidend geweest voor de inzet van de aan Nederland toegewezen 8
miljoen euro uit de EU landbouwcrisisreserve, waarvoor de plannen voor 30 juni 2022
aan de Commissie dienen te worden gemeld en de betalingen uiterlijk op 30 september
2022 moeten zijn verricht. Deze landbouwcrisisreserve is bij de hervorming van het
GLB in 2014 ingesteld en is gevuld met middelen die door grondgebonden agrariërs bijeen
is gebracht door inhouding van een deel van de directe betalingen. Het zijn bestaande
EU-middelen en geen nationale steungelden en als lidstaten de middelen niet gebruiken
blijven deze bij de Europese Commissie. De reserve kan worden gebruikt in crisissituaties
wanneer de prijzen of markten instabiel zijn en wordt nu vanwege de Oekraïne crisis
voor het eerst door de Commissie in werking gezet met als doel de voedselzekerheid
te vergroten en marktverstoringen aan te pakken. Randvoorwaarde is dat het landbouwers
ondersteunt die activiteiten verrichten waarmee de duurzaamheid doelstellingen worden
nagestreefd. Ik ben voornemens op korte termijn deze EU-middelen (waarbij ik geen
gebruik maak van de mogelijkheid tot aanvullende nationale cofinanciering) toe te
voegen aan het huidige GLB-budget voor de vergroening in 2022 voor grondgebonden landbouwers
met substantiële aantallen varkens en pluimvee. Daarmee worden de EU-middelen opnieuw
verdeeld binnen de grondgebonden sectoren en ontvangen specifiek de betreffende varkens-
en pluimveebedrijven met grond een eenmalige bijdrage voor het verder verbeteren van
de vergroening op eigen grond en om de weerbaarheid te vergroten. Deze inzet kan tevens
op korte termijn relatief eenvoudig worden uitgevoerd door aan te sluiten bij de bestaande
GLB-structuren middels koppeling aan lopende subsidieprogramma’s onder het Europese
landbouwgarantiefonds (ELGF). Over de precieze uitwerking zal ik uw Kamer op korte
termijn nader berichten.
12e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie
De Europese Commissie zal de Raad informeren over de 12e Ministeriele Conferentie (MC12) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Deze zal van
12 tot en met 15 juni 2022 plaatsvinden in Genève.
Het krachtenveld binnen de WTO leent zich helaas slecht voor grote doorbraken – des
te meer sinds de Russische invasie –, maar Nederland zal in de Raad desalniettemin
inzetten op betekenisvolle en zo ambitieus mogelijke resultaten voor MC12.
De economische gevolgen van de Russische agressie in Oekraïne maken opnieuw het belang
duidelijk van open handel in landbouwgoederen, ten behoeve van de mondiale voedselzekerheid.
Nederland zal daarom inzetten op steun voor open handel en het voorkomen van exportrestricties
op landbouwgoederen. Recentelijk is hier al een plurilaterale verklaring over uitgegaan
in de WTO, met steun van Nederland en de EU. Nederland steunt daarnaast de Commissie
in haar inzet op transparantie van notificaties op landbouwgebied zoals landbouwsubsidies,
en voor uitzonderingen voor humanitaire aankopen door World Food Program voor wat
betreft exportrestricties.
Er spelen ook nog andere onderwerpen op het gebied van landbouw, zoals binnenlandse
landbouwsteun, exportconcurrentie, exportrestricties, markttoegang, katoen, public stockholding en speciale vrijwaringsmechanismen. De posities van de WTO-leden liggen daarbij echter
ver uit elkaar.
Tenslotte hecht Nederland veel waarde aan het tot stand komen van een akkoord om schadelijke
visserijsubsidies die leiden tot overbevissing, overcapaciteit, en IUU-visserij (illegale,
niet gerapporteerde en ongereguleerde visserij) in te perken.
Position paper over een Europese positieflijst
Cyprus heeft een position paper geïnitieerd waarin wordt gepleit voor een EU-brede positieflijst voor gezelschapsdieren.
Cyprus roept, samen met Litouwen, Luxemburg en Malta, de Europese Commissie op tot
het verkennen van de voordelen van een EU-brede positieflijst, die voortborduurt op
de ervaringen van lidstaten die al een positieflijst hebben. Het beoogde doel is om
dierenwelzijn te verbeteren, biodiversiteit te beschermen, de volksgezondheid te beschermen
en administratieve lasten tussen lidstaten te verminderen. Zoals uw Kamer weet ben
ik ook bezig met het opstellen van de Nederlandse positieflijst. Door ook op het niveau
van de EU stappen te zetten wordt voorkomen dat in een deel van de lidstaten het houden
van dieren die hiervoor niet geschikt zijn doorgaat.
Vanuit Nederland kan deze oproep worden ondersteund. Wel vind ik het hierbij belangrijk
dat het mogelijk blijft voor lidstaten om strengere regels te hanteren dan een eventuele
EU-brede positieflijst voorschrijft. In Nederland wordt een zorgvuldig wetenschappelijk
onderbouwd proces doorlopen en ik wil voorkomen dat een initiatief op Europees niveau
hiermee interfereert. Ik wil voorkomen dat een eventuele EU-brede lijst ervoor zorgt
dat er in Nederland meer dieren gehouden mogen worden dan ik vanuit dierenwelzijn
en de gezondheid en veiligheid van de mens wenselijk acht. Dit zal ik ook bepleiten
in de Landbouw- en Visserijraad.
Seminar «The epidemiological surveillance platforms» (AOB)
Dit punt stond geagendeerd voor de Raad van 7 april jl, maar is wegens tijdgebrek
toen niet behandeld. Frankrijk zal onder dit punt verslag doen van het seminar «The epidemiological surveillance platforms» dat Frankrijk in het kader van het EU-voorzitterschap op 22 maart 2022 heeft georganiseerd.
Frankrijk heeft aan de hand van presentaties van een drietal Franse surveillanceprogramma’s
de vraag gesteld hoe de EU tot verdere samenwerking op het gebied van surveillance
kan komen, met in gedachten het streven naar een One Health-benadering. One Health houdt in dat gezondheid van mens, dier en milieu in samenhang wordt bezien en dat
er wordt gestreefd naar een balans tussen deze drie. Ook platforms en programma’s
uit andere lidstaten werden gepresenteerd. Zo heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) een presentatie gegeven over de wijze waarop in Nederland voedselveiligheid
wordt gemonitord. Ik onderschrijf het belang van een One Health-aanpak en kan daarom in de Raad aangeven zeer bereid te zijn om binnen de EU onze
ervaring en kennis te delen en open te staan voor samenwerking. Zo zal ik met de surveillance
op varkensinfluenza, die dit jaar nog van start zal gaan in Nederland, de samenwerking
met Frankrijk opzoeken.
II. NSP Eco-regelingen
In december 2021 is het Nationaal Strategisch Plan (NSP) voor het nieuwe Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) ingediend bij de Europese Commissie. Na ontvangst van de observatiebrief
van de Europese Commissie, die ik op 5 april jl. met uw Kamer gedeeld heb (Kamerstuk
28 625, nr. 337), wordt op dit moment het NSP afgemaakt. Hierna zal het NSP opnieuw ter goedkeuring
aangeboden worden aan de Europese Commissie. Een nieuw instrument in het nieuwe GLB
is de eco-regeling, waar met eco-activiteiten wordt gestuurd op de vijf eco-doelen
(klimaat, bodem en lucht, water, biodiversiteit, en landschap). In de invulling van
dit instrument worden de wetenschappelijke inzichten over het doelbereik en de praktische
toepasbaarheid voor boeren (op basis van o.a. praktijk-pilots en de in oktober 2021
aan uw Kamer toegezegde tweede praktijktoets over de eco-regeling) bij elkaar gebracht.
Puntenrapport eco-regeling
Ter invulling van de eco-regeling is in 2021 aan de CLM/WUR gevraagd om de concept
eco-activiteiten te scoren op hun bijdrage aan de vijf eco-doelen. Het resulterende
rapport is bijgevoegd1, met daarin de tabel met verdeling van punten voor de eco-activiteiten in de eco-regeling
die door de wetenschappers op basis van expert judgment is opgesteld. Dit rapport wordt ter onderbouwing bij het NSP gevoegd.
De puntentabel in het rapport wordt gebruikt in de tweede praktijktoets eco-regeling,
die momenteel wordt uitgevoerd. Op een punt is in de praktijktoets afgeweken van de
tabel; bij elementen op niet-productieve landbouwgrond is er voor gekozen om de biodiversiteitspunten
met 20 te vermenigvuldigen. Dit naar analogie van de resultaten van de eerdere praktijkproef.
De motivatie daartoe is dat deze elementen een grote positieve invloed hebben op de
biodiversiteit op de rest van het landbouwperceel en een direct effect op de productieruimte,
en dus dat de oppervlakte van deze elementen niet in verhouding staat tot de toegedeelde
punten voor biodiversiteit.
Dit rapport wordt besproken met de sector en belangenorganisaties. Op basis van die
gesprekken en de uitkomsten van de tweede praktijktoets wordt een aanvullende sessie
met de wetenschappers gepland, waarin aanpassing van de puntentabel wordt besproken.
Het rapport geeft ook aanbevelingen voor nadere aanscherping van de puntenverdeling
in de eco-regeling richting 2024 en verder. Deze aanbevelingen neem ik mee in de verdere
ontwikkeling van de eco-regeling de komende jaren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer
Indieners
-
Indiener
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.