Brief regering : Tweede en derde aanvullende Europese begroting 2022
21 501-03 Begrotingsraad
Nr. 167
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2022
Met deze brief informeer ik uw Kamer over twee aanvullende begrotingen voor de begroting
van de Europese Unie van 2022. Ten eerste presenteerde de Europese Commissie (de Commissie)
op 12 april jl. het voorstel voor de tweede aanvullende Europese begroting van 2022
(Draft Amending Budget 2, DAB2). Ten tweede volgde op 22 april jl. het voorstel voor
de derde aanvullende Europese begroting van 2022 (DAB3).
Tweede aanvullende Europese begroting 2022
Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de Europese begroting voor 20221 en de eerste aanvullende Europese begroting2 van 2022. In de tweede aanvullende Europese begroting van 2022 (Draft Amending Budget
2, DAB2) verwerkt de Commissie het verschil tussen de inkomsten en uitgaven (het surplus)
van de Europese begroting van het jaar 2021 in de Europese begroting voor het jaar
2022. Dit surplus over het voorgaande begrotingsjaar wordt ieder jaar verrekend met
de EU-afdrachten van de lidstaten middels een aanvullende begroting.
De definitieve implementatie van de Europese begroting van 2021 heeft tot een surplus
geleid van 3.227 miljoen euro. Het surplus is een resultaat van lager dan verwachte
uitgaven en hoger dan verwachte ontvangsten. De uitgaven in 2021 waren in totaal 652
miljoen euro lager dan begroot, bij zowel de Commissie als bij de overige instellingen
gefinancierd door de Europese begroting. Voor een groot gedeelte is dit toe schrijven
aan uit 2020 overgehevelde middelen die ook in 2021 niet zijn gebruikt.
De ontvangsten waren in totaal 2.575 miljoen euro hoger dan begroot. Dit komt voornamelijk
door hogere inkomsten van invoerrechten en hogere verwachte mededingingsboete-ontvangsten
en ontvangen vertragingsrente op betalingen.
Gevolgen voor de Nederlandse afdrachten
Voor Nederland leidt het surplus tot 189,9 miljoen euro lagere EU-afdrachten in 2022.
Dit budgettaire effect op de Nederlandse afdrachtenraming wordt bij de eerste suppletoire
begroting verwerkt op de begroting van Buitenlandse Zaken. De verwachting is echter
dat deze meevaller over 2021 zal worden gecompenseerd door een tegenvaller in latere
jaren omdat de Commissie onbestede middelen uit eerdere jaren mag doorschuiven naar
latere jaren (middels het Single Margin Instrument). Dit laatste effect wordt bekend bij de publicatie van de jaarlijkse technische
aanpassing van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) in juni, waarin de Commissie de
vastleggingen- en betalingenplafonds aanpast naar aanleiding van de beschikbare financiële
ruimte binnen de Europese begroting van 2022 en de ontwikkeling van macro-economische
factoren zoals inflatie. De technische aanpassing wordt door de Commissie apart van
het surplus verwerkt. De raming van de Nederlandse EU-afdrachten wordt gebaseerd op
de omvang van het betalingenplafond van 2022 uit het MFK 2021–2027 plus de speciale
instrumenten die boven dit plafond worden gefinancierd. Dientengevolge zal de inzet
van het Single Margin Instrument naar verwachting voor Nederland een hogere raming
van de EU-afdrachten tot gevolg hebben. Deze beide effecten worden na publicatie verwerkt
in de ontwerpbegroting van Buitenlandse Zaken voor 2023.
Nederlandse inzet, krachtenveld en proces
Het kabinet is voornemens in te stemmen met DAB2. Naar verwachting zullen alle lidstaten
kunnen instemmen met het voorstel, en stemmen zowel de Raad (besluitvorming met gekwalificeerde
meerderheid) als het Europees Parlement (besluitvorming met gewone meerderheid) in
juli met dit voorstel in.
Derde aanvullende Europese begroting 2022
In de derde aanvullende Europese begroting van 2022 (DAB3) stelt de Commissie voor
om aanvullende middelen beschikbaar te maken voor twee fondsen die voorzien in het
ondersteunen van lidstaten die te maken hebben met grote hoeveelheden vluchtelingen
uit Oekraïne. Het betreft de volgende twee fondsen: het Asiel-, Migratie- en Integratiefonds
(AMIF) en het Instrument voor Financiële Steun voor Grensbeheer en Visa (BMVI). Middelen
uit AMIF kunnen door de meest getroffen lidstaten worden gebruikt voor de primaire
behoeften van net aangekomen vluchtelingen, zoals voedsel, onderdak, kleding en medische
hulp. Middelen uit BMVI kunnen worden gebruikt door aan Oekraïne grenzende lidstaten
voor maatregelen die de identificatie, registratie en controle van vluchtelingen ondersteunen.
Om de fondsen AMIF en BMVI aan te vullen met financiële middelen, stelt de Commissie
voor om gebruik te maken van de ruimtes tussen de vastleggingen- en betalingenniveaus
uit de Europese begroting van 2022 en de jaarlijkse vastleggingen- en betalingenplafonds
uit het MFK voor 2022. Deze ruimtes worden ook wel de vastleggingen- en betalingenmarges
genoemd en zijn nadrukkelijk bedoeld om te gebruiken in onvoorziene situaties. In
DAB3 wordt voorgesteld om van de vastleggingenmarge onder de kop Migratie en Grensbeheer
99,8 miljoen euro te gebruiken. Hiermee is deze marge uitgeput. Van de algehele betalingenmarge
van 2022 wordt voorgesteld om 176 miljoen euro te gebruiken. In deze betalingenmarge
resteert na DAB3 nog circa 1,5 miljard euro.
Gevolgen voor de Nederlandse afdrachten
De derde aanvullende Europese begroting heeft geen gevolgen voor de raming van de
Nederlandse EU-afdrachten. Het uitgangspunt voor de vaststelling van deze raming is
de omvang van het betalingenplafond van 2022 uit het MFK 2021–2027 plus de speciale
instrumenten die boven dit plafond worden gefinancierd. DAB3 brengt hierin geen veranderingen
aan.
Nederlandse inzet
Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne heeft Nederland zich in Europa constructief
en solidair opgesteld wat betreft het verlenen van financiële steun aan Oekraïne en
diens buurlanden. Nederland heeft tot nu toe uitgedragen dat deze steun zoveel mogelijk
gevonden moet worden binnen bestaande budgetten van de Europese begroting. Het inzetten
van vastleggingen- en betalingenmarges ziet Nederland als een gerechtvaardigde volgende
stap gezien het onvoorziene karakter van de ontwikkelingen als gevolg van de oorlog
in Oekraïne. Het kabinet staat daarom positief tegenover de gepresenteerde plannen
in DAB3 en heeft het voornemen om ermee in te stemmen.
Krachtenveld en proces
Naar verwachting zullen alle lidstaten instemmen met DAB3. Gezien de urgentie zal
DAB3 naar verwachting op 16 mei a.s. door de Raad worden aangenomen (besluitvorming
met gekwalificeerde meerderheid) en op 18 of 19 mei a.s. door het Europees parlement
(besluitvorming met gewone meerderheid).
In Tabel 1 vindt u een overzicht van alle tot nu toe gepubliceerde DABs.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Annex
Tabel 1: Overzicht van aanvullende Europese begrotingen in 2022 (in miljoenen euro’s,
lopende prijzen)
Nummer
Toelichting
Effect NLse afdrachten
DAB1
Overheveling ongebruikte middelen in gedeeld beheer (cohesiebeleid) van de Europese
begroting van 2021 naar die van 2022.
Geen
DAB2
De verwerking van het surplus van de Europese begroting van 2021 in die van 2022.
– 189,9
DAB3
Aanvullende middelen vanuit de marges van de Europese begroting voor de fondsen AMIF
en BMVI ten behoeve van de vluchtelingenstroom uit Oekraïne.
Geen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën